Internationale zakelijke leiders zijn terecht veel bezig met tarieven, handel en geopolitiek. Onzekerheden over markttoegang, inputkosten en levensvatbaarheid van hun toeleveringsketens werpen grote vragen op over de prestaties van bedrijven op korte termijn. Ze vormen ook een extra gevaar: de mogelijkheid om de agenda van het topmanagement over te nemen, waardoor krachten die een enorme impact op de lange termijn zullen hebben en juist nu aandacht nodig hebben, worden overschaduwd.
Ons doel met dit artikel, dat voortbouwt op meerdere PwC-onderzoeken en duizenden uren samenwerking met onze klanten, is om een remedie te bieden: een eenvoudige, rigoureus onderbouwde gids die leiders helpt om te gaan met de waarde die in de wereldeconomie in beweging is gekomen. Het uitgangspunt is begrijpen wat er echt aan de hand is – wat eigenlijk vrij eenvoudig is.
Drie enorme discontinuïteiten vinden momenteel gelijktijdig plaats. Eén daarvan – het uiteenvallen van de geopolitieke orde van na de Koude Oorlog – haalt elke dag de krantenkoppen. De andere twee zijn diepgaande economische verschuivingen die nu al het mondiale groeiklimaat veranderen: kunstmatige intelligentie (AI) en fysieke klimaatrisico’s. AI biedt de potentie voor een productiviteitsrevolutie die groei doet versnellen. Tegelijkertijd zal de toenemende frequentie van overstromingen, droogte, hittestress, bosbranden en andere fysieke klimaatrisico's gevolgen hebben voor een aantal basisveronderstellingen over economische groei. Dit artikel richt zich in de eerste plaats op deze economische veranderingen, die een belangrijke rol spelen voor zakelijke leiders wereldwijd. Ondanks alle toezeggingen omtrent CO2-neutraliteit, ondanks de herziene 'Statement on the Purpose of a Corporation' van de Business Roundtable en ondanks de principiële terugtrekking uit Rusland na de invasie in Oekraïne blijft groei een van de belangrijkste prioriteiten en prestatiemaatstaven, zo niet de allerbelangrijkste, voor CEO’s waar dan ook.
Innovatie wordt gestimuleerd door zowel mogelijkheden als beperkingen. En ontstaat wanneer AI en klimaatverandering interageren met elkaar en met andere geavanceerde technologieën, met de uiteenvallende geopolitieke orde en met andere megatrends, zoals de vergrijzing en sociale ongelijkheid. De enorme krachten die aan het werk zijn, zullen leiden tot fundamentele innovaties in de bedrijfsmodellen, operationele modellen en energiemodellen van organisaties. Alles bij elkaar hebben deze krachten het potentieel om het mondiale industriële systeem te herstructureren tot wat wij nu de 'nieuwe domeinen van groei' noemen: zones van economische activiteit en waardecreatie, waar bedrijven op creatieve manieren samenwerken om aan menselijke behoeften te voldoen.
Binnen en tussen deze domeinen komen enorme hoeveelheden waarde in beweging, wat zowel geweldige groeikansen als aanzienlijke onzekerheden zal creëren. Die zullen rechtstreeks invloed hebben op de vorm van de domeinen en uiteindelijk mede bepalen of de wereld welvarender of juist minder welvarend wordt. De afgelopen 12 maanden heeft PwC geprobeerd de impact van dit alles op de wereldeconomie van 2035 te kwantificeren. Dat tijdsbestek is zeer relevant voor de huidige zakelijke leiders, omdat de beslissingen en acties die ze vandaag nemen bepalend zullen zijn voor de resultaten in de komende tien jaar, ook al ligt dat tijdsbestek veelal buiten de horizon voor gedetailleerde bedrijfsplanning.
Wat is het werkelijke productiviteitspotentieel van AI? Hoe verhoudt dat zich tot de kosten van fysieke klimaatrisico’s en de transitie naar een CO2-armere toekomst? Wat is de schaal en reikwijdte van de domeinen die zich vormen rond hoe we ons verplaatsen, onszelf voeden, dingen bouwen en maken, voor onszelf en voor anderen zorgen, en de maatschappij voeden en aandrijven? Hoe financieren en verzekeren we de herstructurering van het bedrijfsleven? Hoe verbinden en berekenen we, en hoe beheren en dienen we alles wat nodig is om die herstructurering mogelijk te maken? De antwoorden op al deze vragen zijn fundamenteel voor de toekomst waarop zakelijke leiders moeten anticiperen. Door een geïntegreerde economische gegevensbasis te creëren en deze te gebruiken om drie plausibele scenario’s voor groei te informeren, hebben we geprobeerd de onzekerheid waarmee leiders worden geconfronteerd te kwantificeren. Dat biedt een zinvol alternatief voor de overdrijving en het giswerk die de discussie over de toekomst maar al te vaak kenmerken.
Ons onderzoek toont aan dat de wereldeconomie in 2035 bijna 15 procent groter kan zijn dan verwacht als AI een stijging van de productiviteit oplevert die vergelijkbaar is met de productiviteitsexplosies waar fundamentele technologieën zoals elektriciteit in het verleden toe hebben geleid. Dergelijke winsten zouden afhangen van de fundamentele herinrichting van functies en taken binnen organisaties, die alleen tot stand zal komen als AI echt werkt, verantwoord wordt ingezet en daarom ook echt wordt vertrouwd. Het groeidividend van AI hangt ook deels af van de mate waarin de wereldeconomie de taken die door AI worden overgenomen, vervangt door nieuwe taken die door mensen worden uitgevoerd.
AI zal ook veel elektriciteit nodig hebben. Gelukkig laat een analyse door PwC-experts (zie ‘Kan net zero-AI werkelijkheid worden?’) zien dat na verloop van tijd de extra energie die datacenters nodig hebben voor grootschalige invoering van AI en productiviteitsgroei mogelijk wordt gecompenseerd door de energie-efficiëntie die door AI wordt aangedreven in de rest van de economie. Dat gezegd zijnde, de productiviteitsvoordelen die AI kan opleveren zijn verre van zeker. Bij minder optimistisch scenario's wat betreft de adoptie van AI en taken voor mensen zou het AI-dividend kunnen dalen – tot 8procent, of zelfs tot 1 procent.
Het veiligstellen van een aanzienlijk AI-dividend zou helpen een reeks economische uitdagingen in verband met klimaatverandering het hoofd te bieden. De kosten van de bosbranden in Los Angeles in januari – momenteel al geschat op 250 miljard dollar – laten zien dat klimaatgerelateerde gebeurtenissen ook nu al stijgende economische kosten met zich meebrengen. Volgens een gedetailleerde analyse door PwC-economen en deskundigen op het gebied van klimaatrisicomodellen zal, in de komende tien jaar, de ontwikkeling van deze kosten niet afhangen van emissies op korte termijn. In recent academisch onderzoek komt het Potsdam Institute for Climate Impact Research in Duitsland tot vergelijkbare conclusies. De integratie van dat externe onderzoek met de economische modellering van PwC suggereert dat door de kosten van fysieke klimaatschade de wereldeconomie in 2035 bijna 7 procent kleiner kan uitvallen dan in het basis ‘'business-as-usual'-model'.
Als we verder kijken dan 2035, dan zou de economische impact van fysieke klimaatrisico’s kunnen dalen bij een meer agressieve CO2-reductie – wat echter ook weer kosten met zich meebrengt: uit een analyse van PwC blijkt dat de economische kosten van activa die worden afgeschreven ('gestrand') door CO2-reductie, tegen 2035 wellicht meer dan 3 procent van het mondiale bbp bedragen. Gezien de omvang van de verandering die nodig is voor gelijktijdige, grootschalige CO2-reductie en door AI aangedreven productiviteitsgroei, beschrijven we dit scenario als een ‘op vertrouwen gebaseerde transformatie’. Er zijn ook andere uitkomsten mogelijk, zoals een zogenoemde ‘onrustige omwenteling’, waarbij een kleiner AI-dividend grotendeels teniet wordt gedaan door de klimaatkosten, of ‘Turbulente Tijden’, waar teleurstellende technologie leidt tot een daling van de groei en de duurzaamheidsinspanningen op de achtergrond raken. Welk scenario we daadwerkelijk gaan zien, zal deels afhangen van de directe, collectieve acties van zakelijke leiders en deels van de geopolitieke krachten waarop zij zullen reageren en die zij mettertijd kunnen helpen vorm te geven.
Gezien deze groeidynamiek en de omvang van de waarde die hier op het spel staat, zullen organisaties hun bedrijfsmodel, operationele model en energiemodel snel moeten innoveren. Ze zullen ook op nieuwe manieren moeten concurreren op technologie, op vertrouwen en op bronnen van schaars aanbod. En ze zullen nieuwe draaiboeken nodig hebben om obstakels om te zetten in aanjagers voor verandering: door leiders en middelen vrij te maken, cruciale vaardigheden te verwerven en hun belasting- en compliancestrategie onder de loep te nemen. (Zie voor een meer gedetailleerde beschrijving van deze stappen 'Je bedrijf opnieuw uitvinden om sterker te groeien'.) Voor doortastende actie is het nodig dat leiders een nieuwe manier van denken ontwikkelen. Dat betekent: onzekerheid omarmen om slim te kunnen bepalen waar en hoe te concurreren, een totaalbeeld vormen van de krachten die aan het werk zijn en dat totaalbeeld op de agenda van het topmanagement plaatsen, en exponentieel denken over de mogelijkheden die voor ons liggen. Leiders die op deze manieren kunnen denken en handelen, hebben daarmee een kans om niet alleen in elk scenario te gedijen, maar om zich uiteindelijk te verzekeren van betere mondiale uitkomsten die de groei stimuleren, de toekomst van de planeet veiligstellen en het leven verbeteren – zowel voor de burgers van vandaag als voor toekomstige generaties.
Om te begrijpen waarom het plausibel is dat er nieuwe domeinen van groei ontstaan, moeten we kijken naar de totstandkoming van ons huidige industriële systeem. Dat werd gevormd in een relatief korte periode in de tweede helft van de 19e eeuw. Alfred Chandler, de historicus van de Harvard Business School die in boeken als The Visible Hand rigoureus de opkomst van het managementkapitalisme in kaart bracht, definieerde de onderliggende krachten zorgvuldig als: een 'revolutie in transport en communicatie' en een 'revolutie in distributie en productie', die plaatsvonden terwijl de toepassing van energie – eerst steenkool, daarna olie, gas en elektriciteit – in zakelijke activiteiten een breed scala aan innovaties opleverde in processen, producten en services.
Deze 19e-eeuwse 'revoluties' waren vergaande economische veranderingen: vóór die tijd waren de productiviteit en economische groei traag. Daarna begonnen ze gestaag te stijgen. Vóór die revoluties waren bedrijven klein. Daarna groeiden ze uit tot professioneel geleide ondernemingen, wat ook op managementvlak vernieuwingen vereiste zoals het organigram, moderne boekhoudpraktijken en het multidivisionele bedrijf. Voorheen bestonden sectoren als de spoorwegen, verpakte consumentengoederen, warenhuizen en verticaal geïntegreerde staal- en olieproductie niet. Daarna wel – en nog steeds, samen met hun nakomelingen, zoals vliegtuigen, auto’s, chemicaliën en farmaceutica.
Economische verschuivingen zoals die welke tot het huidige industriële systeem hebben geleid, zijn zeldzaam – ze gebeuren niet eens in de tien jaar, maar misschien eenmaal per eeuw. Toch staan we momenteel op de drempel van twee van dergelijke verschuivingen.
De exponentiële groei van AI-competenties creëert het potentieel voor een intelligentierevolutie die mogelijk even belangrijk zal blijken als de fysieke revolutie die in de 17e eeuw werd ontketend door de komst van de stoommachine, en zich voortzette in de 19e-eeuwse revoluties in transport, communicatie, distributie en productie.
Een cognitief productiviteitsinstrument als AI heeft nog nooit bestaan, en we beginnen nu pas te begrijpen wat het allemaal kan. Zo kun je luttele seconden na het einde van een videogesprek zonder menselijke tussenkomst een samenvatting krijgen - om maar een alledaags maar praktisch voorbeeld te noemen. De AI-bot die in je vergadersoftware is ingebouwd, heeft een collega twintig minuten tijd bespaard. Vermenigvuldig die besparing met tientallen miljoenen calls per dag, en je maakt miljoenen uren vrij die je nuttiger kunt inzetten.
Maar andere ontwikkelingen gaan nog veel verder. Nu enorm in opkomst: AI Agents, geïnstrueerd door en onder toezicht van mensen om standaardvragen van klanten te behandelen, de eerste versies van softwarecode te produceren en door mensen bedachte ontwerpideeën om te zetten in prototypes. Het juridische team van Unilever gebruikt de AI-systemen van het bedrijf al om de efficiëntie te verhogen, het werk te stroomlijnen en minder afhankelijk te zijn van externe dienstverleners voor het opstellen van contracten, compliance-audits en IP-gerelateerde kwesties. Op vergelijkbare wijze gebruikt Samsung AI-chatbots voor klantenservice in al zijn productlijnen, inclusief die voor mobiele en huishoudelijke apparatuur. Deze bots helpen vragen te beantwoorden en bieden technische ondersteuning. SoftBank gebruikt AI-tools bij het ontwikkelen van nieuwe technologie door prototypemodellen te maken op basis van ideeën van mensen.
Bedenk vervolgens hoe al deze verschillende technologieën met elkaar interageren. AI kan een versterker en een versneller van andere nieuwe technologieën zijn, waaronder biotechnologie, geavanceerde sensoren en slimme materialen. Zo kan het vermogen van AI om grote hoeveelheden gegevens te analyseren, voorspellingen te doen en taken te automatiseren leiden tot enorme vooruitgang bij het ontdekken van nieuwe geneesmiddelen, diagnostiek, energie-efficiëntie, voorspellend onderhoud in de industrie, kwaliteitscontroleprocessen, robotica, verkeers- en logistieke optimalisatie en nog veel meer. Het Japanse Yaskawa Electric gebruikt AI bijvoorbeeld in combinatie met robotica-technologie om de vaardigheden van haar industriële robots te verbeteren. Met AI kunnen productieprocessen nauwkeuriger en adaptiever worden, wat de automatisering en efficiëntie in de productieomgeving ten goede komt. De State Grid Corporation of China (SGCC), een van de grootste nutsbedrijven ter wereld, gebruikt AI naast slimme netwerken om patronen in het energieverbruik beter te analyseren en te voorspellen, en om de stroomvoorziening uit verschillende bronnen in evenwicht te brengen.
Het gaat hier over een AI-gedreven verbetering in de manier waarop middelen zoals werknemers, machines en materialen gecombineerd worden ingezet om dingen te produceren. Er is een gezond debat gaande over het tempo en de omvang van de economische impact die AI zal genereren. Hoe groot zou die impact kunnen zijn? PwC-economen hebben een bovengrens bepaald door de schattingen over AI-adoptie, samen met een bijbehorende, uit recent academisch onderzoek afgeleide productiviteitsverhogingscoëfficiënt, op te nemen in hun algemene evenwichtsmodel. Zij stelden vast dat een positieve AI-schok van deze omvang het reële mondiale bbp in 2035 met bijna 15 procent zou kunnen verhogen ten opzichte van de ramingen zonder een dergelijke schok. Dat is meer dan 1 procentpunt van de incrementele groei per jaar, vergelijkbaar met de groeistijging die wereldwijd tot stand kwam door de 19e-eeuwse industrialisatie. Wij zijn echter de eerste om te erkennen dat dit slechts een gedachte-experiment is, geen voorspelling.
Het door AI aangedreven productiviteitsdividend kent ook een tegenhanger: het CO2-intensieve groeimodel dat de wereldwijde ontwikkeling lange tijd heeft aangewakkerd, heeft het klimaat veranderd op een manier die nu ook de gezondheid van de economie begint aan te tasten.
Net als de gesprekssamenvatting na een videogesprek het productiviteitspotentieel van AI illustreert, zo maakt de toenemende frequentie en intensiteit van cyclonen, droogtes, overstromingen, hittegolven, orkanen, tornado's en natuurbranden het fysieke klimaatrisico extreem reëel. Dat geldt ook voor de honderden miljarden aan klimaatgerelateerde verliezen van verzekeringsmaatschappijen, ondanks de snel stijgende premies in risicovolle regio's, en voor afzonderlijke voorbeelden van klimaatgerelateerde bedrijfsproblemen zoals het faillissement van Pacific Gas and Electric (PG&E) na het Camp Fire, een enorme bosbrand in Noord-Californië in 2018.
Klimaatexperts en economen van PwC hebben geprobeerd om de omvang van die impact te kwantificeren. We hebben bijvoorbeeld gekeken naar de productiviteitsimpact van hittestress, de impact van de opwarming op akkerland en het effect van dit soort factoren op de economische groei in verschillende emissiescenario’s tot 2035. Een onontkoombare conclusie was dat we niet veel kunnen doen om de klimaatgerelateerde schade die zich de komende tien jaar zal voordoen, te beïnvloeden: ongeacht het emissietraject waren de resultaten van onze analyse steeds vrijwel identiek. Een tweede conclusie was dat het duivels moeilijk is om zeer lokale potentiële klimaatrisico’s om te zetten in systematische, wereldwijde macro-economische gevolgen. Simpel gezegd waren we niet in staat om een volledig economisch beeld te schetsen op basis van de aggregatie van onsamenhangende, bottom-up resultaten.
Academische onderzoekers hebben er hard aan gewerkt om het brede scala van klimaatgevaren en macro-economische transmissiemechanismen preciezer te kwantificeren. Een recente studie door onderzoekers van het Potsdam Institute, waarvan de methodologie en gegevens nog worden beoordeeld, werd eind vorig jaar opgenomen in de toekomstgerichte scenario's van het Network for Greening the Financial System (NGFS), een consortium van meer dan 100 centrale banken en financiële toezichthouders. We hebben de richtsnoeren van het NGFS gevolgd om een conservatieve baseline voor economische groei vast te stellen. Zonder deze correctie, en zonder een AI-gedreven productiviteitsdividend, verwachtten economen van PwC dat het reële mondiale bbp in 2035 ongeveer 33 procent groter zou zijn dan nu. Met de correctie voor klimaatschade daalt dat cijfer naar ruwweg 26 procent.
Kort samengevat: AI-competenties – op zichzelf en in combinatie met andere opkomende geavanceerde technologieën – creëren enorme nieuwe mogelijkheden voor innovatie, productiviteitsgroei en economische verbetering. Tegelijkertijd zullen fysieke klimaatrisico’s al snel significante nieuwe economische beperkingen met zich meebrengen. De manier waarop deze krachten samenkomen zal een impuls geven aan verandering die volgens ons zal leiden tot een herstructurering van het mondiale industriële systeem. Die gedurfde claim berust niet alleen op AI en klimaatrisico’s, maar ook op de interactie van die twee met andere krachten - vraag en aanbod, en het potentieel van bedrijven om in menselijke behoeften te voorzien via een bredere en diepere samenwerking op ecosysteemniveau.
Nu krachtige megatrends de wereldeconomie voortstuwen, zien we voorkeuren veranderen en consumenten vragen om nieuwe waardeproposities. Vergrijzing en toenemende inkomensongelijkheid leiden bijvoorbeeld tot een behoefte aan diensten aan huis en thuisbezorging, gepersonaliseerde gezondheidszorg en een tweedelige opbouw van product-, merk- en prijsstrategieën (met zowel goedkope als luxe opties, maar minder in het middensegment). Tegelijkertijd maakt AI snellere, diepere data-analyse mogelijk, evenals verbeterd ontwerp en snellere processen voor prototyping en testen. Het Japanse technologiebedrijf Teijin gebruikt bijvoorbeeld AI-algoritmes om grote hoeveelheden data te analyseren, waaronder historische verkoopgegevens, markttrends en feedback van klanten. Daarmee brengt het bedrijf patronen en correlaties aan het licht die mogelijk niet meteen zichtbaar zijn voor menselijke analisten. Modellen voor machine learning helpen het bedrijf vervolgens om vraagpatronen beter te voorspellen en voorraadniveaus te optimaliseren. Coca-Cola gebruikt inmiddels TensorFlow, een opensource ontwikkelingsplatform voor machine learning, om grote datasets te analyseren, nieuwe inzichten op te doen en marketingstrategieën te verbeteren. Klanten verwachten daardoor meer afwisseling, maatwerk en kwaliteit.
De toegenomen bezorgdheid over het klimaat zorgt voor extra druk. Een PwC-onderzoek uit 2024 toont aan dat consumenten wereldwijd bereid zijn extra te betalen, tot zelfs 9,7 procent meer, voor duurzaam geproduceerde of ingekochte goederen. Aangezien de kosten vanwege fysieke klimaatrisico’s de komende jaren steeds verder zullen oplopen, zijn er voldoende prikkels voor nieuwe waardeproposities. Consumenten zullen immers steeds meer het verband zien tussen menselijk gedrag, klimaatrisico's en de gevolgen op macro- en persoonlijk niveau.
Het ontwikkelen van nieuwe waardeproposities voor klanten te midden van complexe en tegenstrijdige krachten zal de druk op organisaties vergroten. De geopolitieke fragmentatie is een uitdaging voor het wereldwijde waardecreatiesysteem waarin de huidige zakelijke leiders zijn opgegroeid. Mogelijke gevolgen zijn marktverstoring, verbroken waardeketens en verminderde toegang tot schaarse materialen zoals koper en lithium voor bedrijven in sommige regio's. De vergrijzing in de meeste westerse economieën en in een groot deel van Oost-Azië veroorzaakt tekorten aan vaardigheden, leidt tot hogere kosten en creëert een behoefte aan organisatorische en operationele innovatie om technologie beter te kunnen benutten. Fysieke klimaatrisico’s verstoren toeleveringsketens en verhogen de productiekosten.
Weinig bedrijven hebben alle competenties die ze nodig hebben om op deze krachten te reageren. Gelukkig hoeft dat ook niet. Door de digitalisering zijn de transactiekosten gedaald, waardoor bedrijven kunnen integreren met klanten en leveranciers, de traditionele sectorgrenzen vervagen en nieuwe bedrijfsmodellen ontstaan. Deze dynamiek heeft ons diensten als Uber en Airbnb en andere vernieuwende concepten gebracht en heeft dan ook een aanzienlijk potentieel voor grote, bestaande organisaties die effectiever willen concurreren door competenties van partners in te huren.
AI kan de kosten van interactie met andere organisaties verder verlagen: het kan de zoek- en informatiekosten terugdringen, historische prijsgegevens analyseren om onderhandelingen te stroomlijnen, planning en communicatie vergemakkelijken en de naleving van regelgeving en afspraken monitoren. Denk bijvoorbeeld aan het potentieel van AI om de uitwisseling van realtime data en inzichten tussen farmaceutische bedrijven en toezichthouders te vereenvoudigen, waardoor ze hun onderzoeksinspanningen nog scherper kunnen richten en verrassingen in een laat stadium kunnen vermijden. Of neem de wereldwijde retailer die AI gebruikt om de besluitvorming te versnellen en de uitval in zijn toeleveringsketen te verminderen, wat de interactie met een breed scala aan ecosysteempartners sterk heeft versoepeld. Niet heel flitsend misschien, maar als tool voor effectieve samenwerking kan het van onschatbare waarde zijn.
Het creëren van nieuwe waardeproposities maakt het voor organisaties steeds belangrijker om hun modellen voor waardecreatie verder te ontwikkelen, vaak in samenwerking met organisaties uit totaal andere sectoren. Hoe ziet dit er in de praktijk uit? Denk aan de bedrijvigheid die ontstaat wanneer autofabrikanten, accu-ontwikkelaars, technologiespelers, exploitanten van laadstations en tal van andere partijen allemaal betrokken zijn bij de ontwikkeling van elektrische voertuigen en ondersteunende infrastructuur. Tientallen samenwerkingsverbanden en andersoortige structuren brengen uiteenlopende spelers samen om in te spelen op de veranderende klantbehoeften. Door gebruik te maken van de immense kracht van samenwerkende ecosystemen, realiseren deze bedrijven dingen die ze op eigen kracht nooit voor elkaar zouden krijgen.
Bekijk je het vanuit een breder perspectief, dan zie je een constellatie van spelers die proberen te voorzien in een fundamentele menselijke behoefte: hoe we ons verplaatsen. In een tijd van onzekerheid en transitie is het heel verhelderend om de focus te leggen op basisbehoeften. Wat klanten willen, nodig hebben, verwachten en verkiezen – en hoe organisaties, samen met anderen, aan die behoeften voldoen – verandert, maar op een manier die moeilijk te voorspellen is. De fundamentele menselijke behoeften – aan voedsel, onderdak, gezondheidszorg, mobiliteit, betaalbare goederen – blijven echter bestaan. Dat geldt ook voor de behoefte aan energie, financiering, connectiviteit en rekenkracht, en aan bestuur zodat ons industriële systeem aan deze behoeften kan voldoen.
De focus leggen op menselijke behoeften is een andere manier om naar ons industriële systeem te kijken. Daarmee organiseer je dat systeem in bredere en diepere waardeclusters ('domeinen') waarin bedrijven aan menselijke behoeften voldoen door hun eigen competenties te combineren met die van ecosysteempartners en ook op nieuwe manieren met die partners samen te werken. Deze nieuwe waardeclusters begunstigen organisaties die zich verder specialiseren met nieuwe combinaties van technologie die positieve feedbackcycli creëren, en met producten en diensten die voorheen niet mogelijk waren. Aerobotics, een in Zuid-Afrika gevestigde vernieuwer op het gebied van precisielandbouw, heeft een nieuwe reeks tools en mogelijkheden geïntegreerd: drones, camera's, polymeren, borstelloze motoren, communicatie-infrastructuur, software, AI-gedreven patroonherkenning, machine vision, data-analyse, kennis over de rijpingstijd van fruit, en het vermogen om onderscheid te maken tussen schadelijke en onschadelijke insecten. Deze combinatie van noodzakelijke technologieën heeft inmiddels bewezen economisch levensvatbaar te zijn, en de lage transactiekosten hebben Aerobotics in staat gesteld om een nieuwe waardepropositie op te stellen.
We hebben dit alles analytisch geïllustreerd door de traditionele economische sectoren van vandaag (links in het onderstaande diagram) te koppelen aan die menselijke kernbehoeften (rechts), opgeschaald naar 2035.
Dit vereenvoudigde diagram geeft aan hoeveel waarde er in beweging komt tijdens de grootschalige herstructurering die momenteel aan de gang is. Omdat deze domeinen uiteenlopende economische sectoren samenbrengen, zijn ze uiteraard groter dan de traditionele sectoren en creëren ze nieuwe groeikansen voor allerlei bedrijven binnen en buiten de sectorgrenzen. Daarom noemen we ze domeinen van groei.
De fragmentering en het opnieuw combineren van lijnen in het diagram wijst op twee fundamentele realiteiten die ten grondslag liggen aan de herstructurering van het bedrijfsleven. Ten eerste, kansen. Sectoren en bedrijven veranderen niet omwille van verandering. Ze evolueren naarmate nieuwe marktdynamieken leiden tot nieuwe kansen, naarmate zakelijke leiders nieuwe mogelijkheden uitvinden en aangrijpen en naarmate concurrenten hun strategieën aanpassen. Ten tweede, onzekerheid. Hoe groot de drang tot herstructurering ook is, de snelheid en omvang ervan zijn onzeker, met name in het komende decennium. We hebben geprobeerd de implicaties van die onzekerheid te vatten door drie uiteenlopende scenario’s te ontwikkelen voor toekomstige groei.
Om te begrijpen wat er kan gebeuren binnen domeinen, kunnen we kijken naar onze bouwpraktijken: nu technologie nieuwe mogelijkheden creëert om gebouwen efficiënter te bouwen en te exploiteren, zullen traditionele activiteiten zoals vastgoed, bouw en gebouwenbeheer worden aangevuld met innovatieve concepten zoals slimme en duurzame gebouwen, gebouwtechnologie en -data, en slimme stadsinfrastructuur. Zo is IKEA, de Zweedse fabrikant en retailer van huishoudelijke artikelen, zich gaan bezighouden met stadsontwikkeling en slimme oplossingen voor steden door middel van initiatieven die worden ondersteund door op AI-gebaseerde data-inzichten, generatieve ontwerpalgoritmen en voorspellende analyse. PwC-onderzoek laat zien dat deze categorie van activiteiten over tien jaar een waarde van 14 biljoen dollar aan het mondiale bbp kan toevoegen.
De domeinen hebben ook een enorm potentieel voor bedrijven in sectoren zoals financiële dienstverlening en telecommunicatie; hun activiteiten zijn immers in al die domeinen te vinden. De telecomsector biedt een reeks zeer interessante mogelijkheden, zoals het aanbieden van verkeersbeheersystemen en de bijbehorende communicatie-infrastructuur voor slimme steden (hoe we ons verplaatsen), het ontwikkelen van toepassingen op het gebied van wearables en telezorg (hoe we de zorg regelen), het creëren van connectiviteit om met blockchaintechnologie de herkomst van voedsel te verifiëren (hoe we ons voeden), het aanbieden van realtime gegevens en analyses van verbonden gebouwen (hoe we bouwen), of het opschalen van grensoverschrijdende slimme netsystemen die de regionale uitwisseling en verhandeling van energie vergemakkelijken (hoe we brandstof en energie leveren).
Hoe opwindend dit allemaal ook klinkt, er is nogal wat afstand tussen de sectoren van vandaag en de domeinen van morgen. Zoals onze collega’s in een recent strategy+business artikel beschreven, zou het tempo van de verandering vertraagd kunnen worden door een veelheid aan factoren, waaronder enorme investeringsbehoeften, onderlinge afhankelijkheden tussen duizenden spelers, ontbrekende regelgeving, trage toepassing van technologie, terughoudendheid bij het opgeven van oude activa en enorme investeringsvereisten om die te vervangen. Hoewel deze factoren veel te divers en complex zijn om in de hele wereldeconomie te meten, hebben we getracht om, op twee manieren, economische benaderingen te creëren die als maatstaf kunnen dienen voor de grote verscheidenheid aan onzekerheden die spelen.
Kunstmatige intelligentie is slechts een deel van het verhaal over de herstructurering van de industrie. Maar als AI er niet in slaagt om een positieve productiviteitsschok te veroorzaken, zullen de mogelijkheden voor innovatie en groei afnemen, waardoor ook het tempo en de omvang van de domeinvorming zullen afnemen.
Eén kritische variabele is of leiders en bedrijven voldoende vertrouwen hebben in AI om het aan te durven de functies en taken van hun organisaties vergaand te herschikken. Dat vertrouwen zal zowel berusten op de effectiviteit van AI als op de verantwoordelijkheid waarmee AI binnen en buiten de muren van het bedrijf wordt ingezet. Ook zonder dat het volkomen uit de hand loopt of de regie over de mensheid overneemt, kan AI tot teleurstellingen leiden. Mogelijk zullen zakelijke leiders concluderen dat de risico's van diepe integratie in het hart van hun onderneming zwaarder wegen dan de verwachte productiviteitsvoordelen. Daarnaast is er de cruciale vraag wat leiders en organisaties doen met de door AI gegenereerde productiviteitswinst, hoe groot of klein die ook is. Economisch gezien gaat het erom of de door AI aangewakkerde bedrijfsinnovatie meer nieuwe taken creëert voor mensen dan het aantal taken dat ze vernietigt.
Beslissingen en acties van duizenden individuele zakelijke leiders, hun organisaties, beleidsmakers en normstellers zullen de koers bepalen. We hebben getracht deze variabiliteit op twee manieren in onze economische modellering te vangen. Enerzijds hebben we uiteenlopende aannames over de productiviteitseffecten van AI-adoptie opgenomen. Anderzijds hebben we verschillende aannames over het scheppen van werkzaamheden in het model verwerkt, omdat AI taken verricht die momenteel door mensen worden uitgevoerd.
De klimaatverandering brengt twee cruciale onzekerheden met zich mee voor het komende decennium. Een daarvan is de omvang van de economische kosten die gepaard gaan met fysieke klimaatverandering. De andere is onze reactie daarop: zullen de toenemende economische kosten van fysieke klimaatrisico’s aanleiding zijn voor meer agressieve CO2-reductie door bedrijven en overheden? Of komen we in een vicieuze cirkel terecht, waarin de toenemende kosten van klimaatschade ons vermogen ondermijnen om de CO2-reductie te financieren die in de toekomst juist gunstiger economische omstandigheden zou creëren? De tijd zal het leren.
Wat we vandaag kunnen doen is de economische dimensie van die keuzes proberen te doorgronden. In een eerder, afzonderlijk onderzoek benadrukte PwC de grote verschillen tussen enerzijds bestaande technologieën, infrastructuur en investeringen, en anderzijds de intensivering die nodig is voor snelle, grootschalige CO2-reductie. (Zo zouden bijvoorbeeld volgens schattingen van het Internationaal Energieagentschap de jaarlijkse investeringen in schone energie aanzienlijk moeten stijgen, van 1,8 biljoen dollar in 2023 tot 4,6 biljoen dollar in 2030.)
De onzekerheid rond het overbruggen van die kloof gaat gepaard met onzekerheid over het afschrijven (de 'stranding') van activa die door die nieuwe investeringen worden vervangen. PwC-experts op het gebied van klimaatverandering hebben gegevens uit marktconforme scenario’s voor klimaattransitie (voornamelijk van het NGFS en het Internationaal Energieagentschap) vertaald in een reeks mogelijkheden wat betreft het aandeel van hernieuwbare energie, prijzen voor fossiele versus hernieuwbare energiebronnen en gestrande activa in de komende tien jaar. Onze economen hebben deze gegevens vervolgens ingevoerd in hun algemene evenwichtsmodel. Zo konden ze een schatting maken van de kosten, in verschillende CO2-reductiescenario's, voor het buiten gebruik stellen van CO2-intensieve activa die worden gebruikt bij onder meer elektriciteitsopwekking, productie en mijnbouw. Dat algemene evenwichtsmodel gaat ervan uit dat alle gestrande activa vervangen worden door minder CO2-intensieve activa, waardoor er verschuivingen kunnen ontstaan in termen van investeringen, consumptie en output op sectorniveau voor de verschillende scenario's.
In de komende tien jaar zullen de onzekerheden die we zojuist beschreven hebben, botsen en interageren met andere belangrijke krachten die van invloed zijn op groei. Hoewel een breed scala aan uitkomsten mogelijk is, hebben we ons voor de toekomstbeelden gericht op drie scenario’s. Deze scenario's verschillen van de vele andere aangetroffen in managementrapporten, technologische voorspellingen, klimaatwetenschap en fictie, omdat ze uitgaan van een horizon tot 2035. Dat is te kort voor bijvoorbeeld het ontstaan van een ecotechno-utopie, of om een wereldbeeld te schetsen waarin verzuurde lucht en overstromingsgebieden het landschap domineren.
Toch zullen we de komende tien jaar wel degelijk vaart maken in de richting van een van die uitkomsten - met aanzienlijke gevolgen voor de omstandigheden waarin zakelijke leiders wereldwijd moeten opereren. Elk scenario is gebaseerd op verschillende aannames over de belangrijkste AI- en klimaatvariabelen in onze economische modellering. Alle scenario’s kunnen worden vergeleken met een basisprojectie die uitgaat van een 'business as usual'-benadering, waarbij de historische economische trends zich de komende tien jaar zonder noemenswaardige afwijkingen voortzetten. De resultaten zijn geen toekomstvoorspellingen; ze zijn slechts een middel om de mogelijke impact van deze uiteenlopende aannames op de toekomstige economische prestaties te analyseren.
In dit scenario zie we hoe de integratie en het verantwoorde gebruik van geavanceerde technologie leidt tot wijdverbreide groei van de productiviteit en werkgelegenheid, en tegelijkertijd duurzame oplossingen en innovatie bevordert. Kaders voor vertrouwen (inclusief mondiale standaarden en samenwerking) maken deel uit van dit beeld. De economische voordelen van AI kunnen aanzienlijk hoger zijn dan de gestrande vermogenskosten die gepaard gaan met ambitieuze CO2-reductie, wat kan leiden tot groeicijfers die hoger liggen dan onze basisverwachtingen voor economische groei, zelfs wanneer gecorrigeerd voor klimaatgerelateerde economische schade.
Het is heel makkelijk om je een wereld voor te stellen waar nationale en regionale belangen centraal staan, waar duurzaamheidsinspanningen worden beperkt en waar technologie meer gefragmenteerd is, minder vertrouwd wordt en minder goed in staat is om het productiviteitspotentieel van AI te realiseren. Groei zou in zo'n situatie op z'n best stabiliseren, waarbij de winst van AI praktisch teniet wordt gedaan door de kosten van de fysieke klimaatverandering. De energietransitie zou langzamer verlopen, waardoor op korte termijn minder activa zouden worden vervangen en in de toekomst grotere fysieke klimaatrisico's zouden ontstaan.
Het derde scenario gaat uit van een toekomst van zeer gefragmenteerde (lokale en individuele) belangen, ontwrichtende technologie die tot een verdeelde samenleving leidt, en opgeschorte duurzaamheidsinspanningen. Door de combinatie van conflicten, instabiliteit en toenemende onzekerheid zou het vertrouwen in technologie en de economische voordelen ervan kunnen verminderen; taken sneller worden geautomatiseerd dan er nieuwe worden gecreëerd; de werkgelegenheid afnemen en duurzaamheidsmaatregelen achterwege blijven - ten koste van de toekomst. De spanningen omtrent vrije of eerlijke handel blijven de geopolitieke verhoudingen ontwrichten en de internationale samenwerking belemmeren. De groei in dit scenario kan zelfs lager uitvallen dan de verwachte baseline.
Op korte termijn lijken invoertarieven en oplopende geopolitieke spanningen een op vertrouwen gebaseerde wereld bepaald niet dichterbij te brengen. Maar misschien gaan de economische voordelen van samenwerking op langere termijn ervoor zorgen dat de balans weer omslaat naar de andere kant. En hoewel we onmogelijk kunnen zeggen welk toekomstbeeld realiteit wordt, doet de onzekere toekomst op geen enkele manier afbreuk aan het belang van de nieuwe domeinen van groei. Om te spreken met Ilya Prigogine, de Belgische chemicus die chaos in de fysieke wereld bestudeerde: 'Onzekerheid is fundamenteel voor de menselijke creativiteit'. De huidige onzekerheid dwingt ons allemaal, als individuen en als organisaties, om precies die soorten nieuwe ideeën en oplossingen te onderzoeken die ten grondslag liggen aan de domeinen.
Ter voorbereiding op een van de drie toekomstbeelden moeten leiders nu een holistische agenda gaan opstellen voor innovatie, concurrentievoordeel en het elimineren van obstakels die vernieuwing in de weg staan. Velen zullen bovendien hun perspectief moeten verruimen om daar onzekerheid in op te nemen, een systeemvisie te ontwikkelen op de krachten die aan het werk zijn en exponentieel te denken over de toekomstige mogelijkheden.
Een algehele systeemverandering is in volle gang. Dat betekent dat organisaties net zo dynamisch moeten worden als de krachten die zich om hen heen doen gelden. Concreet betekent dit drie dingen. Ten eerste moeten ze innovatie stimuleren in hun eigen bedrijfsmodel, operationele model en energiemodel. Ten tweede is het zaak nieuwe bronnen van voordeel te benutten door op innovatieve manieren te concurreren op technologie, vertrouwen en schaars aanbod. Ten derde is het noodzakelijk factoren weg te nemen die vernieuwing blokkeren. Denk aan inertie, competentie tekorten, gebrekkige besluitvorming of discrepanties tussen zakelijke doelen en de realiteit van wet- en regelgeving. Het transformeren van dergelijke obstakels in mogelijkheden zoals deals omtrent competenties, goed op elkaar afgestemde fiscale en compliance-strategieën, effectief leiderschap en ondernemende organisaties zal bepalend zijn voor het tempo en de reikwijdte van veranderingen binnen organisaties, sectoren en de samenleving. In een begeleidend artikel, 'Je bedrijf opnieuw uitvinden om sterker te groeien', hebben we meer in detail beschreven hoe deze prioriteiten aangepakt moeten worden, met voorbeelden van bedrijven die deze reis al begonnen zijn.
Een effectief actieplan begint met een realistische beoordeling van de huidige toestand van een organisatie. Omdat organisaties progressief presteren – de prestaties van vandaag vormen de basis voor die van morgen – zijn sommige beter gepositioneerd dan andere om te gedijen in nieuwe domeinen van groei. Zolang achterblijvende bedrijven bijvoorbeeld hun gegevens niet moderniseren en hun technische schuld niet aanpakken, zullen ze AI niet ten volle kunnen benutten en zullen ze moeite hebben succes te boeken in nieuwe zakelijke ecosystemen. De essentie is dat organisaties die nu achterlopen, waarschijnlijk nog verder achterop zullen raken, ongeacht in welke markt zij actief zijn, tenzij ze een plan hebben om eerst hun achterstand weg te werken en zich vervolgens opnieuw uit te vinden.
Om anders te handelen, moeten leiders ook anders gaan denken over onzekerheid, de onderling verbonden krachten die in het spel zijn en de exponentiële mogelijkheden die voor ons liggen.
Leiders die ideeën en oplossingen hopen te ontwikkelen en op te schalen, moeten effectief kunnen omgaan met onzekerheid zodat ze van schaalvoordelen en reikwijdte kunnen profiteren en weten waar ze kunnen concurreren. De omvang van de domeinen, en van de kansen daarbinnen, en het tempo van de innovatie hangen af van het scenario dat de komende tien jaar vorm krijgt. Het is altijd makkelijker om een groot stuk van een taart te snijden, als ook de taart groter is. De strategische deelname aan de groeidomeinen wordt in minder gunstige scenario's alleen maar belangrijker. Spelers die verder kijken dan de traditionele grenzen tussen sectoren en bedrijven maken immers meer kans manieren te vinden om hun competenties te benutten en te integreren en zo te profiteren van omvang en groeikansen.
Tegelijk zal de aantrekkelijkheid van specifieke kansen variëren naargelang de toekomst die we kiezen. Als we opnieuw kijken naar 'hoe we bouwen' is het gemakkelijker om, bijvoorbeeld, realtime gegevens te verzamelen en te analyseren uit netwerken van verbonden gebouwen in een wereld van Een Op Vertrouwen Gebaseerde Transformatie. Of om in Turbulente Tijden eerder het nut te zien van gespecialiseerde verzekeringsproducten om risico’s op bouwschade als gevolg van sociale instabiliteit en cyberaanvallen te dekken. Er zijn waarschijnlijk ook stappen die in elk scenario zinvol zijn, zoals het recyclen van bouwmaterialen en het inzetten van intelligente verlichtingssystemen. Om deze en andere mogelijkheden te illustreren, hebben we hieronder voor 'hoe we bouwen' een bredere reeks toekomstgerichte kansen afgezet tegen verschillende versies van de wereld. Een diepgaande digitale ervaring brengt kansen in kaart voor alle domeinen.
Geopolitieke onzekerheden, met hun gevolgen voor wereldwijde bedrijfsstrategieën en voor de aantrekkelijkheid van marktkansen of zakendoen in specifieke regio's, zijn een steeds belangrijker element van deze dynamiek.
Leiders die begrijpen hoe de krachten die aan het werk zijn elkaar versterken, zijn beter in staat om te gaan met de dynamische systemen waar ze deel van uitmaken. Zij weten bijvoorbeeld dat AI en andere geavanceerde technologieën het potentieel voor innovatieve bedrijfs- en operationele modellen vergroten en verdiepen. Beide stimuleren de herstructurering van het bedrijfsleven en zetten waarde in beweging. Zij begrijpen de noodzaak om AI-gedreven vooruitgang en transformatie in mobiliteit, productie en energie te ondersteunen met investeringen in energienetten, energieopslag en waterstofnetten, om nog maar te zwijgen van het gebruik van CO2-afvang en -opslag. Zij zullen ook zien dat klimaatrisico’s de concurrentie om schaarse mondiale hulpbronnen en het belang van energie-innovatie vergroten; beide versterken de transformatie van bedrijfs- en operationele modellen en de herstructurering van het bedrijfsleven. En deze leiders zien in dat er veel feedback-loops zijn, waarin operationele en bedrijfsmodellen verdere technologische innovatie stimuleren; waarin innovatie op het gebied van energie en toeleveringsketens de klimaatbestendigheid bevordert; en waarin de innovatie van producten, processen en diensten zich sneller verspreid van leiders naar snelle volgersdankzij de herstructurering van het bedrijfsleven.
Een van de grote zwakheden van de menselijke geest, zo wordt vaak gezegd, is het onvermogen om de exponentiële functie te begrijpen. Dit is het moment voor leiders om zichzelf en hun managementteams uit te dagen die beperking te doorbreken. Dit is cruciaal, omdat zowel AI als de interactie van AI met andere geavanceerde technologieën exponentiële eigenschappen vertonen, en omdat klimaatrisico’s zich op een niet-lineaire manier kunnen opstapelen. Beide effecten gaan een rol spelen in de herstructurering van het bedrijfsleven. Daarom is een exponentiële mindset van onschatbare waarde voor leiders die hun concurrenten te slim af willen zijn
Zo'n exponentiële mindset stelt ons bovendien in staat te onderkennen dat we wellicht het verkeerde debat voeren over de toekomst die we creëren. De vraag is niet of we genoeg schone energie kunnen opwekken om AI aan te drijven. De vraag is hoe je AI kunt opschalen en inzetten om energie-efficiëntie in de economie als geheel te stimuleren. Het gaat er niet om of we ons de CO2-reductie kunnen veroorloven, maar of we het AI-gerelateerde productiviteits- en groeidividend kunnen omzetten in investeringen die dure klimaatrisico’s in de toekomst terugdringen. En het gaat niet om schaarste of om een strijd waarbij de winst van de één het verlies van de ander is. Het gaat om samenwerken aan doorbraken waar iedereen baat bij heeft, binnen en over domeinen heen, en die voor de toekomst meer welvaart creëren.
Global Leader, P&U and EU&R, Partner, PwC Netherlands
Tel: +31 (0)65 160 91 78