Kernpunten begroting per ministerie

Rijksbegroting 2023: de hoofdpunten per ministerie 

Op Prinsjesdag heeft het kabinet de Rijksbegroting voor 2023 aan de Tweede Kamer aangeboden. Hieronder leest u per ministerie de kernpunten van de begroting. 

Playback of this video is not currently available

0:01:41

‘Kwalitatief goede uitvoering is een grote uitdaging’

Richard Goldstein, voorzitter Publieke Sector PwC, gaat in op de uitdagingen voor de regering en de publieke sector.

Playback of this video is not currently available

0:02:07

‘Leren leven met nieuwe economische wetten’

Hoofdeconoom Jan -Willem Velthuijsen denkt dat de tijd van lage inflatie voorlopig niet terugkomt.

Ministerie van Financiën

In de Rijksbegroting voor 2023 is € 11,7 miljard voor het ministerie van Financiën (excl. Nationale Schuld) begroot. Dit is € 3,5 miljard meer dan in de begroting van 2022, waar € 8,2 miljard werd opgenomen.

Economische Stand van Zaken

  • Ondanks een sterk herstel uit de coronacrisis valt de groei van de Nederlandse economie in 2023 terug tot 1,5%. De voornaamste reden voor het afzwakken van deze groei is de afnemende koopkracht door de sterk stijgende inflatie. De ontwikkeling van de inflatie wordt vooral veroorzaakt door de stijgende energieprijzen en is sterk afhankelijk van het conflict tussen Rusland en Oekraïne. 
  • De Nederlandse werkloosheid zal in 2023 ten aanzien van 2022 licht stijgen tot 3.9% van de beroepsbevolking.  Desondanks de aanhoudende krapte en gunstige winstcijfers voor specifieke sectoren blijft de ontwikkeling van de lonen achter. 
  • De koopkracht daalt in 2022 gemiddeld met zo’n 6,8%. Dit komt voornamelijk door de hoge aanhoudende inflatie in combinatie met achterblijvende loonstijgingen. In 2023 zal het overheidsbeleid ertoe leiden dat de koopkracht gemiddeld met 3,9% stijgt.  

Staatsschuld en Begrotingssaldo

In 2022 en 2023 blijft de staatsschuld ondanks omvangrijke investeringen stabiel met resp. 49.6% en 48,8% bbp.  Deze daling van de staatsschuld is het gevolg van het ‘noemereffect’ dat veroorzaakt wordt door een stijging van het bbp als gevolg van extra gasbaten.  Overigens zorgt de hoge inflatie ook voor hogere rentelasten als gevolg van stijgende rentestanden (van -0,3% in 2021 tot 1,6% in 2023). Deze komen ten laste van het begrotingssaldo. 

Het begrotingssaldo zal in 2023 oplopen tot -2,5%, daar waar dit in 2022 nog -1.1% bedroeg. De verslechtering van dit saldo komt voornamelijk door de koopkrachtreparatie dat de regering heeft aangekondigd tegen de oplopende inflatie. Naast de stijgende kosten 

Belastingplan

De overheid heeft ervoor gekozen om het koopkrachtverlies van 6.8% in 2022 deels te repareren via het belastingplan voor 2023. De € 17,2 miljard dient de lage en middeninkomens te ondersteunen via een verhoging van de arbeidskorting en verlaging van het inkomstenbelastingtarief in de eerste schijf.  Tegelijkertijd zal de vennootschapsbelasting over winst verhoogd worden en zal de zelfstandigenaftrek versneld afgebouwd worden. Meer gedetailleerde informatie over deze plannen leest u op de  webpagina van PwC over het Belastingplan 2023.

Vergroening en Verduurzaming van de Economie

Als aandeelhouder van Gasunie, Tennet, Havenbedrijf Rotterdam en InvestNL speelt het Ministerie van Financiën een belangrijke rol in de verduurzaming van de operationele activiteiten van deze bedrijven. Dit stelt de staatsdeelnemingen in staat een belangrijke rol te spelen in de energietransitie. Zo’n € 750 miljoen is beschikbaar gesteld aan Gasunie voor het ombouwen van het bestaande gasnet naar een waterstofnet. Daarnaast stelt het kabinet € 1.7 miljard beschikbaar voor InvestNL om te investeren in de CO2-neutrale en circulaire economie. 

Belangrijke Beleidsmutaties

Naast de bovengenoemde ontwikkelingen zijn er enkele belangrijke beleidsmutaties gedaan. 

  • Overdracht WAU middelen vanuit Aanvullende Post: Op de begroting van Financiën is geld gereserveerd vanuit de Aanvullende Post ter verbetering van de dienstverlening  ICT/Uitvoering. Het gaat om een bedrag van zo’n € 107 miljoen euro in 2023, en bedraagt in de jaren 2024 t/m 2026 zo’n € 105 miljoen per jaar.
  • Ondermijning: € 21.3 miljoen is beschikbaar gesteld voor de ondermijning activiteiten van de FIOD en de Douane om te behoeve van de bestrijding van georganiseerde en ondermijnende criminaliteit. Daarnaast zal er totaal 85,6 miljoen beschikbaar gesteld worden in de jaren 2024 t/m 2026.
  • Overboeking middelen herstel toeslagen vanuit AP: In 2023 wordt er zo’n € 99.8 miljoen beschikbaar gesteld voor gemeenten ter ondersteuning van de hersteltrajecten van de toeslagen affaire.
  • Kasschuivingen: Ook zijn er enkele mutaties zijn aangebracht om te kunnen voldoen aan veranderingen en/of vertragingen van beleid. Dit betreft een horizontale verschuiving (over de jaren) binnen Financiën. In 2023 is er in totaal zo’n 1,8 miljard op de begroting erbij gekomen. Bestaande uit 368,5 miljoen van Toeslagen-herstel (uit jaar 2022) als gevolg van het later starten van bepaalde regelingen, en 1,3 miljard ter behoeve van de kapitaalbehoefte van TenneT (uit jaren 2024 t/m 2026).

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Selwyn Moons

Selwyn Moons

Partner, PwC Netherlands

+31 (0)88 792 71 07

E-mailadres

Ministerie van Defensie

De geopolitieke instabiliteit aan de oostflank van Europa geven aanleiding tot een stijging van de defensiebegroting van € 12,7 miljard in 2022 naar € 15,2 miljard voor 2023. Nederland zal in 2023 naar verwachting 1,66% van het bruto binnenlands product uitgeven aan Defensie. Dit is nog steeds onder het Europees gemiddelde, maar het vooruitzicht van de 2%-norm blijft gehandhaafd voor 2024 en 2025. Met de toegevoegde budgetten wordt allereerst de basis gevechtskracht op orde gebracht, waarmee de personele en materiële gereedheid, inzetbaarheid en wendbaarheid wordt verhoogd. Voorts transformeert Defensie naar een moderne, technologisch hoogwaardige organisatie met een sneller reactievermogen en een groter aanpassingsvermogen.

De huidige veiligheidssituatie vereist een goed uitgeruste en goed ondersteunde krijgsmacht. Dit noopt tot versnelling en verhoging van investeringen in defensiecapaciteiten. Het kabinet investeert hierbij in de versterking van de slagkracht en het afschrikkingsvermogen, haar personeel, vastgoedportefeuille, materieel en IT om hoogwaardig technologisch, informatie gestuurd te kunnen optreden in het gevecht en het dagelijks werk. Nadruk wordt gelegd op samenwerking met partners binnen de EU en de NAVO in het optreden, maar ook op het vlak van verwerving en instandhouding van materieel. Hiermee wordt de positie van Defensie op de overbelaste defensiemarkt verbeterd, de interoperabiliteit vergroot en fragmentatie van materieel verminderd. Om de versnelling mogelijk te maken heeft Defensie een behoefte aan een wendbaarder voorzien-in proces en actualiseert in 2023 het Defensie Materieelkeuze Proces (DMP) in overleg met de Tweede Kamer. Ondanks het streven tot herstel en versnelling moet toch over 2022 en 2023 in totaal 881 miljoen Euro aan investeringskosten en instandhoudingskosten worden doorgeschoven naar latere begrotingsjaren omdat deze niet kunnen worden gerealiseerd.

Nederland zal zich richten op het versterken van die capaciteiten waarin Nederland een waardevolle bijdrage kan leveren aan de EU- en NAVO-bondgenootschap. De rol van Defensie van goed werkgever wordt na de recente arbeidsvoorwaarden verder versterkt met een nieuw personeelsmodel en een meer open houding naar de maatschappij en uitwisseling van personeel. Tot slot wordt een begin gemaakt met de omvangrijke transformatie naar een toekomstbestendige vastgoedportefeuille die de taakuitvoering optimaal ondersteunt, toekomstbestendig is, bijdraagt aan de werkbeleving, die duurzaam is en die waar mogelijk nog meer met de samenleving verbonden is dan voorheen.

De begroting volgt de zes belangrijkste maatregelen uit de in 2022 gepubliceerde defensienota. Er wordt de komende jaren gewerkt aan herstel en gebouwd aan een versterkte krijgsmacht van de toekomst door te innoveren en te verbeteren terwijl Defensie zich blijft inzetten voor de vrede en veiligheid.

Hierna lichten wij enkele van de beleidsspeerpunten van Defensie toe voor het begrotingsjaar 2023 en daarna.  

Krachtige ondersteuning

De tekorten op de inzetvoorraden en gebrek aan operationele ondersteunings- en onderhoudscapaciteit worden weggewerkt om de gereedheid te verhogen en inzet langer vol te kunnen houden. Er wordt ingezet op meer vuursteun, meer inzetvoorraden (munitie, reservedelen, geneeskundige goederen), meer (o.a. geneeskundige) strategische transportcapaciteit en meer medische capaciteit. Hierbij krijgt de adaptieve krijgsmacht meer vorm door deels te steunen op capaciteiten van de civiele partners.  

Civiel militaire samenwerking

Defensie versterkt in 2023 haar rol in de nationale veiligheid. Hierdoor kan zij beter bijstand leveren, de vitale infrastructuur helpen beschermen en wordt de beschermingscapaciteit tegen chemische, biologische, radiologische en nucleaire dreigingen verder uitgebreid.

Goed werkgeverschap

Defensie moet groeien in een krappe arbeidsmarkt, hiertoe vernieuwt zij haar personeelsmodel tot een meer open model met uitwisseling van personeel binnen en buiten Defensie. Zij vergroot haar zichtbaarheid in en interactie met de maatschappij om zo meer mensen te interesseren voor een carrière binnen de krijgsmacht, ook als (deeltijd) reservist. Het behoud van personeel wordt gestimuleerd met een nieuw loongebouw, maar ook door te investeren in de uitrusting, opleiding en werkomgeving.

Een andere manier om met de personeelsschaarste om te gaan is door bepaalde administratieve processen en (stuur)informatie arbeidsextensiever en werk interessanter te maken door betere benutting van robotica, kunstmatige intelligentie en automatisering (waaronder een SAP4HANA implementatie).  

Defensie heeft als werkgever ook zorg voor haar (voormalige) medewerkers. Zij zet daartoe verder in op verbeterde veteranenzorg en een fysiek en sociaal veilige werkomgeving voor haar actief dienend personeel.

Vastgoed en ruimtelijke ordening

In 2023 wordt een begin gemaakt met de urgente transformatie tot een gereduceerde, betaalbare en toekomstbestendige vastgoedportefeuille. Hierbij wordt duurzaamheid, werkbeleving, trots en verbinding met de regio nagestreefd.

Defensie legt met haar dagelijkse operatie beslag op de schaarse ruimte in de lucht, op de grond en op de belasting van het milieu. Defensie heeft deze ruimte nodig om effectief te kunnen zijn. Dat vraagt om een inpassing van Defensie in de Nederlandse fysieke leefomgeving. Maar Defensie neemt tegelijk tal van maatregelen om haar (milieu) belasting te reduceren of te compenseren met oog voor behoud van haar effectiviteit. Denk hierbij aan energietransitie van materieel en verduurzaming als afweging binnen het voorzien-in proces van materieel en vastgoed.  

Versterking Defensie capaciteiten

De investeringsquote stijgt naar 26,2% van de begroting. Binnen het klassieke kinetisch optreden investeert Defensie hiermee in haar slagkracht door meer Pantser Houwitsers gereed te maken, fregatten en onderzeeboten te voorzien van langeafstandsraketten en munitievoorraden te verhogen. Defensie zet verder in op een versterking van het sturend vermogen (“commandovoering”) door te investeren in informatiegestuurd optreden en werken. Het Permanent Operationeel Hoofdkwartier wordt hiertoe opgericht en de IT-infrastructuur en communicatiemiddelen worden gemoderniseerd ter bevordering van de interoperabiliteit binnen Defensie en met haar (internationale) partners. Hiermee moet ook het vermogen groeien om gelijktijdig en gesynchroniseerd te kunnen optreden in meerdere domeinen in een hybride context.

Uitbreiding van de analyse- en verwerkingscapaciteit, toepassen van data science technieken en verbeterde informatiehuishouding versterken zowel de inlichtingenpositie, de commandovoering, de centrale besluitvorming, als de informatie archivering. Dergelijke technieken maken Defensie tegelijk transparanter in het kader van het Rijksbrede programma ‘Open op Orde’.

In het opkomende domein ruimte (“space”) zijn de inspanningen van Defensie gericht op het veiligstellen van communicatie en navigatie ondersteund vanuit de ruimte. Binnen het cyberdomein wordt het Defensie cyber commando versterkt en wordt verder geïnvesteerd in de digitale (offensieve) slagkracht, verdedigende of cyberbeschermingscapaciteiten en de cyberinlichtingenpositie. Defensiecapaciteiten worden ook uitgebreid om in het cyberdomein nationale (overheids)organisaties te ondersteunen.

Conclusie

Met deze begroting bouwt Defensie verder aan haar toekomst als technologie gedreven, informatiegestuurde krijgsmacht die een gewaardeerde positie inneemt binnen Nederland en haar EU- en NAVO-bondgenoten. Er wordt ingezet op innovatie en technologie om de hedendaagse problemen en dreigingen met haar bondgenoten het hoofd te bieden. De geopolitieke instabiliteit toont de noodzaak hiertoe aan. Maar de geopolitieke omstandigheden bemoeilijken tegelijkertijd, samen met de krappe arbeidsmarkt, het bouwen aan de krijgsmacht van de toekomst en vragen een alertheid en inzet van Defensie niet alleen morgen, maar ook vandaag. 

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Daniel de Jager

Daniel de Jager

Client Lead Partner voor het Ministerie van Defensie, PwC Netherlands

+31 (0)65 575 87 57

E-mailadres

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Op Prinsjesdag is de Rijksbegroting voor 2023 gepresenteerd, waarbij de zorguitgaven zijn begroot op € 103 miljard. Dit is maar liefst 6 miljard meer dan in 2022 en hiermee stijgen de zorgkosten voor het eerst uit boven de € 100 miljard. Belangrijke maatregelen om de kwaliteit van zorg te verbeteren en de zorg betaalbaar te houden zijn de afspraken uit het Integraal Zorgakkoord (IZA), het realiseren van toekomstbestendige ouderenzorg en inzetten op preventie om de mentale en fysieke gezondheid van Nederlanders te verbeteren.

Volksgezondheid is met de komst van het nieuwe Integraal Zorg Akkoord (IZA) afgelopen weken dagelijks in het nieuws geweest. Na een periode van onderhandeling is het IZA – met uitsluiting van de Landelijke Huisartsen Vereniging – afgelopen vrijdag eindelijk door alle betrokken organisaties ondertekend. Hiermee heeft het IZA een centrale rol in beleidsprioriteiten.

Nederland blijft de komende jaren meer uitgeven aan de zorg. Echter, om de zorg in de toekomst betaalbaar te houden wil het kabinet de groei van de uitgaven verlagen. In het IZA staat de ambitie om zorg voor iedereen kwalitatief goed, toegankelijk en betaalbaar te houden centraal. Om dit te realiseren wordt ingezet op de uitgangspunten van Passende Zorg, wat vraagt om fundamentele veranderingen in de Nederlandse gezondheidszorg. Om deze verandering te realiseren zijn afspraken gemaakt, inclusief budgettaire kaders waarbinnen de zorgkosten zich de komende jaren kunnen ontwikkelen. Het ministerie van VWS heeft hiervoor in samenwerking met betrokken zorgpartijen een werkagenda opgesteld. 

Hierin staan de volgende thema’s centraal:

  • Waardegedreven zorg – Samen met de patiënt, pakket en kwaliteit;
  • Regionale samenwerking;
  • Versterken van organisatie van de eerstelijnszorg;
  • Samenwerking tussen het sociaal domein, huisartsenzorg en ggz;
  • Preventie en leefstijlgeneeskunde;
  • Arbeidsmarkt en het ontzorgen van zorgprofessionals;
  • Digitalisering en betere uitwisseling van patiëntgegevens;
  • Contractering.

Aan de hand van de miljoenennota 2023 lichten we de belangrijkste punten van het Ministerie van VWS op de Rijksbegroting toe:

Het Integraal Zorgakkoord (IZA)

  • Voor de partijen die deelnemen aan het IZA is in aanvulling op de beschikbare kaders € 2,8 miljard aan transitiemiddelen beschikbaar gesteld – hiervan in 50% (€ 1,4 miljard) geoormerkt voor de MSZ, GGZ, Wijkverpleging, Huisartsenzorg en MDZ.
  • Het kabinet trekt € 300 miljoen uit om de afspraken in het IZA uit te voeren. Dit wordt ingezet voor onder meer het stimuleren van samenwerkingen binnen de curatieve zorg om hiermee passende zorg te kunnen leveren aan patiënten.
  • Met het IZA hoopt het ministerie van VWS in 2023 ongeveer € 800 miljoen om te buigen. In 2026 schatten zij dit bedrag op maar liefst € 2,3 miljard.

De totale zorgkosten blijven stijgen…

Bij ongewijzigd beleid zullen de zorguitgaven in de komende 40 jaar naar verwachting sneller groeien dan de economie.

  • Redenen voor de stijgende zorgkosten zijn onder meer de toenemende vraag naar zorg, hoge inflaties, toename van het aantal behandelmogelijkheden en looncompensaties voor zorgpersoneel.
  • Om deze kosten te kunnen dekken verwacht het kabinet dat de premie van de basisverzekering met € 11 omhoog gaat en hiermee gemiddeld komt op € 137 euro per maand.
  • Ter compensatie hiervoor wordt de zorgtoeslag in 2023 eenmalig verhoogd met € 412, en gaat daarmee met € 34 omhoog naar € 154 euro per maand. De kosten voor deze verhoging liggen op € 2,1 miljard.
  • Het verplichte eigen risico is tot 2025 vastgezet op € 385.

Preventie, mentale – en fysieke gezondheid

Het kabinet zet volop in op een gezond, fit en veerkrachtig Nederland, waarin mensen minder snel ziek worden. Dit vraagt om een sterk preventiebeleid, waarbij een gezonde leefomgeving wordt gestimuleerd. Hiervoor maakt het kabinet € 90 miljoen vrij.

  • In het kader van het Nationaal Preventieakkoord is hiervan € 31,4 miljoen beschikbaar gesteld voor de realisatie van maatregelen met betrekking tot een rookvrije generatie en het tegengaan van problematisch alcoholgebruik.
  • Ook wordt er € 28,9 miljoen aan subsidies verstrekt voor partijen die zich inzetten op een gezonde leeftijd, gezonde voeding en gezond gewicht.

Toekomstbestendige ouderenzorg

Als gevolg van de vergrijzing blijft het aantal ouderen stijgen. Veel ouderen willen echter zo lang mogelijk thuis blijven wonen en de regie blijven houden over hun eigen leven. Om te zorgen dat ouderen langer thuis kunnen blijven wonen met een betere kwaliteit van leven, stelt het Kabinet middelen beschikbaar om aan deze behoefte te kunnen voldoen.

  • Er wordt € 280 miljoen gereserveerd voor het Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO)-programma.
  • Dit geld wordt ingezet voor het realiseren van geclusterde woonvormen, waarbij ouderen langer in hun vertrouwde omgeving kunnen blijven wonen en langer zelfredzaam zijn met behulp van technische innovaties.

Jeugd en jeugdzorg

Betrokken partijen in de jeugdzorg zijn het er unaniem over eens dat er flinke hervormingen nodig om te zorgen dan kinderen en gezinnen worden voorzien van de juiste zorg op de juiste plek, en om de houdbaarheid van het systeem te borgen.

  • Het kabinet zet daarom in op noodzakelijke hervormingen van de jeugdzorg waarbij 5 leidende principes worden gehanteerd: 1) Passende zorg voor kwetsbare kinderen en jongeren , 2) Versterken veerkracht van kinderen en gezinnen, 3) Minder marktwerking, meer samenwerking en betere zorginkoop, 4) Verbetering kwaliteit en effectiviteit van jeugdzorg en 5) Efficiëntere samenwerking in het sociaal domein.
  • Het kabinet stelt voor daarom € 1,45 miljard extra beschikbaar voor jeugdzorg – hierbij gaat het kabinet ervan uit dat gemeenten inzetten op besparingsmaatregelen voor een bedrag van € 374 miljoen op de jeugdzorguitgaven in 2023.

Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) en Eerstelijnszorg

  • In het kader van het IZA is er zowel in 2023 als in 2024 € 30 miljoen aan subsidies gereserveerd om de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de GGZ  te bevorderen.  
  • Ook voor de eerstelijnszorg is er in 2023 een bedrag van € 14,7 miljoen beschikbaar gesteld voor het verstrekken van subsidies om de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de eerstelijns zorg te stimuleren.

Pandemische paraatheid

COVID-19 heeft de afgelopen jaren aanzienlijke impact gehad op de bestedingen van het ministerie van VWS. Om een eventuele pandemie het hoofd te bieden wordt in 2023 € 208 miljoen vrijgemaakt voor pandemische paraatheid:

  • Hiervan is € 86 miljoen gereserveerd voor het vaccineren van specifieke groepen door huisartsen of zorginstellingen.
  • Ook is € 13 miljoen begroot voor onderzoek met betrekking tot bestrijding van Covid-19 en € 8 miljoen voor de kosten van mogelijke quarantaine mogelijkheden.
  • Daarnaast zijn er middelen gereserveerd voor onder meer versterking van de GGD’en, digitale infrastructuur in de publieke gezondheidszorg en voor het opzetten van een Landelijke Functionaliteit Infectieziektebestrijding (LFI) die bij een nieuwe pandemie op zullen treden en daarmee betere instrumenten hebben om een virusuitbraak tegen te gaan.

Een blik vooruit

Momenteel staan de overheidsfinanciën er goed voor, maar voor de lange termijn noemt het kabinet de vergrijzing als grote onzekerheid.

  • De vergrijzing zal de komende jaren flink oplopen. Dit heeft een sterke invloed op de overheidsfinanciën en vormt een groot vraagstuk voor toekomstige overheidsuitgaven.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Willeke Bakker

Willeke Bakker

Partner, Amsterdam, PwC Netherlands

+31 (0)61 089 31 82

E-mailadres

Ministerie van Justitie en Veiligheid

De totale begroting voor het ministerie van Justitie en Veiligheid komt voor 2023 neer op € 19,6 miljard. Dit is € 4,3 miljard hoger dan in de begroting van 2022, waar € 15,3 miljard werd opgenomen. Het kabinet investeert breed in het versterken van de rechtsstaat en in migratie.

Een versterkte rechtsstaat

Voortbouwend op het Coalitieakkoord zet het ministerie van Justitie en Veiligheid in op het versterken van de rechtsstaat om aanhoudende criminaliteit vanuit de georganiseerde misdaad en toenemende digitale dreigingen het hoofd te kunnen bieden. 

Voor deze versterking wordt € 276 mln geïnvesteerd in de politieorganisaties. Een overgroot deel hiervan, € 176 mln, vloeit voort uit de motie-Hermans in tijden van het demissionair kabinet en ziet onder andere toe op politieonderwijs, ICT-voorzieningen, versterkte opsporing van de Landelijke Eenheid en politie in de wijk.

Verder wordt € 100 mln geïnvesteerd in de justitiële keten om met name het Openbaar Ministerie en de Rechtspraak toekomstbestendig te maken. Ook wordt € 139 mln uitgetrokken voor de modernisering van het Wetboek van Strafvordering en gaat € 100 mln uit naar het voorkomen van jeugdcriminaliteit, het helpen van verwarde personen en het verkleinen van de kans op recidive.

Tot slot wordt € 126 mln ingezet om de publieke dienstverlening te versterken, zowel voor de kwantitatieve als kwalitatieve verbetering van de personeelscapaciteit. 

Blijvende inzet op aanpak ondermijning

In lijn met het beleid van afgelopen jaar wordt er ook in 2023 blijvend ingezet op de aanpak van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit. Er wordt vanuit het coalitieakkoord € 40 mln ingezet en ook politie (€ 63 mln), de Rechtspraak (€ 13 mln) en Dienst Justitiele Inrichtingen (€ 34 mln) krijgen extra middelen tot hun beschikking voor de aanpak van ondermijning. Verder wordt € 18 mln aan structurele middelen beschikbaar gemaakt voor de FIOD, de Belastingdienst en de Douane voor de bestrijding van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit. 

Migratie

Vanuit JenV wordt in EU-verband ingezet op heldere afspraken omtrent terugkeer, grensbewaking en het terugdringen van irreguliere migratie. In navolging van de oorlog in Oekraïne wordt er geïnvesteerd in het Nationaal programma Oekraïense Vluchtelingen (€ 130 mln), de opvang van ontheemden uit Oekraïne (€ 995 mln) en de doorstroom van migratie (€ 85 mln). Deze investeringen moeten zorgen voor meer opvangplekken en een snellere afhandeling van de asielprocedures.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Liesbeth van der Maat

Liesbeth van der Maat

Partner People & Organisation, Amsterdam, PwC Netherlands

+31 (0)88 792 72 74

E-mailadres

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

In de Rijksbegroting voor 2023 is ruim € 9,3 miljard voor het ministerie van BZK begroot. Dit is hoger dan in de begroting van 2021, waar € 8.1 miljard werd opgenomen. De toename wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door maatregelen in de huurmarkt en uitgaven aan verduurzaming. Daarnaast worden er middelen uitgetrokken voor de digitalisering en dienstverlening van de overheid.

Woningbouw en betaalbare huur

  • De huurtoeslag wordt verhoogd via een verlaging van de opslag op de eigen bijdrage (van € 16,94 naar €0). Daarnaast zorgt de koppeling aan het verhoogde minimumloon voor extra uitgaven aan huurtoeslag. Tezamen leidt dit tot en extra besteding van € 350 miljoen op de begroting.
  • De inkomensafhankelijke huurverlaging voor huishoudens in huizen van woningcorporaties wordt een jaar vervroegd, van 2024 naar 2023. Daardoor is er minder recht op huurtoeslag waardoor de uitgaven dalen met € 114 miljoen.
  • In 2019 besloot het kabinet  € 1 miljard vrij te maken in het kader van de ‘woningbouwimpuls’. Deze wordt in 10 tranches van € 100 miljoen per jaar overgeheveld naar de BZK-begroting. Deze middelen zijn bedoeld om de bouw van 900.000 extra woningen aan te jagen. In deze begroting is de vijfde tranche van € 222 miljoen overgeheveld van het ministerie van Financiën naar de BZK-begroting.

Brede Welvaart en Verduurzaming

  • Het kabinet maakt in 2023 en 2024 jaarlijks € 150 miljoen vrij voor het ondersteunen van huishoudens bij het nemen van energiebesparende maatregelen via het Nationale Isolatieprogramma. Daarnaast wordt het gereserveerde budget voor het Nationaal Isolatieprogramma in 2023 van € 60 miljoen overgeheveld naar de begroting van BZK.
  • In het Coalitieakkoord werd € 900 miljoen vrijgemaakt voor het voortzetten van de Regio Deals waarin publiek-private samenwerkingsprojecten de Brede Welvaart versterken. Deze middelen worden in tranches overgeheveld naar de BZK-begroting. In de begroting is de vierde tranche met een bedrag van € 284 miljoen overgeheveld van het ministerie van Financiën naar de BZK-begroting.

Dienstverlening en digitalisering

  • In het Coalitieakkoord is ten behoeve van de verbetering van dienstverlening en uitvoering van de overheid het programma Werk aan Uitvoering voortgezet. De verdeling van de gereserveerde budgetten over de departementen leidt via de BZK-begroting tot een uitgave van € 56 miljoen in 2023 oplopend tot € 92 miljoen in 2027, gericht op (digitale) gegevensregistratie en -beheer en de loketfunctie van gemeenten en uitvoeringsorganisaties. 
  • Na jaren van incidentele budgetoverhevelingen wordt vanaf 2023 de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) structureel centraal gefinancierd op de BZK-begroting. De GDI faciliteert de digitale toegang tot de overheid en de digitale communicatie tussen overheid en burgers, bedrijven en medeoverheden. Ten behoeve van de centralisatie van de financiering worden de gereserveerde middelen, en de budgetten voor doorontwikkeling en innovatie, op alle andere departementale begrotingen verplaatst naar de BZK-begroting. Dit behelst een verschuiving van circa € 220 miljoen.
  • In reactie op het rapport van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag wordt extra geld gestoken in het op orde brengen van de informatiehuishouding van de overheid. De extra uitgaven voor 2023 ter waarde van € 20 miljoen zijn uit de BZK-begroting gehaald en verdeeld zodat ze nu ten laste komen van de begrotingen van andere departementen.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Selwyn Moons

Selwyn Moons

Partner, PwC Netherlands

+31 (0)88 792 71 07

E-mailadres

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

In de begroting voor 2023 is € 12,9 miljard voor het ministerie van IenW begroot. Dit is een stijging ten opzichte van de begroting van 2022, waar € 11,1 miljard werd opgenomen. Naast middelen voor de klimaataanpak en energietransitie, maakt het kabinet ook extra middelen vrij voor de investeringen in de infrastructuur die volgen uit de opgave van het bouwen van nieuwe woningen.

Bereikbaarheid

  • In 2023 wordt ruim € 700 miljoen geïnvesteerd in de ontwikkeling van het hoofdwegennet en ruim € 500 miljoen in de ontwikkeling van het spoorwegennet.
  • Daarnaast is de komende 10 jaar is € 7,5 miljard vrijgemaakt voor de ontsluiting van onder andere de nieuwe woningen in de 17 grote NOVEX- woningbouwlocaties. De precieze verdeling van de beschikbaar gestelde middelen dient in samenwerking met de ministeries van BZK, EZK en LNV en de medeoverheden bepaald.

Veiligheid

  • In samenwerking met decentrale overheden en maatschappelijke partners zet IenW in op een betere verkeersveiligheid door een strategisch plan verkeersveiligheid op te stellen.
  • Daarnaast trekt het kabinet € 25 miljoen in 2023 uit voor het verbeteren en veiliger maken van Rijks- en N-wegen. Dit bedrag loopt de komende jaren verder op tot in totaal € 200 miljoen.

Duurzaamheid en transities

De klimaatcrisis vraagt onder andere om een verandering in mobiliteit. Het kabinet wil  mobiliteit slimmer en duurzamer maken, en investeert  € 253 miljoen in de volgende maatregelen:

  • De uitrol van laadinfrastructuur en de ingroei van emissieloze auto’s versnellen.
  • Vanaf 2025 zakelijk elektrisch leasen verplichten.
  • Stimuleren van fietsgebruik, duurzame logistiek en innovatie voor verslimming van mobiliteit.
  • Implementatie van een CO2-plafond voor bedrijven van 100 werknemers of meer vanaf 2023.

Daarnaast wil het kabinet de luchtvaart en binnenvaart verduurzamen door:

  • Schiphol en andere luchthavens CO2-plafond te geven. Schiphol moet daarnaast vanaf eind 2023 krimpen van 500.000 naar 440.000 vluchten per jaar. 
  • In te zetten op verduurzaming van de luchtvaart door middelen voor innovatie en flankerend beleid beschikbaar te stellen vanuit het nationaal groeifonds, oplopend tot € 383 miljoen.
  • € 50 miljoen uit te trekken voor verduurzaming van de binnenvaart

Klimaatadaptatie

  • IenW begroot tussen 2022 en 2027 € 800 miljoen voor het Deltaprogramma Zoetwater om Nederland weerbaar te maken tegen gevolgen van klimaatverandering, zoals droogte.
  • Daarnaast investeert IenW 2023 € 653 miljoen in de waterveiligheid. 
  • In het transitiefonds heeft het kabinet € 811 miljoen vrijgemaakt om tot en met 2027 de ecologische toestand van het water in Nederland te verbeteren.

Beheer, onderhoud en toekomstbestendig maken van de infrastructuur

  • De Nederlandse infrastructuur staat bekend als de beste infrastructuur van de wereld. Een groot deel van de infrastructuur is vanaf de jaren 50 aangelegd en is inmiddels verouderd. Tezamen met een steeds intensiever gebruik en de eisen die ontwikkelingen omtrent klimaat, duurzaamheid en (cyber)veiligheid aan de infrastructuur stellen, resulteert dit in de behoefte aan extra inspanning om het benodigde kwaliteitsniveau van de Nederlandse infrastructuur te handhaven. Ten behoeve van deze inspanning is er tot en met 2025 voor € 2,5 miljard aan het Mobiliteitsfonds en € 360 miljoen aan het Deltafonds toegevoegd.
  • In 2023 investeert IenW € 4,1 miljard in het onderhoud van wegen, spoor, vaarwegen en waterkeringen.
  • Daarvan gaat € 2 miljard naar spoor, ruim € 1,1 miljard naar wegen, € 600 miljoen naar vaarwegen en € 400 miljoen naar waterbeheer zoals dijken.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Fons Kop

Fons Kop

Partner, Amsterdam, PwC Netherlands

+31 (0)62 030 25 70

E-mailadres

Ministerie van Buitenlandse Zaken

In de Rijksbegroting voor 2023 is € 16,9 miljard voor het ministerie van Buitenlandse Zaken begroot. Dit is meer dan in de begroting van 2021, waar € 14,0 miljard voor BZ werd opgenomen. Hiervan is € 13,0 miljard voor Buitenlandse Zaken en € 3,9 miljard voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Van het aandeel Buitenlandse Zaken is € 11,6 miljard opzijgezet voor effectieve Europese samenwerking.

Geopolitiek terug van nooit weggeweest 

Wereldwijde uitdagingen en geopolitieke aardverschuivingen beïnvloeden het Nederlandse buitenlandbeleid, zowel in 2023 als daarna. Het ministerie ziet nauwe samenwerkingen met partners en bondgenoten, zoals Europese samenwerking, als essentieel. Een leidende rol van Nederland is hiervoor nodig.

Effectieve Europese samenwerking

Het kabinet zet in op het versterken en eerlijker maken van de interne markt en het versnellen van de groene en digitale transities (de dubbele transitie). Het kabinet wil een voortrekkersrol nemen in de EU waarbij wordt samengewerkt met andere lidstaten en internationale partners om bij te dragen aan een slagvaardige, economisch sterk, weerbare en concurrerende Unie. Voor effectieve Europese samenwerking is € 11,6 miljard uitgetrokken.

Versterken internationale veiligheid

Door veranderende machtsverhoudingen en instabiliteit rond Europa investeert het kabinet in toenemende mate in het militaire vermogen van de EU en een gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB). Cyber Diplomatie is daarnaast prioriteit waarvoor in 2022 een nieuwe Internationale Cyberstrategie wordt gepresenteerd. Er wordt ingezet op een versterkte aanpak van grensoverschrijdende en ondermijnende criminaliteit waarbij een geïntegreerde aanpak en samenwerking in internationaal verband nodig is.

Waarden, democratie en internationale rechtsorde

Nederland zet zich in om het krimpen van de democratische ruimte wereldwijd tegen te gaan. Dit vraagt om intensivering van de relatie met landen, buiten de EU en de NAVO, die waarden op het terrein van rechtsstaat en democratie delen. De bevordering van mensenrechten is een kernelement van het Nederlands buitenlandbeleid.

Nederlanders wereldwijd, consulaire zaken en postennet

Het ministerie werkt naar een consulaire crisisorganisatie zodat Nederlanders snel en efficiënt de hulp en informatie krijgen die ze nodig hebben. Daarnaast zet het kabinet  in op uitbreiding van de capaciteit op de posten. Voor deze versterking wordt in 2023 € 29 miljoen extra ingezet. 

Ministerie van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS)

Voor het ministerie van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking is € 3,9 miljard begroot. BHOS verdeelt de beleidsprioriteiten voor 2023 in drie categorieën: 

  • Handels- en investeringsagenda 
  • Ontwikkelingssamenwerking
  • Nederlandse oplossingen voor wereldwijde uitdagingen 

Deze laatste categorie refereert aan de in juni gepubliceerde strategie voor BHOS “Doen waar Nederland goed in is”. Deze strategie is opgesteld naar aanleiding van het coalitieakkoord.

Voorzetten van effectief ontwikkelingssamenwerkingsbeleid 

Het ministerie zet in op het effectief voortzetten van haar ontwikkelingssamenwerkingsbeleid en verhoogt het budget met € 300 miljoen in 2022 t/m 2024 en vanaf 2025 met € 500 miljoen. Daarnaast is besloten om structureel € 150 miljoen extra te besteden aan humanitaire hulp.

Creëren van synergie door combinatie van buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking

Het kabinet wil Nederlandse oplossingen inzetten voor wereldwijde uitdagingen, met daarin de nadruk op verduurzaming en digitalisering. Nederlandse kennis en kunde wordt gekoppeld aan uitdagingen omtrent verduurzaming en/of digitalisering in ontwikkelingslanden. De keuze om deze twee transities te koppelen komt voort uit de BHOS-strategie. Voor het initiëren van succesvolle initiatieven op dit gebied is extra budget vrijgemaakt, oplopend tot € 190 miljoen structureel.

Ten slotte geeft het ministerie aan te werken aan een aantal strategieën die volgen als verlengde van de BHOS-strategie: de Afrika Strategie, de internationale Klimaatstrategie, de Global Health strategie en de Grondstoffenstrategie. 

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Anton Koonstra

Anton Koonstra

Partner, Industry Leader Consulting Public Sector, Amsterdam, PwC Netherlands

+31 (0)65 150 10 46

E-mailadres

Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

In de begroting voor 2023 is bijna € 16 miljard voor het ministerie van EZK begroot. Dit is hoger dan in de begroting van 2022, waar € 8.1 miljard werd opgenomen. Het ministerie richt zich met name op de energietransitie en duurzame groei.

Economisch beeld

De Nederlandse economie is sneller dan verwacht hersteld van de Covid-19 pandemie. De steunpakketten van begin 2020 zijn inmiddels beëindigd. Inmiddels wijzen de economische vooruitzichten nog op groei, maar zijn omgeven met grote onzekerheden. Zo raakt de hoge inflatie, veroorzaakt door hoge energieprijzen, de koopkracht van iedereen. Volgens het CPB daalt de koopkracht in 2022 met 6,8 procent en herstelt de koopkracht deels in 2023 door tijdelijk beleid (koopkracht stijgt met 3,9% in 2023). Tegelijkertijd zorgt de krappe arbeidsmarkt dat de werkloosheid naar verwachting laag blijft. Na de hoge economische groei van 2021 en een deel van 2022, verwacht het CPB dat de groei in 2023 afzwakt tot 1,5%.

Aanpak stijgende energiekosten

Om de gevolgen van de stijgende energieprijzen en de daarmee gepaard gaande oplopende inflatie voor burgers te dempen zet het kabinet de volgende maatregelen in:

  • Het kabinet wil vanaf 1 januari 2023 een tijdelijk prijsplafond invoeren voor gas en elektriciteit. Via een tussenoplossing verwacht het kabinet dat vanaf 1 november het termijnbedrag voor huishoudens omlaag kan.
  • Het kabinet verlengt de verlaging van de accijns op brandstof tot juli 2023. Daarvoor trekt het kabinet € 1,2 miljard uit
  • Bedrijven die aardgas winnen in Nederland gaan over dat deel van de omzet dat is behaald doordat de gasprijs zo hoog is, extra belasting betalen

Lange termijn verdienvermogen

Om het lange termijn verdienvermogen te borgen zet het kabinet in op een succesvolle en tijdige energie- en klimaattransitie. 

  • Middels het Actieplan Groen en Digitale banen zet het kabinet in op het terugdringen van het tekort aan personeel in de IT. 
  • Ook het Nationaal Groeifonds zal bijdragen aan het Nederlandse verdienvermogen. Daar is in 2023 € 1,6 miljard voor gereserveerd.

Duurzaam Nederland

Op het gebied van verduurzaming staat Nederland voor een ongekende transitie. Leveringszekerheid en onafhankelijkheid van Russisch gas en olie zijn belangrijke doelen, evenals het toewerken naar een duurzaam, fossielvrij en circulair Nederland in 2050: 

  • Aanvullend op klimaatmaatregelen komt er t/m 2030 een Klimaatfonds om reductiedoelstellingen in de Klimaatwet te behalen. 
  • Eind 2022 wil Nederland van Russisch gas af. Winning van olie en gas op de Noordzee wordt daarmee extra belangrijk, om zo in de toekomst de gasopslagen te kunnen vullen. 

Ondernemend Nederland

Het kabinet stelt dat er diverse randvoorwaarden van belang zijn om Nederlandse welvaart ook in de toekomst te behouden:

  • Strategisch industriebeleid en economische veiligheid: bedrijven worden ondersteund in hun ambities om te verduurzamen, digitaliseren en hun internationale positie te behouden. 
  • Duurzame industrie: er worden stappen gezet om de circulaire economie te versterken. Verduurzaming in de energie-intensieve industrie wordt gestimuleerd middels normering en beprijzing.
  • Innovatie: EZK bevordert innovatie met middels het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid waarbij maatschappelijke uitdagingen aan verdienvermogen gekoppeld wordt. Ook heeft het kabinet € 500 miljoen beschikbaar gesteld voor het versterken van toegepast onderzoek. 

Digitale economie 

Het kabinet wil de kansen die de digitalisering met zich meebrengt benutten. Daarom wordt in 2023 de samenwerking met Europese lidstaten versterkt. Ook wordt er geïnvesteerd in AI en cloud-technologie. 

Gaswinning Groningen

Er wordt blijvend ingezet op het zo snel en verantwoord mogelijk stoppen met de gaswinning in Groningen. Het kabinet blijft daarnaast inzetten op een vergoeding voor de schade en het versterken van huizen, Daarnaast wordt gewerkt aan nieuw toekomstperspectief voor de regio. Zo is er € 3 miljard gereserveerd voor de aanleg van de Lelylijn. 

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Gülbahar Tezel

Gülbahar Tezel

Partner, Amsterdam, PwC Netherlands

+31 (0)61 391 56 71

E-mailadres

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

In de begroting voor 2023 is € 101,6 miljard voor het ministerie van SZW begroot. Dit is hoger dan in de begroting van 2022, waar € 94,6 miljard werd opgenomen. Naar verwachting stijgen de uitgaven aan Sociale Zaken de komende jaren verder, onder andere als gevolg van een stijging van de AOW- en WIA-uitgaven en de invoering van de inkomensafhankelijke kinderopvangtoeslag.

Na coronacrisis, nieuwe uitdagingen voor Nederland

De Nederlandse economie heeft zich na de coronacrisis veerkrachtig getoond, waardoor het merendeel van de steunmaatregelen per 1 april 2022 is beëindigd. Ondertussen heeft Nederland te maken met nieuwe uitdagingen, zoals de toestroom van Oekraïners, krapte op de arbeidsmarkt en de hoge inflatie. Het kabinet heeft voor deze uitdagingen diverse maatregelen gepresenteerd.  

Verhoging minimumloon en AOW

  • Het wettelijk minimumloon (inclusief het minimumjeugdloon) stijgt per 1 januari 2023 met in totaal 10,15% (reguliere indexatie en bijzondere verhoging). Het minimumjeugdloon stijgt mee met het wettelijk minimumloon.
  • De koppeling tussen de AOW en het minimumloon blijft behouden. De AOW stijgt mee met de verhoging van het minimumloon.
  • De kosten van de verhoging van de AOW worden gefinancierd door het het stapsgewijs afschaffen van de aanvullende Inkomensondersteuning IOAOW, het terugdraaien van de voorgenomen verhoging van de ouderenkorting en het afschaffen van de fiscale oudedagsreserve (FOR).

Aanvullende koopkrachtmaatregelen

De forse inflatie heeft een grote impact op de koopkracht van huishoudens. In 2023 worden daarom aanvullende koopkrachtmaatregelen van ruim € 15 miljard genomen. De belangrijkste maatregelen: 

  • Er wordt ruim € 730 miljoen beschikbaar gesteld voor een verhoging van het kindgebonden budget met € 356. Het maximale budget voor een derde kind of verder wordt verhoogd met € 468. 
  • De energietoeslag van maximaal € 1.300 voor huishoudens tot 120 procent van het sociaal minimum wordt verlengd in 2023. Tevens krijgen gemeenten dit jaar al de mogelijkheid om een deel van de energietoelage (€ 500) van volgend jaar uit te keren.
  • Het kabinet wil als tijdelijke maatregel een prijsplafond voor energie instellen voor het jaar 2023. Het is wel de bedoeling dat al vanaf 1 november 2022 de termijnbedragen worden verlaagd. Het kabinet schat dat het prijsplafond voor een gemiddeld huishouden een korting van € 2.280 op jaarbasis betekent.

    De invulling van de maatregelen wordt de komende periode nader uitgewerkt. De exacte kosten van het prijsplafond zijn nog onduidelijk, maar worden geschat op € 15 miljard. Het kabinet gebruikt in ieder geval een reservering van € 5,4 miljard voor de verlaging van de energiebelasting hiervoor.

Flexibilisering van de arbeidsmarkt

Het kabinet is van plan om de positie van flexibele werknemers in tijdelijke contracten, oproepcontracten en uitzendcontracten te verbeteren. De voorstellen van het kabinet zijn opgenomen in de hoofdlijnenbrief over de arbeidsmarkt die in juli 2022 naar de Tweede Kamer is gestuurd.

In 2023 wordt verder gewerkt aan de ambitie van het kabinet om de beoordeling van arbeidsrelaties te verduidelijken. Daarbij zal het kabinet met name inzetten op het tegengaan van schijnzelfstandigheid. 

Duurzame inzetbaarheid en leven lang ontwikkelen

Er is een groot aantal subsidiemaatregelen voor duurzame inzetbaarheid, om- en bijscholing en ontwikkeladvies voor werknemers, zelfstandigen en werkzoekenden opgenomen in de begroting. Er is in 2023 onder andere ruim € 285 miljoen beschikbaar voor de uitbetaling van subsidies voor de STAP-regeling. 

Kinderopvang

Het kabinet heeft het voornemen om het kinderopvangstelsel grondig te hervormen, met als doel een financieel toegankelijker stelsel met minder complexiteit en minder kans op terugvorderingen. Deze stelselhervorming zou ten goede van de arbeidsparticipatie van (met name) jonge ouders moeten komen. Per 2023 wordt onder andere de koppeling gewerkte uren (KGU) losgelaten. De KGU leidde tot te (hoge) terugvorderingen. Door het loslaten van de koppeling bestaat dan recht op kinderopvangtoeslag, onafhankelijk van het aantal gewerkte uren per maand.

In het kader van de hervorming van de kinderopvangtoeslag heeft het kabinet er voor gekozen om per 1 januari 2025 de inkomensonafhankelijke vergoeding voor de kinderopvangtoeslag vast te stellen op 96% (dit was 95% in het Coalitieakkoord). 

Pensioenen

  • Vanaf 1 januari 2023 (beoogde inwerkingtredingsdatum wetgeving) zal het Nederlandse pensioenstelsel ingrijpend worden hervormd. Het pakket aan wijzigingen rondom het nieuwe pensioenstelsel komt samen in de Wet toekomst pensioenen. In maart 2022 is de concept-wetgeving met de Tweede Kamer gedeeld. De concept-wetgeving is op dit moment nog in behandeling in de Tweede Kamer. Als gevolg van de stelselwijziging moeten (nagenoeg) alle pensioenregelingen op de schop de komende jaren. Meer informatie is te vinden in ons verdiepende artikel.
  • In 2021 is de wet Bedrag ineens, RVU en verlofsparen aangenomen. Het onderdeel ‘bedrag ineens’ is vanwege uitvoeringsproblemen uitgesteld. Middels het wetsvoorstel Wet bedrag herziening ineens worden deze problemen verholpen. Zo wordt in het wetsvoorstel de doelgroep voor het uitgestelde uitbetalingsmoment voor het bedrag ineens beperkt. De (beoogde) datum van inwerkingtreding is 1 juli 2023.
  • De Wet pensioenverdeling bij scheiding zal in werking treden per 1 januari 2027. Eerder zou de wet per 2022 in werking treden, maar vanwege samenhang met de Wet toekomst pensioenen is besloten de inwerkingtreding op te schuiven.  Het kabinet is wel voornemens om enkele elementen uit de wet via overbruggingsmaatregelen al eerder te introduceren. Door de wet wordt het ouderdomspensioen in de toekomst automatisch verdeeld bij scheiding tussen de ex-partners indien zij geen actieve keuze maken over de verevening of conversie van hun pensioen. Daarnaast wordt pensioenconversie de standaard bij echtscheiding, in plaats van verevening. Ook wordt de hoogte van het bijzonder partnerpensioen beperkt tot de periode waarin de ex-partners gehuwd waren.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Bastiaan Starink

Bastiaan Starink

Partner, Amsterdam, PwC Netherlands

+31 (0)65 375 58 28

E-mailadres

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

In de Rijksbegroting voor 2023 is ruim € 49,7 miljard voor het ministerie van OCW begroot. Dit is hoger dan in de begroting van 2022, waar € 48 miljard werd opgenomen. De toename wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de uitgaven aan het herstel van koopkracht van studenten en een structurele toename van de middelen voor het mbo.

MBO

  • Het kabinet maakt structureel € 350 miljoen voor het mbo vrij. Hiermee wil het kabinet een betere aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt bewerkstelligen en een impuls geven aan de kwaliteit en innovatie van het onderwijs.
  • Daarnaast zet het kabinet in het mbo ook in op meer kansengelijkheid door financiering van mbo-niveau 2 op orde te brengen en in te zetten op stageplekken voor alle studenten.

Koopkracht studenten

  • Het kabinet trekt eenmalig € 500 miljoen uit om uitwonende studenten tegemoet te komen voor hun gestegen lasten. Dit bedrag zet het kabinet in om incidenteel de basisbeurs voor uitwonende studenten te verhogen met € 165 per maand in het studiejaar 2023/2024. Deze verhoging geldt voor één jaar en is van toepassing op uitwonende mbo-, hbo- en universitaire studenten.

Regeerakkoord

  • De overige plannen in de OCW-begroting zijn in lijn met het Regeerakkoord.
  • Zo trekt het kabinet in totaal € 3,3 miljard uit voor beter onderwijs en meer kansengelijkheid. Hiervan besteedt het kabinet jaarlijks 1 miljard euro voor het verbeteren van basisvaardigheden. Verder is er in het Onderwijsakkoord afgesproken dat leraren en ander personeel in het primair onderwijs evenveel gaan verdienen als hun collega’s in het voortgezet onderwijs, waarvoor ruim € 900 miljoen wordt ingezet. Daarnaast trekt het kabinet € 300 miljoen uit voor het aanpakken van de werkdruk in het voortgezet onderwijs. Voor het bijscholen van leraren en schoolleiders stelt het kabinet structureel € 128 miljoen ter beschikking. Ook stelt het kabinet structureel € 1 miljard beschikbaar om de Agenda Kansengelijkheid uit te kunnen voeren.
  • Voor het hoger onderwijs en onderzoek stelt het kabinet via het zogenaamde wetenschapsfonds de komende tien jaar € 5 miljard beschikbaar voor investeringen in het hoger onderwijs en onderzoek.
  • Ook trekt het kabinet € 1 miljard uit voor een tegemoetkoming voor de studenten die geen recht hebben gehad op de basisbeurs

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Anton Koonstra

Anton Koonstra

Partner, Industry Leader Consulting Public Sector, Amsterdam, PwC Netherlands

+31 (0)65 150 10 46

E-mailadres

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

In de begroting van 2023 is € 2,9 miljard voor het ministerie van LNV begroot. Dit bedrag is hoger dan in het jaar 2022 is begroot (€ 1.9 miljard). In de begroting ligt de nadruk op een integrale aanpak voor stikstof, water, klimaat en natuur.

Aanpak stikstofproblematiek

Naast drie speerpunten, versterken natuur en biodiversiteit, een duurzame Nederlandse landbouw, tuinbouw en visserij, en brede welvaart in het landelijk gebied, richt LNV zich ook op de aanpak van de stikstofproblematiek. Om de uitstoot van stikstof te verminderen heeft LNV meerdere programma’s lopen en implementeert het ministerie een pakket aan maatregelen voor natuurbehoud en stikstofreductie. Voor de uitvoering van goedgekeurde gebiedsplannen natuurherstel heeft het kabinet € 24 miljard uit een Transitiefonds vrijgemaakt. Het geld wordt tot en met 2035 ingezet voor de aanpak van stikstof, water en klimaat in het landelijke gebied.

  • In 2023 wordt in totaal € 340 miljoen gereserveerd voor de ondersteuning gericht op de verdere verduurzaming van de veehouderij en het verminderen van stikstofdepositie door middel van diverse vrijwillige beëindigingsregelingen.
  • Voor de tweede tranche van de Maatregel gerichte aankoop wordt € 185 miljoen doorgeschoven naar 2023. Deze regeling richt zich op het vrijwillig beëindigen van piekbelasters nabij stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden via het (gedeeltelijk) aankopen van veehouderij locaties.

Verduurzaming veehouderij

Voor de versnellingsaanpak is door provincies een pakket aangeleverd van voorstellen voor de integrale aanpak voor stikstof, klimaat en water. Hiervoor is € 504 miljoen vanuit het Transitiefonds naar de LNV begroting overgeheveld.

  • Daarnaast wordt € 250 miljoen beschikbaar gesteld van de middelen die beschikbaar zijn voor de landelijke beëindigingsregeling veehouderij locaties. Het doel is om zogenoemde PAS-melders versneld van een vergunning te voorzien.
  • Om de visserij toekomstbestendig te maken is in 2023 € 181 miljoen euro beschikbaar om te komen tot een kleinere, duurzamere en meer diverse vloot. Daarnaast is er uit de Brexit Adjustment Reserve € 155 miljoen beschikbaar om eigenaren van vissersvaartuigen, die kunnen aantonen dat zij consequenties ervaren van de Brexit in de vorm van verlies van quotum, te kunnen compenseren.

Klimaatfonds

Vanuit het Klimaatfonds zijn extra middelen beschikbaar gekomen voor de transitie in de visserij, tot en met 2030 is hier in totaal € 199 miljoen. Met de garantstelling van 80% van € 70 miljoen aan het Nationaal Groenfonds trekt het Groenfonds extra geld aan voor de financiering van projecten die een bijdrage leveren aan de klimaatdoelstellingen van de sector Landbouw en Landgebruik. Het gaat hierbij om projecten die vanuit de reguliere markt geen lening kunnen ontvangen. Middelen uit het Klimaatfonds worden gebruikt om aan deze projecten marktconforme risicodragende financiering te verstrekken.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Gülbahar Tezel

Gülbahar Tezel

Partner, Amsterdam, PwC Netherlands

+31 (0)61 391 56 71

E-mailadres

Volg ons

Contact

Richard Goldstein

Richard Goldstein

Industry Leader Publieke Sector PwC Europe en Nederland, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)88 792 50 48

Hide