01/05/25
Met de Voorjaarsnota 2025 geeft de regering een overzicht van het lopende begrotingsjaar en kondigt het nieuwe maatregelen aan. De fiscale maatregelen zijn dit jaar veelal gericht op werkgevers en hun werknemers, huishoudens en privépersonen. Zo wordt de inflatiecorrectie voor de inkomstenbelasting slechts deels toegepast, worden de stakings- en meewerkaftrek waar IB-ondernemers gebruik van kunnen maken, afgebouwd en zal er vanaf 2026 meer belasting worden betaald over inkomen uit sparen en beleggen. Ondernemingen kunnen gebruikt maken van het verruimde budget voor milieuinvesteringsaftrek (MIA), welke ten koste van de willekeurige afschrijving milieu-investeringen (VAMIL) is verhoogd. Ook komt er een nieuwe fiscale regeling om werknemersopties voor startups en scale-ups te stimuleren.
Voordat de maatregelen definitief zijn, dienen ze nog goedgekeurd te worden door de Tweede en Eerste Kamer. Veel maatregelen zullen hiervoor terugkomen in het Belastingplan 2026.
Sinds 2023 bevat de Voorjaarsnota ook een lijst met opmerkelijke belastingconstructies. Aan deze lijst zijn bij de Voorjaarsnota 2025 vijf constructies toegevoegd.
Er zijn verschillende maatregelen die vooral van belang zijn voor werkgevers en ondernemingen. Hierna zetten wij de relevante maatregelen voor u op een rij.
Er wordt een nieuwe fiscale regeling geïntroduceerd ter stimulering van medewerkersparticipatie voor startups en scale-ups. De regeling verlaagt de loonbelasting door de belastinggrondslag te beperken tot 65 procent van het inkomen uit aandelenopties. Ook wordt het moment van heffing uitgesteld tot het moment van de daadwerkelijke verkoop van de aandelen. Per 2023 is de belastingheffing van aandelenopties ook gewijzigd en met het voorstel in de Voorjaarsnota 2025 lijkt de lang bestaande wens om startups en scale-ups tegemoet te komen concreet te worden.
In oktober 2024 is er een akkoord bereikt over de Regeling voor Vervroegd Uittreden (RVU). Hiermee wordt de drempelvrijstelling in de RVU heffing per 2026 verhoogd en voor drie jaar verlengd. Daarnaast is er geld gereserveerd voor het mogelijk verlengen van de drempelvrijstelling daarna. Dit wordt deels gedekt door een verhoging van het tarief van de RVU heffing in stappen tot 65 procent in 2028.
Naast bovenstaande regelingen, vielen ons ook onderstaande maatregelen op.
De fiscale maatregelen die van belang zijn voor huishoudens en privépersonen volgen hierna.
De inkomstenbelasting wordt standaard aangepast aan de inflatie. Per 1 januari 2026 wordt de inflatiecorrectie echter maar voor 46,2 procent toegepast. Dit betekent dat de belastingschijven en heffingskortingen binnen de inkomstenbelasting beperkt worden gecompenseerd voor de inflatie, wat lijdt tot hogere inkomstenbelasting. Met deze maatregelen in de inkomstenbelasting wordt de financiële ruimte gevonden om de voorgestelde btw-verhoging per 1 januari 2026 op cultuur, sport en media, te schrappen.
De belastingvermindering binnen de energiebelasting is een vast bedrag per elektriciteitsaansluiting dat ongeacht de hoeveelheid verbruikte energie in mindering wordt gebracht op de energierekening. In 2025 is deze vermindering 524,95 euro. Deze belastingvermindering wordt in 2026, 2027 en 2028 verhoogd. In 2026 bedraagt de belastingvermindering hierdoor 529,10 euro.
Het uitstel van de Wet werkelijk rendement box 3 naar 2028, de D-Day arresten van 6 juni 2024 en het Hoge Raad arrest waarin werd bepaald dat het voordeel uit eigen gebruik van een onroerende zaak op basis van huidige wetgeving op nihil moet worden gesteld leiden tot een budgettaire derving. Het kabinet is overeengekomen om deze derving te dekken met twee maatregelen, welke al reeds in het najaar waren aangekondigd. Ten eerste verhoogt het kabinet het forfait voor overige bezittingen per 2026 naar 7,78 procent (2025: 5,88 procent). Ten tweede verlaagt het kabinet per 2026 het heffingvrij vermogen naar 51.396 euro (2025: 57.684 euro).
Door in het zicht van overlijden het aandeel van de (vermoedelijk) langstlevende in de huwelijkse gemeenschap groter te maken kan erfbelasting worden vermeden. De Hoge Raad bevestigde (op 16 februari 2024) dat het mogelijk is om in de huwelijkse voorwaarden de gerechtigdheid tot de huwelijksgemeenschap aan te passen, zonder dat sprake is van een schenking. Het kabinet wil met reparatiewetgeving per 2026 regelen dat schenk- of erfbelasting wordt geheven, voor zover een (in gemeenschap gehuwde) belastingplichtige bij overlijden van de echtgeno(o)t(e) meer dan de helft van die gemeenschap verkrijgt.
Daarnaast zijn er nog de volgende maatregelen die vooral individuen en privépersonen zullen raken:
Op basis van een amendement van Omtzigt heeft eenieder recht op inzage in het eigen fiscale dossier.
Het tarief van de kansspelbelasting wordt in 2026 verhoogd tot 37,8 procent (2025: 34,2 procent).
De voorgenomen accijnsverhoging op alcohol wordt geschrapt.
In het Hoofdlijnenakkoord is afgesproken om per 2027 een nieuwe financiering voor kinderopvang in te voeren. Dit wordt uitgesteld naar 2029.
Bij de Voorjaarsnota 2025 zijn vijf nieuwe ‘opmerkelijke belastingconstructies’ toegevoegd aan de lijst waar nog negen constructies van vorig jaar op stonden.
Vruchtensappen met ‘een vleugje zuivel’.
Estate planning: in het zicht van het overlijden van een van de echtgenoten de gerechtigdheid tot het vermogen van de huwelijksgemeenschap wijzigen (zie ook hiervoor).
Onbelaste toegang tot lijfrentekapitaal.
Samenwerkingsverbanden IB-ondernemer met eigen bv.
Lucratiefbelangregeling.
Aangegeven wordt dat de eerste twee constructies worden geadresseerd in het Belastingplan 2026. De onbelaste toegang tot lijfrentekapitaal wordt aangepakt in het Fiscale Verzamelwet 2026. De laatste twee constructies worden nog onderzocht. Voor de lucratiefbelangregeling zijn in maart 2025 twee alternatieven geconsulteerd om lucratief belang gelijker te belasten met inkomen uit arbeid. Dit voorjaar wordt hierover een voorstel naar de Kamer gestuurd.