04/04/25
Maatschappelijke organisaties – zoals stichtingen, verenigingen en kerkgenootschappen – moeten een staat van baten en lasten gaan deponeren en krijgen een informatieplicht. Dit is op basis van het wetsvoorstel Wet transparantie en tegengaan ondermijning door maatschappelijke organisaties (Wtmo) die de Tweede Kamer op 1 april 2025 heeft aangenomen. Met die informatieplicht moeten maatschappelijke organisaties informatie beschikbaar hebben voor onder andere het Openbaar Ministerie (OM), de Belastingdienst en de Sociale Verzekeringsbank over de herkomst, het doel en de omvang van donaties afkomstig uit zowel binnen- als buitenland.
Naar wij begrijpen is de wens om de Wtmo per 1 januari 2026 in werking te laten treden. Het wetsvoorstel moet nog worden behandeld door de Eerste Kamer en deze datum staat nog niet vast.
De Wtmo heeft als doel de democratische rechtsstaat en het openbaar gezag beter te beschermen tegen ondermijning en om witwassen en terrorismefinanciering tegen te gaan. Dit wordt bereikt door meer inzicht te verschaffen in de financiële middelen van maatschappelijke organisaties en middels een krachtiger handhavingsinstrumentarium.
Voor u als bestuurder van een stichting, vereniging of andere maatschappelijke organisatie is het essentieel om u goed voor te bereiden op de invoering van deze wet, door de interne processen en administratie waar nodig tijdig aan te passen of aan te scherpen.
De Wtmo roept overigens geen nieuwe administratieverplichtingen in het leven. Maatschappelijke organisaties zijn reeds verplicht om voor interne doeleinden jaarlijks een staat van baten en lasten op te stellen. Daarnaast moet ook reeds informatie over donaties worden bijgehouden, zoals de persoonsgegevens van de donateur.
De Wtmo bestaat uit drie onderdelen, zie hierna.
1. Informatieplicht: uw organisatie moet inzicht bieden in de herkomst, het doel en de omvang van donaties. Dit betekent dat, hoewel er geen extra administratieverplichtingen opgelegd worden, de bestaande registraties op orde moeten zijn om aan verzoeken van burgemeesters en bepaalde overheidsinstellingen te kunnen voldoen. Het niet naleven van of niet meewerken aan deze plicht door de organisatie kan leiden tot een economisch delict en bij dwarsliggende bestuurders mogelijk tot een bestuursverbod voor bestuurders. Bij “substantiële” donaties kunnen persoonsgegevens van donateurs worden opgevraagd, maar alleen als dat nodig is voor de handhaving van de openbare orde of wettelijke taken. Hierbij is nog onduidelijk wat de definitie van substantiële donaties is.
2. Deponeringsplicht: stichtingen die momenteel niet verplicht zijn hun financiële gegevens openbaar te maken – inclusief stichtingen administratiekantoor (STAK's) en anbi-geregistreerde instellingen – moeten een balans en een staat van baten en lasten deponeren bij het handelsregister van de Kamer van Koophandel. De gedeponeerde gegevens zijn alleen in te zien door specifieke overheidsinstanties, waaronder het OM, de minister van Justitie en Veiligheid, de politie en rijksrecherche, gemeenten, de Belastingdienst, de FIOD en de AIVD.
Dit gaat gelden voor boekjaren die aanvangen na inwerkingtreding van het wetsvoorstel, wat is beoogd vanaf 1 januari 2026.
3. Handhavingsinstrumentarium: Het wetsvoorstel biedt het Openbaar Ministerie extra bevoegdheden om op te treden tegen maatschappelijke organisaties waarvan de activiteiten als ondermijnend worden gezien. Dit kan bijvoorbeeld betrekking hebben op het uitvaardigen van een stakingsbevel bij de rechter.
Het wetsvoorstel kent een relatief lange geschiedenis en is op 20 november 2020 ingediend. Zie voor meer achtergronden ook ons Belastingnieuwsbericht ‘Proportionele transparantie voor maatschappelijke organisaties’.