2021 in zicht - Actuele fiscale tips voor uzelf en uw organisatie

18/11/20

Dit artikel is voor het laatst geüpdatet op 18 december 2020.

Nog even en dan is het 2021. Welke acties moet u nog voor het eind van dit jaar nemen of juist uitstellen tot volgend jaar om fiscale faciliteiten te benutten?

Wij hebben een selectie gemaakt van de belangrijkste actuele fiscale tips en aandachtspunten voor uzelf en uw organisatie. Onze selectie is gebaseerd op het pakket Belastingplan 2021 tot en met de stemmingen in de Tweede Kamer op 12 november 2020. Ook tips aan de hand van eerdere wetsvoorstellen komen aan bod, net als tips die verband houden met (tijdelijke) goedkeuringen in het kader van de coronacrisis.

Eind december, na de stemming in de Eerste Kamer, wordt pas bekend of alle maatregelen uit het pakket Belastingplan 2021 de eindstreep halen.

Voor de overige (jaarlijks terugkerende) fiscale en juridische tips en aandachtspunten verwijzen we u naar de Eindejaarstips.

2021 in zicht - Actuele fiscale tips voor uzelf en uw organisatie

Bijzonder uitstel van betaling van belasting

Vraag nog dit jaar bijzonder uitstel van betaling aan bij de Belastingdienst

Om de gevolgen van de coronacrisis voor ondernemers te verzachten, bestaat de mogelijkheid om bijzonder uitstel van betaling (BUVB) aan te vragen. Het BUVB is onder meer van toepassing op alle aanslagen inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, omzetbelasting (btw) en loonbelasting. U kunt dit uitstel online aanvragen als u als ondernemer betalingsproblemen hebt gekregen door de coronacrisis. De belastingen waarvoor het bijzonder uitstel geldt, hoeft u tot 1 juli 2021 niet te betalen. Daarna kunt uw belastingschuld voldoen in 36 maandelijkse termijnen tot 1 juli 2024. U hebt tot 1 januari 2021 de tijd om het bijzonder uitstel aan te vragen.

Inkomstenbelasting

Let op met lenen van uw bv

Schulden van een directeur-grootaandeelhouder (dga) en diens partner aan de eigen bv voor zover die meer bedragen dan 500.000 euro, worden vanaf 2023 belast in box 2 als dividenduitkering tegen het dan geldende tarief van 26,9 procent. Datzelfde geldt voor schulden van bloed- en aanverwanten. Bestaande en nieuwe eigenwoningschulden zijn uitgezonderd voor deze maatregel. Het kan voor u als dga verstandig zijn om eventuele bovenmatige leningen nu al af te bouwen. Omdat het eerste toetsmoment 31 december 2023 is, hebt u tot dat moment daarvoor de tijd. Zie ook ‘Dga’s moeten belasting betalen over bovenmatige leningen’.

Behaal voordeel door optimale verdeling box 3-vermogen tussen fiscale partners

Fiscale partners kunnen het gezamenlijke box 3-vermogen (na aftrek van het gezamenlijke heffingsvrije vermogen van 100.000 euro) onderling aan elkaar toerekenen. Door gebruik te maken van deze mogelijkheid om vermogen aan elkaar toe te rekenen, kunt u een voordeel in box 3 behalen. U moet hierbij wel rekening houden met andere (fiscale) regelingen, waaronder de gevolgen voor de heffingskortingen. Het belastingtarief wordt 31 procent. Het heffingsvrije vermogen per persoon bedraagt vanaf 1 januari 2021 50.000 euro (in 2020: 30.846 euro).

Tariefstructuur box 3 met de percentages voor 2020 en 2021
  Grondslag Fictief rendement
Schijf 2020 2021 2020 2021

Heffingsvrij
vermogen

€ 0
-
€ 30.846

€ 0
-
€ 50.000

Vrijgesteld

Vrijgesteld

1

€ 30.846
-
€ 103.643

€ 50.000
-
€ 100.000

1,80%

1,90%

2

€ 103.643
-
€ 1.036.418

€ 100.000
-
€ 1.000.000

4,22%

4,50%
3 Vanaf
€ 1.036.418
Vanaf
€ 1.000.000
5,28% 5,69%

Maak een keuze tussen box 1 en box 3

Vanwege de huidige relatief lage hypotheekrente en de relatief hoog oplopende forfaitaire rendementen in box 3 kan het fiscaal aantrekkelijk zijn om uw eigenwoningschuld niet in box 1 maar in box 3 te doen vallen. Afhankelijk van de situatie kan dat bijvoorbeeld door de voorwaarden van de lening op een bepaalde manier aan te passen of door de lening tijdelijk af te lossen en vervolgens een nieuwe lening af te sluiten. Vanwege de afbouw van het tarief waartegen u de hypotheekrente in box 1 in aftrek kunt brengen - stapsgewijs van 46 procent (2020) naar 43 procent (2021) en uiteindelijk 37,03 procent (2024) - neemt het voordeel van deze herfinanciering in de toekomst toe. De gefaseerde afschaffing van de ‘aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld’ (de wet Hillen) draagt ook bij aan de toename van het voordeel in de toekomst. Wanneer uw hypotheekrenteaftrek lager is dan uw eigenwoningforfait, dan wordt het per saldo te betalen bedrag met 90 procent verminderd (in 2021; in 2020 is dit 93 ⅓ procent).

Herfinanciering eigenwoningschuld (bij eigen bv)

Dit geldt ook wanneer u uw eigenwoninglening herfinanciert, zeker wanneer dat bij uw eigen bv is omdat u dan meer mogelijkheden hebt in de vormgeving van de lening.

Voorbeeld
Het uitgangspunt in dit voorbeeld is dat uw box 3-vermogen in 2021 onder het hoogste forfaitaire rendement valt (5,69%) en dat u uw hypotheekrente tegen het maximale tarief in aftrek kunt brengen in box 1 (43%). In dit voorbeeld wordt geen rekening gehouden met het eigenwoningforfait.

Stel: de eigenwoningschuld bedraagt 500.000 euro en jaarlijkse hypotheekrente bedraagt 15.000 euro (3%). In 2021 vindt hypotheekrenteaftrek plaats tegen een tarief van 43 procent, waardoor u een effectief voordeel van 6.450 euro in box 1 behaalt (€15.000 * 43%). Als de schuld in box 3 valt, verlaagt deze de vermogensgrondslag, waardoor u een effectief voordeel van 8.820 euro behaalt (€ 500.000 * 5,69% * 31%). Het effectieve voordeel in box 3 is in dit voorbeeld dus hoger dan het effectieve voordeel in box 1.

Volg dit en volgend jaar nog een opleiding of studie

Bent u van plan om een opleiding of studie te volgen, dan kunt u de kosten daarvan in 2020 en 2021 nog in aftrek brengen voor uw inkomstenbelasting. De persoonsgebonden aftrekpost voor scholingsuitgaven vervalt vanaf 1 januari 2022 en wordt dan vervangen door een subsidieregeling STAP-budget (Stimulans van de Arbeidsmarktpositie) voor natuurlijke personen met een band met de Nederlandse arbeidsmarkt.

Contante giften niet langer aftrekbaar

Contante giften komen niet meer in aanmerking voor de giftenaftrek. Bent u gewend om goede doelen met een anbi-status financieel bij te staan door middel van contante giften (bijvoorbeeld bij collectes aan de deur of in de kerk), houdt u er dan rekening mee dat vanaf volgend jaar deze betalingen niet meer in aanmerking komen voor aftrek. U kunt uw giften voortaan beter overmaken via de bank en voor uzelf bijvoorbeeld een ‘geefplan’ maken.

Check belasting en sociale zekerheidspositie internationale werknemers 

Woont u in België, Duitsland of in een ander land maar werkt u normaal gesproken in Nederland, dan kan thuiswerken als gevolg van de coronacrisis van invloed zijn op uw belastingpositie. Door de coronamaatregelen werken veel werknemers zoveel mogelijk vanuit huis. Wanneer hun gewoonlijke werkplaats in een ander land ligt, kan het thuiswerken invloed hebben op hun belasting- en sociale zekerheidspositie en op de werkgeversverplichtingen voor deze werknemers. Daarnaast hebben de werknemers op de lijn met België en Duitsland op basis van mutual agreements met deze landen onder voorwaarden een keuzerecht om voor hun thuiswerkdagen in hun woonland dan wel het gebruikelijke werkland belast te worden. Deze keuze kunt u maken bij het indienen van de 2020 aangifte inkomstenbelasting.

Controleer inkomen(simpact) van buitenlandse bestuurders- en commissarisbeloningen

Eerder dit jaar is aangekondigd dat de fiscale behandeling van buitenlandse bestuurders- en commissarisbeloningen van inwoners van Nederland zal wijzigen. Op dit moment is het voor deze beloningen mogelijk om voorkoming van dubbele belasting te vragen op basis van de vrijstellingsmethode. Dit beleid zal worden ingetrokken waardoor de voorkoming van dubbele belasting op basis van de verrekeningsmethode moet  worden toegepast. De aangekondigde wijziging zal voor veel in Nederland woonachtige bestuurders en commissarissen van buitenlandse vennootschappen leiden tot een hogere belastingdruk op hun inkomen. De datum waarop de goedkeuring om de vrijstellingsmethode toe te passen wordt ingetrokken is nog niet bekend. Het is mogelijk dat de wijziging al per 1 januari 2021 ingaat. Lees voor verdere uitleg ons eerder gepubliceerd artikel.

Loonbelasting

Maak gebruik van de BIK

De Baangerelateerde Investeringskorting wordt per 2021 ingevoerd en geldt al voor investeringen vanaf 1 oktober 2020. Met deze investeringskorting kunnen zowel IB-ondernemers als Vpb-ondernemers onder bepaalde voorwaarden een deel van hun investeringen verrekenen met hun loonheffingen. Voor investeringen tot en met vijf miljoen euro geldt dat 3,9 procent van de investering in mindering kan worden gebracht op de loonheffingen. Bij grotere investeringen geldt daarnaast een korting van 1,8 procent van het investeringsbedrag boven de vijf miljoen euro.

Stel laatste betaling BIK-investering uit

Een van de voorwaarden voor de BIK is dat de bedrijfsmiddelen tussen 1 januari 2021 en 31 december 2022 volledig moeten zijn betaald en binnen zes maanden na die volledige betaling in gebruik zijn genomen. Investeringen waarvan volledige betaling in 2020 heeft plaatsgevonden kwalificeren niet. Het is raadzaam om bij investeringsverplichtingen die zijn aangegaan in de periode oktober tot en met december 2020 met de leverancier af te spreken dat de laatste betalingstermijn in 2021 zal plaatsvinden. 

Bekijk inkomenspositie van expats met een verkorte looptijd 30%-regeling

Per 1 januari 2019 is de looptijd van de 30%-regeling verkort van acht naar maximaal vijf jaar. Er geldt overgangsrecht van twee jaar voor expats die als gevolg van de maatregel in 2019 of 2020 de 30%-regeling zouden verliezen. Dit overgangsrecht loopt uiterlijk per 2021 af. Een substantiële groep werknemers zal hierdoor niet langer gebruik kunnen maken van de 30%-regeling en een lager netto-inkomen ontvangen dan zij vooraf verwachtten per 1 januari 2021. Controleer of u de salarisadministratie voor deze werknemers hebt aangepast. Vanaf 1 januari 2021 komen deze werknemers ook niet meer in aanmerking voor het opteren als buitenlands belastingplichtige voor inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) en sparen en beleggen (box 3).

Gericht vrijgestelde kosten expats 

Door de verkorting van de looptijd van de 30%-regeling wordt ook de mogelijkheid om de werkelijke extraterritoriale kosten belastingvrij te vergoeden beperkt tot vijf jaar. Bekijk welke kosten van expats u na deze periode nog als gerichte vrijstelling belastingvrij kunt vergoeden, zoals zakelijke reiskosten.

Vaste reiskostenvergoedingen

In 2020 mogen werkgevers de vaste reiskostenvergoedingen belastingvrij doorbetalen óók als de werknemers feitelijk thuiswerken en niet meer reizen. Het kabinet heeft aangegeven de regeling te verlengen tot 1 februari 2021. De vaak toegepaste uitruilregelingen aan het einde van het jaar voor een onbelaste reiskostenvergoeding zijn in veel situaties in 2020 ook niet meer mogelijk. Dit laatste kan aanleiding zijn om uw beleid voor de laatste periode van 2020 aan te passen. Wij adviseren u daarnaast om nieuw beleid voor het vergoeden van reiskosten op te stellen voor 2021, anticiperend op meer structureel thuiswerken als dit voor uw organisatie van toepassing is.

Vaste kostenvergoedingen

In 2020 mogen werkgevers de vaste kostenvergoedingen belastingvrij doorbetalen ook al maakt de werknemer de kosten niet meer omdat hij (veelal) thuiswerkt. Met ingang van 2021 vervalt deze goedkeuring. Doorbetaalde vaste kostenvergoedingen zijn dan vanaf 1 januari 2021 (deels) belast. Wij adviseren u te starten met het vaststellen van uw beleid per 1 januari 2021. Een nieuwe vaste kostenvergoeding vereist vaak een onderzoek naar de feitelijke kosten en ook (opnieuw) afstemming met de Belastingdienst.

Thuiswerkvergoedingen

In de nieuwe situatie sinds de coronacrisis willen werkgevers hun werknemers faciliteren met zaken als een bureaustoel of tweede beeldscherm. Ook vanuit de arboverantwoordelijkheid van de werkgever is dit noodzakelijk. Dit geldt des te meer bij structureel thuiswerken. De regering heeft geen nieuwe fiscale faciliteiten gecreëerd voor thuiswerkvergoedingen. U moet dus de bestaande mogelijkheden benutten, waaronder de gerichte vrijstellingen voor arbovoorzieningen en voor noodzakelijke ICT-middelen, en aan alle voorwaarden hiervoor voldoen. Bij het opstellen van het beleid rondom het faciliteren van thuiswerken is het van belang vanaf het begin rekening te houden met de fiscale kaders.

Benut de werkkostenregeling optimaal

Vanwege de coronacrisis is het werkkostenbudget voor 2020 eenmalig verhoogd van 1,7 procent naar 3 procent voor de eerste 400.000 euro van de loonsom. Check of u de vergoedingen en verstrekkingen die u in 2020 aan uw werknemers hebt gegeven, correct hebt verwerkt voor de werkkostenregeling. Controleer ook of u nog ruimte over heeft om de WKR optimaal te gebruiken, bijvoorbeeld door uitruil van bruto- voor nettoloon.

Vennootschapsbelasting

Innovatieboxtarief gaat omhoog

Het kabinet is van plan om per 2021 het effectieve tarief van de innovatiebox te verhogen van zeven procent naar negen procent.

Voorkom verliesverdamping

Als hoofdregel geldt op dit moment dat verliezen zes jaar voorwaarts verrekenbaar zijn. Na die termijn verdampen de nog niet verrekende verliezen. Mogelijk kunt u verliesverdamping per 2021 voorkomen door in 2020 maatregelen te treffen, bijvoorbeeld door de vrijval van een herinvesteringsreserve. Ook bieden de regels van goed koopmansgebruik enige ruimte. Overigens heeft het kabinet een onbeperkte voorwaartse verliesverrekening voorgesteld waardoor verdamping vanaf 2022 niet langer aan de orde zou zijn. Daarnaast komt er wel een limiet aan de hoeveelheid verliezen (zowel voorwaarts als achterwaarts) die in een jaar kunnen worden verrekend, namelijk tot maximaal 50% van de belastbare winst in een jaar. Tot 1 miljoen euro aan belastbare winst kunt u uw verliezen wel volledig verrekenen. Lees meer in ons artikel ‘Verliesverrekening in de vennootschapsbelasting beperkt tot 50% van de jaarwinst’.

Maak gebruik van de fiscale coronareserve

Verwacht u voor uw bedrijf een verlies over 2020 als gevolg van de coronacrisis? Dan kunt u mogelijk al in de aangifte vennootschapsbelasting 2019 een coronareserve vormen. Dit kan een liquiditeitsvoordeel opleveren.

Belastingrente vennootschapsbelasting

Vanwege de coronacrisis is de belastingrente voor de vennootschapsbelasting voor de periode van 1 oktober 2020 tot en met 31 december 2021 vastgesteld op vier procent, in plaats van op het oorspronkelijke niveau van acht procent.

Beperking mogelijkheid verrekening buitenlandse verliezen

De liquidatie- en stakingsverliesregeling wordt aangepast waardoor liquidatie- en stakingsverliezen nog slechts onder striktere voorwaarden, en mogelijk slechts beperkt, verrekenbaar zijn. Wanneer u uiterlijk op 31 december 2020 de beslissing neemt om een groepsentiteit te liquideren of een vaste inrichting te staken, valt deze liquidatie of staking nog onder het ruimere overgangsregime. Lees meer in ons artikel ‘Wetsvoorstel beperking liquidatieverliesregeling’.

Exitheffing

Het initiatiefwetsvoorstel Dividendbelasting bij zetelverplaatsing hoofdkantoor is ontworpen om (latente) winstreserves te belasten bij emigratie of grensoverschrijdende reorganisaties naar landen die geen dividendbelastingclaim leggen op deze winstreserves. Het wetsvoorstel zou een terugwerkende kracht tot 18 september 2020 hebben. Er zijn nog veel vragen over de houdbaarheid van dit wetsvoorstel in EU- en verdragscontext. Maar toch is het aan te bevelen deze ontwikkeling in de gaten te houden als u uw bedrijf ooit naar het buitenland zou willen verplaatsen of een grensoverschrijdende reorganisatie wilt doorvoeren (grensoverschrijdende fusie, splitsing of aandelenfusie). Lees meer in ons artikel ‘Dividendbelasting hoofdkantoren: afrekenen bij de grens’.

Aankondiging aanpassing at arm's length-beginsel

Op Prinsjesdag is aangekondigd dat het kabinet informeel kapitaal-structuren wil aanpakken en in het voorjaar van 2021 met een apart wetsvoorstel komt voor de aanpassing van het arm’s length-beginsel per 2022. Het at arm’s length-beginsel zorgt ervoor dat handel tussen groepsentiteiten marktconform verloopt. Het wetsvoorstel zal neerwaartse aanpassing van het Nederlandse belastbare bedrag beperken wanneer dit bedrag bij de ontvanger niet of lager wordt belast. Het is raadzaam om alvast te inventariseren of dit bij uw bedrijf voorkomt.

Aanvullende substance-eisen voor dienstverleningslichamen 

Vanaf 1 januari 2021 gelden aanvullende substance-eisen voor dienstverleningslichamen. Een dienstverleningslichaam is een Nederlands belastingplichtig lichaam waarvan de activiteiten voor meer dan 70 procent bestaan uit het direct of indirect ontvangen en betalen van rente, royalty's of huur van een buitenlandse groepsentiteit. De nieuwe substance-eisen, die een aanvulling vormen op de huidige substance-eisen voor dienstverleningslichamen, zijn 100.000 euro aan loonkosten en ten minste 24 maanden over kantoorruimte beschikken. Als niet aan deze eisen wordt voldaan, wordt informatie uitgewisseld met het land van waaruit de rente, royalty's of huur wordt betaald (de bronstaat). Het gevolg hiervan zou kunnen zijn dat de bronstaat de belastingplichtige verdragsvoordelen onthoudt.

Bronbelastingen

Rente- en royaltybelasting

Vanaf 2021 zullen betalingen van rentes en royalty’s die u doet in bepaalde gevallen in Nederland worden belast tegen een tarief van 25 procent (bronbelasting). De bronbelasting ziet met name op rente- en royaltybetalingen aan groepsmaatschappijen gevestigd in laag-belastende jurisdicties. Door hier vooraf bij stil te staan, kunt u dit mogelijk voorkomen en uw ondernemingsstructuur toekomstbestendiger maken. Een zelfde soort bronbelasting zal in 2024 mogelijk gaan gelden voor dividendbetalingen vanuit Nederland.

Overdrachtsbelasting

Zorg voor een goede timing verkrijging onroerende zaak eind 2020 of begin 2021   

Afhankelijk van uw situatie is het nuttig te bekijken of u een onroerende zaak nog in december 2020 wilt verkrijgen of dat het beter is te wachten tot januari. Het algemene tarief voor de overdrachtsbelasting wordt namelijk per 2021 verhoogd van 6 naar 8 procent. Dit geldt bijvoorbeeld voor bedrijfs- en fabriekspanden, maar ook voor woningen die de koper niet gebruikt om zelf duurzaam te bewonen en voor de verkrijging van de economische eigendom van een woning. 

Starters op de woningmarkt daarentegen genieten een vrijstelling voor de overdrachtsbelasting. Een starter moet bij de aankoop van de eerste woning waarop beroep op de vrijstelling wordt gedaan, jonger dan 35 jaar zijn, maar wel meerderjarig. Er komt voor starters een woningwaardegrens van 400.000 euro om gebruik te kunnen maken van de startersvrijstelling. Die maximum woningwaardegrens zal gaan gelden vanaf 1 april 2021. Voor een woning boven die waardegrens moet er dan twee procent belasting worden betaald over de volle waarde. Starters die een woning boven de woningwaardegrens willen kopen, hebben voordeel vanaf 1 januari tot 1 april 2021.

Schenkbelasting

Maak in 2021 gebruik van de tijdelijke verhoging schenkingsvrijstelling

De bestaande schenkvrijstellingen voor kinderen en overige verkrijgers worden alleen voor het jaar 2021 verhoogd met 1.000 euro. Met deze crisismaatregel komt de vrijstelling van schenkbelasting per kind voor 2021 uit op € 6.604 voor schenkingen van de ouders en de vrijstelling voor overige verkrijgers voor 2021 op 3.244 euro. Door deze verhoging van de vrijstelling van de schenkbelasting kunnen particuliere geldschieters als familie en/of vrienden een noodlijdende ondernemer helpen om de coronacrisis door te komen.

DAC6

Doe tijdig de verplichte melding grensoverschrijdende belastingstructuren

Per 1 juli 2020 zijn met terugwerkende kracht regels in werking getreden voor verplichte informatie-uitwisseling over grensoverschrijdende transacties. Deze regels vloeien voort uit een EU richtlijn (DAC6). Deze richtlijn schrijft voor dat betrokken adviseurs of belastingbetalers een breed scala aan grensoverschrijdende belastingstructuren waarvan de implementatie na 25 juni 2018 is begonnen, moeten melden. De eerste meldingen vinden uiterlijk 31 januari 2021 plaats. Als uw bedrijf een internationale structuur heeft dan raden wij u aan samen met uw adviseur te bepalen hoe u deze verplichte informatie-uitwisseling in uw belasting- en compliance-strategie gaat passen. Het is ook van belang dat u tijdig meldt bijvoorbeeld als er geen externe adviseur bij een meldingsplichtige transactie is betrokken, of de betreffende adviseur gebruik maakt van een wettelijk verschoningsrecht (advocaten e.d.). U voorkomt daarmee een bestuurlijke boete van maximaal 870.000 euro (bedrag 1 januari 2020).

Pensioen

Zorg dat de pensioenregeling op tijd is omgezet naar het nieuwe stelsel

De wetgeving bij het nieuwe Pensioenakkoord treedt per 1 januari 2022 in werking. In de periode van 2021 tot en met 2023 moet u belangrijke keuzes maken over de pensioenregeling van uw werknemers. U bent verplicht om alle pensioenregelingen te wijzigen naar een beschikbarepremieregeling conform de nieuwe wetgeving. Ook huidige beschikbarepremieregelingen moet u aanpassen.

U draagt als werkgever de verantwoordelijkheid om uiterlijk op 1 juli 2023 een transitieplan in concept af te hebben. Dit is een besluit waarin een omschrijving staat van de nieuwe pensioenregeling, de benodigde compensatieregeling en eventueel de waardering van oude pensioenrechten. In de meeste gevallen is het voor de werkgever ook verplicht om een compensatieregeling op te zetten. De gemaakte keuzes moet u zowel kwalitatief als kwantitatief onderbouwen.

Meer weten

Wilt u meer informatie over de toepassing van een of meer tips en aandachtspunten? Of hebt u advies nodig? Neem dan contact op met uw PwC-adviseur. Die helpt u daarbij graag verder.

Contact

Knowledge Centre

Rotterdam, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)88 792 43 51

Volg ons