19/07/21
Het in 2014 gelanceerde Dutch Good Growth Fund (DGGF) – een impactfonds van 350 miljoen euro – is een vaste waarde in het beleidsinstrumentarium van het ministerie van Buitenlandse Zaken voor het stimuleren van ondernemerschap en het creëren van banen in opkomende markten en fragiele landen. Recent verlengde BuZa het mandaat voor co-managers PwC en Triple Jump met vijf jaar tot 2029. PwC’er Lennart Konijnenberg, expert in het inrichten van uitvoeringsorganisaties, is verheugd. ‘Het ministerie heeft het aangedurfd het DGGF in de markt te zetten als fonds dat wereldwijd risicodragende investeringen kan doen met publiek geld. Dat is een unicum, net als dat wij samen met Triple Jump een compleet aanbod hebben gedaan om die opgave in te vullen.’
Het DGGF ondersteunt mkb’ers in fragiele landen en richt zich op 'the missing middle': start-ups en scale-ups die te groot zijn voor microkrediet maar te klein en te risicovol voor banken. Speciale aandacht genieten vrouwelijke en jongere ondernemers, doelgroepen waarvoor toegang tot financiering extra lastig is. Het DGGF is een zogeheten ‘fund-of-funds’: het investeert in lokale fondsmanagers en financiële instellingen die op hun beurt investeren in individuele ondernemingen. Bijzonder aan het DGGF is dat een deel van het kapitaal is bestemd voor bewustwording en training van deze lokale tussenpersonen. Het DGGF ondersteunt hen onder meer bij het opstellen van fiscale en ESG-standaarden voor hun investeringen en bij het meten van de impact op die aspecten.
Het managen van een impactfonds behoort niet tot de kerntaken van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Het DGGF is daarom als zelfstandige uitvoeringsorganisatie buiten het ministerie opgezet. ‘Onze bijdrage bestaat aan de ene kant uit het opzetten en het inrichten van de uitvoeringsorganisatie, inclusief aspecten als governance, accounting, risicomanagement en IT en aan de andere uit de due diligence op vlak van ESG en Tax. Het gaat immers om Good Growth, waarbij investeringen moeten passen binnen de geldende ESG kaders en aansluiten op de nieuwste inzichten op gebied van Sustainable Tax’, vertelt Konijnenberg. ‘We maken daarbij gebruik van de inhoudelijke kennis die we in huis hebben van onder meer ESG-factoren bij beleggen en sustainable finance, en van de fiscale en juridische aspecten van fondsmanagement. Onze aanpak is helemaal afgestemd op de wensen en de doelstellingen van de klant en de doelgroep. Daar ligt onze kracht.’
Net zomin als het ministerie is PwC een manager van impactfondsen. ‘Om alle benodigde competenties bijeen te brengen, vormen we daarom een consortium met Triple Jump’, vervolgt Konijnenberg. ‘Triple Jump heeft veel kennis van en ervaring met impactfondsen en is aanwezig in veel landen waarop het DGGF zich richt. Sinds de oprichting van het fonds zijn PwC en Triple Jump co-managers en het impactfonds fungeert inmiddels als een beleidsrijk instrument. Dat heeft alles te maken met de sturingsmogelijkheden die het ministerie in deze opzet heeft. We bespreken niet alleen zeer regelmatig de voortgang met elkaar, maar vragen ons ook steeds af hoe we ons investeringsmandaat relevant kunnen houden op het beleid en de prioriteiten van het ministerie. Tijdens de vluchtelingencrisis bijvoorbeeld was het een beleidskeuze geld vrij te maken om de omstandigheden en de vooruitzichten voor de mensen te verbeteren. Het DGGF heeft daar vervolgens een aantal specifieke fondsen op geselecteerd, uiteraard passend binnen de investeringsstrategie.’
'Het DGGF is een pionier geweest voor investeren met een sterke focus op impact en een hoog risicoprofiel. Inmiddels hebben we aangetoond dat investeren op deze manier kan. Het DGGF heeft in vrij korte tijd een investeringsportfolio opgebouwd, waarbij het voldoet aan allerlei ESG-criteria voor bijvoorbeeld transparantie, het gebruik van 'tax havens' en de meetbaarheid van de impact.'
Zeven jaar na de oprichting is het DGGF sinds kort volledig gecommitteerd: het ingelegde kapitaal is volledig toegezegd aan de lokale fondsmanagers en beschikbaar voor investeringen. Met de investeringen die in de afgelopen jaren al zijn gedaan, zijn in zestig landen ruim 8.200 mkb'ers ondersteund en zijn meer dan 61.000 banen gecreëerd en ondersteund. Onder meer bij een kuikenbroederij in Zimbabwe en via een private-equityfonds in Afghanistan dat op zijn beurt investeert in een verzekeraar, een aanbieder van satellietcommunicatie en een saffraanproducent. Naar verwachting nemen deze aantallen toe, naarmate de investeringen langer de tijd hebben tot rendement te komen.
Het DGGF is een pionier geweest voor investeren met een sterke focus op impact en een hoog risicoprofiel. ‘Wat wij doen als fonds is redelijk uniek’, stelt Lennart Konijnenberg. ‘Zeker met ons budget voor het sterker maken van lokale investeringsfondsen op ESG-gebied. Inmiddels hebben we aangetoond dat investeren op deze manier kan. Het DGGF heeft in vrij korte tijd een investeringsportfolio opgebouwd, waarbij het voldoet aan allerlei ESG-criteria voor bijvoorbeeld transparantie, het gebruik van 'tax havens' en de meetbaarheid van de impact. Naar verwachting blijven we op basis van resultaten - ondanks de corona pandemie - uiteindelijk nominaal revolverend. Met andere woorden, sociaal rendement halen kan gelijk opgaan met een voldoende financieel rendement. En het mooie is: de markt herkent dit ook en inmiddels zien we ook grotere pensioenbeleggers ook hun portefeuilles steeds meer voorzien van sociale rendementseisen.’