Sancties worden een steeds prominenter en voortdurend veranderende component van de nalevingsverantwoordelijkheden van financiële instellingen. Er zijn verschillende typen sancties, ontworpen om internationale wetgeving te handhaven en wereldwijde veiligheid te waarborgen. Denk aan economische, handels- en diplomatieke maatregelen, gericht op individuen, organisaties of landen. Meestal omvatten de maatregelen beperkingen op handel, investeringen of specifieke financiële transacties. Daarnaast reguleren controles op export de distributie van bepaalde technologieën, goederen en diensten'. De controles zijn noodzakelijk om misbruik door gesanctioneerde entiteiten of landen tegen te gaan.
In Nederland is sanctienaleving gereguleerd door de Sanctiewet (‘Sanctiewet 1977’) en de bijbehorende Regeling Toezicht op de Sanctiewet 1977 (‘Regeling toezicht Sanctiewet 1977’), die in 2005 gezamenlijk zijn uitgevaardigd door De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Deze Regeling Toezicht stelt regels vast waaraan financiële instellingen zich moeten houden om te voldoen aan sanctieregels. Daarnaast zijn er regelgevende vereisten of verwachtingen die volgen uit de verschillende beschikbare (sectorspecifieke) regelgevende richtlijnen, best practices en Q&A-documentatie die financiële instellingen helpen bij de naleving van sanctiewetgeving.
Een modernisering van de regelgevende wetgeving met betrekking tot sancties in Nederland is momenteel in volle gang. Een eerste tranche van een nieuw wetsvoorstel (‘Wetsvoorstel internationale sanctiemaatregelen’) dat de Sanctiewet zal vervangen, werd in 2024 gepubliceerd voor internetconsultatie. Deze wordt momenteel afgerond. Een tweede tranche van wetgeving, die onder andere regelgevingsvereisten met betrekking tot cliëntonderzoek zal behandelen, wordt verwacht in de tweede helft van 2025.
Op Europees niveau nemen de reglementaire vereisten met betrekking tot sancties ook toe. De AML-verordening (AMLR), van kracht vanaf 10 juli 2027, verplicht financiële instellingen onder andere om maatregelen te nemen die te maken hebben met de naleving van gerichte sancties in hun SIRA (Systematische Integriteitsrisicoanalyse) en hun beleid en procedures. Daarnaast heeft de Europese Bankenautoriteit (EBA) twee richtlijnen gepubliceerd om te voldoen aan toepasselijke beperkende maatregelen die ingaan op 30 december 2025. Ten eerste een richtlijn voor financiële instellingen en ten tweede een richtlijn specifiek voor betalingsdienstaanbieders (PSP's) en dienstverleners in crypto-activa (CASP's).
Tegelijkertijd hebben regelgevende instanties hun sanctiegerelateerde toezichtinspanningen geïntensiveerd. De Nederlandsche Bank (DNB) heeft bijvoorbeeld de afgelopen jaren onderzoeken uitgevoerd naar de Sanctiewet, waarbij de effectiviteit van financiële instellingen bij naleving van sanctieregels werd beoordeeld. Daarnaast heeft het Nederlandse Ministerie van Financiën in zijn voorjaarsnota (‘Voorjaarsnota 2025’) aangegeven dat het zijn inspanningen om sanctienaleving in Nederland te faciliteren en versterken structureel zal intensiveren. Dit zal onder andere gebeuren door het oprichten van een centraal meldpunt voor sancties (centraal meldpunt) en het financieren van de voortzetting van FIOD- en douane-inspanningen in het sanctiedomein.
Om te voldoen aan de toepasselijke regelgevingsvereisten, zetten financiële instellingen effectieve sanctiescreeningspraktijken in. Deze praktijken omvatten zowel naamscreening als transactiescreening (oftewel transactiemonitoring voor sanctiedoeleinden). Bij naamscreening worden de namen van relaties gecontroleerd aan de hand van toepasselijke nationale en internationale sanctielijsten. Transactiescreening richt zich op het inzetten van systemen om potentiële sanctieovertredingen in transacties te identificeren en te blokkeren voordat ze worden uitgevoerd. Meer informatie over sanctiescreening.