Belastingplan 2022: Klimaat en Energie

22/09/21

Dit artikel is up-to-date tot en met de stemming in de Tweede Kamer op 11 november 2021.

Klimaat is één van de speerpunten voor de Miljoenennota 2022. Het demissionaire kabinet investeert een additioneel budget van €6,8 miljard in klimaatmaatregelen bovenop het bestaande klimaatbeleid. Het doel hiervan is verdere invulling te geven aan het Urgenda vonnis. In lijn met de verwachting - vanwege de demissionaire status van het kabinet - bevat het Belastingplan 2022 niet veel nieuw fiscaal beleid ten aanzien van het klimaat. 

De voorgestelde maatregelen bestaan voornamelijk uit aanpassingen in bestaande wetgeving, zoals de dubbele heffing van energiebelasting voor batterijopslag, een uitbreiding van kwalificerende installaties voor het lage tarief voor het leveren van walstroom aan afgemeerde schepen, de uitbreiding van de overgangsregeling voor de postcoderoosregeling en de samenloop bij een vrijstelling voor aardgas. Het additionele budget zal met name worden ingezet voor de uitbreiding van de subsidies voor bepaalde specifieke projecten. Hierbij ligt het zwaartepunt bij de verhoging van de SDE++. Daarnaast wordt er €1,3 miljard vrijgemaakt voor subsidies in infrastructuur projecten op het terrein van waterstof en warmte en investeert het kabinet €1,5 miljard in verduurzaming van de gebouwde omgeving en verbreding van de energiebesparingsplicht. Verder wordt er meer geld uitgetrokken voor elektrische autos en zullen de percentages binnen de verschillende categorieën voor de Milieu-investeringsaftrek worden verhoogd. 

Het feit dat het kabinet extra geld investeert in klimaat, is een stap in de goede richting voor een reductie van de CO2 uitstoot. De huidige maatregelen resulteren echter naar verwachting in een CO2 uitstoot vermindering van 49% in 2030 ten opzichte van 1990. Op grond van de Klimaatwet heeft de Europese Unie zich echter in juni dit jaar gecommitteerd aan een CO2 reductie van 55% ten aanzien van de CO2 uitstoot in 1990. Het komende kabinet zal derhalve additionele maatregelen moeten gaan nemen om deze doelen te gaan realiseren. Hierbij zal het Europese ‘Fit for 55 pakket’ een nadrukkelijke rol gaan spelen.

Wat betekent dit voor uw organisatie?

De diverse pakketten met (voorgestelde) EU en Nederlandse klimaat-, milieu- en energiemaatregelen, maken dat organisaties concrete antwoorden moeten vinden op veel ingewikkelde vragen. Gezien de dynamiek van de verschillende factoren die het speelveld bepalen, zoals de stijgende lijn in de CO2-prijzen, is het van groot belang de ontwikkelingen op de voet te blijven volgen. Onze fiscalisten staan klaar om u te helpen met uw uitdagingen.

Energiebelasting

Aanpassen energiebelasting ter voorkoming van dubbele belasting bij batterijopslag

Op dit moment bestaat in specifieke gevallen van elektriciteitsopslag de onwenselijke situatie van dubbele energiebelasting over dezelfde elektriciteit. De levering van elektriciteit door de energieleverancier aan een energie-opslagfaciliteit, bijvoorbeeld een batterij, wordt per 1 januari 2022 onder voorwaarden niet aangemerkt als een belaste levering voor de energiebelasting. Hiermee wordt de bestaande dubbele heffing voorkomen. 

De maatregel is techniekneutraal. De maatregel geldt dus niet alleen voor batterijopslag (elektrische energie wordt omgezet in chemische energie en na opslag weer wordt omgezet in elektrische energie), maar ook voor andere technieken waarmee elektriciteit kan worden opgeslagen. De nieuwe definitie voor energieopslag en energieopslagfaciliteit sluit aan bij de bewoordingen in de definities van de Europese Elektriciteitsrichtlijn. 

De exploitant van de energieopslagfaciliteit wordt ook belastingplichtig voor het eigen verbruik van elektriciteit. Het opslaan van elektriciteit geldt daarbij niet als belast eigen verbruik. Verbruik voor andere doeleinden zoals bijvoorbeeld het elektriciteitsverbruik van het gebouw waarin de opslagfaciliteit zich bevindt of van een naastgelegen kantoorgebouw is wel belast.

De exploitant van een energieopslagfaciliteit zal een verklaring aan de energieleverancier moeten overleggen waarin hij verklaart te voldoen aan de gestelde voorwaarden voor het buiten de heffing blijven van de levering aan de energieopslagfaciliteit.

Aanpassen verlaagd tarief walstroom

In het Belastingplan 2021 is een verlaagd tarief in de energiebelasting en een nihiltarief in de opslag duurzame energie- en klimaattransitie (ODE) voor walstroominstallaties geïntroduceerd. Het verlaagd tarief voor de energiebelasting voor elektriciteit die wordt geleverd aan een walstroominstallatie is per 1 oktober 2021 0,0005 euro per kWh. 

De definitie van walstroominstallatie wordt aangepast. Door de aanpassing kunnen walstroom installaties die momenteel niet beschikken over een zelfstandige aansluiting onder voorwaarden (met betrekking tot de aanwezigheid van een zogenaamde comptabele meetinrichting) per 1 januari 2022 toch kwalificeren voor het verlaagde tarief bij levering van walstroom aan schepen.

Verduidelijken samenloop nihiltarief en vrijstelling aardgas

De onder bepaalde voorwaarden geldende vrijstelling voor aardgas in de energiebelasting is bedoeld om dubbele heffing van energiebelasting te voorkomen. De verduidelijking is bedoeld ter voorkoming van een mogelijk heffingslek bij samenloop met de raffinaderij vrijstelling (eigen aardgas of als aardgas aangemerkt gas dat wordt verbruikt voor de vervaardiging van aardgas of minerale oliën) en het nihiltarief voor als aardgas aangemerkte producten als deze als brandstof worden gebruikt in de inrichting waarin zij zijn ontstaan. 

Uitbreiding overgangsrecht Postcoderoosregeling

De overgangsregeling voor de in Belastingplan 2021 vervangen Postcoderoosregeling wordt uitgebreid, om meer investeringszekerheid te bieden. Hiermee wordt toegestaan dat met terugwerkende kracht tot 1 april 2021 een nieuw lid recht krijgt op de voordelen van de Postcoderoosregeling van het vertrekkende lid, zolang deze nog geldt voor de betreffende coöperatie.

Subsidies en fiscale faciliteiten voor verduurzaming

Milieu-investeringsaftrek

De percentages binnen de verschillende categorieën van de Milieu-investeringaftrek (MIA) verhoogd naar 27 procent, 36 procent en 45 procent. Hierdoor kan het maximale netto-voordeel van de MIA (in combinatie met de willekeurige afschrijving voor milieu-investeringen) oplopen tot 14 procent.

Het hoogste percentage zal naar verwachting van toepassing zijn op investeringen in bedrijfsmiddelen die de hoogste bijdragen leveren aan de beleidsprioriteiten, zoals circulaire economie en elektrificatie. Welke technologieën exact in aanmerking zullen voor het hoogste tarief van 45 procent wordt bekend op het moment van publicatie van de Milieulijst 2022 (naar verwachting midden december).

Stimulering Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie 2022 SDE++

Er wordt 3 miljard euro extra gealloceerd aan de SDE++ 2022. Mede door deze extra middelen wordt het openstellingsbudget van SDE++ verhoogd naar maximaal 11 miljard euro in 2022. Een groot deel gaat naar de verhoging van het plafond voor CO2-afvang en opslag (CCS) met maximaal 2,5 megaton, omdat de huidige cap van 7,2 megaton zoals geformuleerd in het Klimaatakkoord naar verwachting dit jaar dan wel volgend jaar volledig zou zijn benut. 

De SDE++ is momenteel op een zodanige wijze vormgegeven dat slechts subsidie wordt toegekend aan de de meest efficiënte technologieën. Door de verruiming van het budget kunnen derhalve technologieën die ten opzichte van de SDE++ 2021 relatief duur zijn ook een aanspraak gaan maken op SDE++-subsidie. Om meer ruimte te geven aan de verschillende technologieën binnen de SDE++ wordt vanaf 2023 een nieuw systeem voor de afbakening van technologieën verwacht, de zogenoemde “schotten”. Hierdoor is het mogelijk om een toegespitst beleid toe te passen op bepaald technologieën die niet behoren tot de meest efficiënte maar wel noodzakelijk zijn voor het mogelijk maken van de energietransitie. Deze afbakeningen zijn mogelijk beperkt.

Waterstof

IPCEI staat voor ‘Important Projects of Common European Interest’ en geeft de nationale lidstaten de mogelijkheid om strategische en voor het realiseren van de Europese waterstof ambities van belang zijnde investeringsprojecten te voorzien van extra subsidies zonder dat dit wordt aangemerkt als ongeoorloofde staatssteun. Zo blijkt uit de miljoenennota dat Nederland verder gaat inzetten op de IPCEI-waterstof en een additioneel budget heeft gereserveerd voor de waterstof infrastructuur.

Hieronder een opsomming van concrete maatregelen op het gebied van waterstof. 

  • IPCEI Waterstof (‘technology’ en ‘decarbonisation’): een bedrag 35 miljoen euro is gereserveerd om de eerste Nederlandse IPCEI-waterstof projecten te financieren.
  • Er is 750 miljoen euro gereserveerd voor de zogenoemde waterstof "Backbone" van Gasunie, wat een nationaal transportnetwerk moet gaan zijn voor waterstof. 
  • In ondergrondse zoutcavernes kan waterstof worden opgeslagen. Dit is nodig in het kader van de ontwikkeling van 3-4 GW elektrolyse vermogen in 2030 en de aanleg van de waterstof "Backbone" tussen verschillende clusters binnen de industrie. Kosten voor de benodigde zoutcavernes en de bijbehorende bovengrondse opslagcapaciteit bedragen 511 miljoen euro, waarbij de onrendabele top 145 miljoen euro bedraagt. In 2024 bedraagt de onrendabele top 35 miljoen euro, met dit laatstgenoemde bedrag is rekening gehouden in de begroting.
  • Er is 252,1 miljoen euro gereserveerd voor de productie van duurzame waterstof door middel van elektrolyse. Het is de verwachting dat dit budget middels een tenderregeling in 2022 wordt ingezet voor elektrolyseprojecten tussen de 0,5 en 50 MW.
  • Vanuit de klimaatenveloppe is er in 2022 70 miljoen euro beschikbaar voor verduurzaming van de industrie. De besteding hiervan is als volgt:
    • 10 miljoen euro voor waterstofprojecten vanuit het subsidieprogramma Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie (DEI+) en een nieuwe tenderregeling voor de tenderregeling voor de opschaling van groene waterstof; 
    • 15 miljoen euro voor projecten om de toepassing van CC(U)S technologieën te testen en/of te demonstreren; 
    • 45 miljoen euro voor pilot- en demonstratieprojecten voor versnelling van kosten effectieve CO2-reductie, voornamelijk vanuit de DEI+-regeling. 

IPCEI Microelectronica en Cloud 

Er is 230 miljoen euro gereserveerd voor IPCEI Microelectronica II (ME2) en 70 miljoen euro voor de IPCEI Cloud (CIS) op de EZK-begroting. Na definitieve vaststelling van de IPCEI ME2 en CIS kan het budget worden gefinaliseerd op basis van de financieringsbehoefte van Nederlandse deelnemers aan dergelijke IPCEI-projecten. 

Versnelde Klimaatinvesteringen in de Industrie

Hoewel geen onderdeel van de Miljoenennota is de subsidieregeling Versnelde klimaatinvesteringen in de industrie (VEKI) met ingang van 1 september 2021 al op verschillende belangrijke onderdelen gewijzigd. Het doel van de VEKI is het ondersteunen van kapitaal investeringen door ondernemingen uit de industrie die bijdragen aan het kosteneffectief (terugverdientijd is maximaal 5 jaar) reduceren van de CO₂-emissies of emissies van overige broeikasgassen in Nederland. Projecten moeten door een onderneming voor eigen rekening en risico worden uitgevoerd binnen een van de volgende thema's:

  • Energie-efficiëntie
  • Recycling en hergebruik van afval
  • Lokale infrastructuurvoorzieningen
  • Overige CO₂-reducerende maatregelen

De vier grote wijzigingen van de VEKI zijn:

  • Het maximum subsidiebedrag per project is verhoogd van 3 miljoen euro naar 15 miljoen euro;
  • Het totale beschikbare budget voor 2021 is verhoogd van 28 miljoen euro naar 82 miljoen euro;
  • De realisatietermijn is verruimd naar een periode van drie jaar (vanaf het moment dat de activiteiten zijn gestart)
  • In bepaalde omstandigheden kunnen bij de berekening van de terugverdientijd bedrijfsspecifieke energieprijzen gehanteerd worden die afwijken van de standaardwaarden

Kortom, door verruiming van het budget en de looptijd van projecten is het mogelijk om voor grotere CO2 besparende projecten VEKI aan te vragen dan eerder het geval was. De VEKI is opengesteld tot 14 december 2021, 17.00 uur.

Overige

  • 315 miljoen euro is gereserveerd voor de ontwikkeling van WarmteLinq. Dit is een netwerk om 120 duizend woningen in de omgeving van Den Haag en Leiden van warmte uit de Rotterdamse haven te voorzien.  
  • Er wordt een investeringssubsidie ontwikkeld voor de aanschaf van hybride warmtepompen om warmte in woningen minder afhankelijk te maken van aardgas.
  • Om particuliere koopwoningen aan te sluiten op warmtenetten, wordt er extra budget toegevoegd aan de Investeringssubsidie Duurzame energie en Energiebesparing (ISDE). Daarnaast wordt aanvullend budget gealloceerd voor het MKB voor het gebruik van duurzame energie. 
  • Er wordt 4 miljoen euro toegevoegd aan het Europese onderzoeksprogramma ACT (Accelerating CCS Technologies) voor de periode 2022 - 2024.
  • Er wordt 4 miljoen euro toegevoegd aan het Clean Energy Transition Partnership. 
  • Het is de verwachting dat de speuren onderzoekssubsidie voor Missiegedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (MOOI) bedoeld voor samenwerkingsverbanden tussen kennisinstellingen en het bedrijfsleven in 2022 wederom wordt opengesteld. 
  • Het is de verwachting dat de subsidie Hernieuwbare Energietransitie (HER+) in 2022 wederom wordt opengesteld. 
  • Naast de fiscale stimulering van emissievrije personenauto’s wordt 28 miljoen euro gealloceerd aan de subsidieregeling voor emissievrije bestelauto’s (SEBA) en 60 miljoen euro voor de subsidieregeling voor particuliere emissievrije personenauto’s (SEPP).

Contact

Chris Winkelman

Chris Winkelman

Energy - Utilities - Resources Industry, Tax, Partner, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)65 154 18 97

Niels Muller

Niels Muller

Partner, Energy transition and sustainable energy, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)65 160 08 61

Juliette Marsé

Juliette Marsé

Director (Tax) - Energy, Utilities & Resources, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)63 419 61 08

Roger Quaedvlieg

Roger Quaedvlieg

Senior Manager, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)62 080 80 07

Mohammed Azouagh

Mohammed Azouagh

Senior Manager - Tax, Sustainability and Incentives, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)62 380 36 54

Knowledge Centre

Rotterdam, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)88 792 43 51

Volg ons