Corona en grensoverschrijdend werken: belasting- en sociale zekerheidsgevolgen - Update

01/07/20


Dit artikel is voor het laatst geüpdatet op 1 juli 2021, in verband met verlenging van de mutual agreements tussen Nederland en België en tussen Nederland en Duitsland tot en met 30 september 2021.

Er is hier een nadere update van december 2021 beschikbaar.

Op 8 mei 2020 is de mutual agreement tussen Nederland en België voor het eerst in de Staatscourant gepubliceerd. Door deze overeenkomst en de eerder gepubliceerde mutual agreement tussen Nederland en Duitsland kunnen de fiscale gevolgen van de coronamaatregelen voor grenswerkers zoveel mogelijk worden beperkt.

Op dit moment werken veel werknemers vanwege het coronavirus zoveel mogelijk vanuit huis. Wanneer uw werknemers hierdoor in een ander land werken dan normaal, dient er per situatie te worden gekeken welke invloed dit heeft op hun fiscale en/of sociale zekerheidspositie.

 

Hieronder zullen we een aantal situaties bespreken om toe te lichten hoe de coronamaatregelen invloed kunnen hebben op uw internationaal actieve werknemers. 

Stel een werknemer die in het buitenland woont en werkzaam is in Nederland voor een Nederlandse werkgever, werkt nu vanwege de coronamaatregelen vanuit huis. Of u hebt werknemers die ziek thuis zijn. Ook kan het zijn dat u vanwege de coronamaatregelen werkzaamheden tijdelijk hebt uitgesteld, zodat een werknemer die in het buitenland woont wel beschikbaar is voor werk, maar geen arbeid kan verrichten. Welke gevolgen hebben deze situaties voor de fiscale positie van de werknemer? En wat zeggen de afspraken met België en Duitsland hierover?

Wat betekent dit voor u? 

Bovengenoemde situaties hebben potentieel gevolgen voor de fiscale positie van uw internationale werknemers. Eerst zullen we toelichten welke keuzes werknemers moeten maken in grensoverschrijdende situaties met België en Duitsland.

Vervolgens zullen we verschillende scenario’s beschrijven vanuit Nederlands fiscaal perspectief, wanneer er geen aanvullende afspraken zijn gemaakt. Wij merken op dat de benadering van de fiscale autoriteiten van andere staten in bepaalde gevallen kan afwijken.

Mutual agreement Nederland en België en Nederland en Duitsland

Nederland heeft afspraken gemaakt met zowel België als Duitsland over de fiscale behandeling van thuiswerkdagen gedurende de coronamaatregelen (dat is vanaf 11 maart 2020). De overeenkomsten met België en Duitsland zijn inmiddels verlengd tot en met 30 september 2021.

Werknemer werkt thuis

Nederland is met België en Duitsland voor grensarbeiders in loondienst overeengekomen dat de thuiswerkdagen mogen worden behandeld als dagen gewerkt in het land waar onder normale omstandigheden zou zijn gewerkt. Dit onder de voorwaarde dat deze thuiswerkdagen wel worden belast in het werkland. De coronamaatregelen hoeven hierdoor geen invloed te hebben op de fiscale positie van de werknemer.

Deze afwijkende afspraak is geen verplichting. De thuiswerkdagen mogen ook toegerekend worden aan het woonland, waar feitelijk wordt gewerkt. Deze keuze zal de werknemer moeten maken, als hij zijn Nederlandse en Belgische/Duitse IB-aangifte voor 2020 respectievelijk 2021 doet. Voordat deze keuze wordt gemaakt, is het belangrijk de specifieke omstandigheden van de werknemer in overweging te nemen, bijvoorbeeld zijn inkomstenniveau en mogelijke aftrekposten in beide landen.

Nederland en Duitsland onderzoeken om voor de thuiswerkdagen van grensarbeiders een permanente regeling in het belastingverdrag tussen Nederland en Duitsland op te nemen.

Werknemer is beschikbaar, maar verricht geen werkzaamheden

Voor het doorbetaalde loon tijdens een inactieve periode, is Nederland met België en Duitsland overeengekomen dat het heffingsrecht toekomt aan het land waar de werknemer normaal gesproken zijn werkzaamheden verricht. Dit betekent dat in deze situatie de fiscale positie van de werknemer in principe niet verandert. De mutual agreements bevatten geen keuzemogelijkheid om hiervan af te wijken.

Fiscale gevolgen voor andere landen

Werknemer werkt thuis

In de eerste situatie oefent de werknemer nog steeds zijn dienstbetrekking uit en wordt daarvoor betaald door zijn Nederlandse werkgever. Voorheen verrichtte hij zijn werkzaamheden in Nederland en was hij in Nederland belastbaar voor zijn loon. Nu hij door de coronamaatregelen fysiek in zijn woonland (bijvoorbeeld Frankrijk) werkzaam is, zal zijn arbeidsinkomen voor deze periode doorgaans uitsluitend in zijn woonland belastbaar zijn. Bovenstaande uitkomst is in lijn met de gebruikelijke toewijzingsregels in de door Nederland gesloten belastingverdragen. Het thuiswerken (in het woonland) leidt in dit voorbeeld dus tot een wijziging van de belastingpositie van de werknemer.

Werknemer is ziek

In de situatie dat de werknemer door ziekte in het woonland verblijft, wordt op grond van vaste rechtspraak van de Hoge Raad het arbeidsinkomen dat gekoppeld is aan de ziektedagen toegerekend aan het land waar de werknemer zijn dienstverband zou hebben uitgeoefend als hij niet ziek zou zijn geweest.

Laten wij aannemen dat door de coronamaatregelen, de werknemer deze periode vanuit zijn huis in zijn woonland zou hebben gewerkt. Dit betekent dat het arbeidsinkomen dat verband houdt met de ziektedagen doorgaans uitsluitend in zijn woonland belastbaar zal zijn.

Werknemer is beschikbaar, maar verricht geen werkzaamheden

Een andere situatie is die waarin de Nederlandse werkgever zijn activiteiten vanwege de coronamaatregelen tijdelijk heeft uitgesteld en de werknemer wel beschikbaar is voor werk, maar geen werkzaamheden kan verrichten. In dat geval zijn verschillende benaderingen denkbaar als het gaat om de verdeling van het heffingsrecht over het loon van de werknemer. Hierdoor bestaat in dergelijke situaties een verhoogde kans op een afwijkende benadering in de woon- en werkstaat met potentieel dubbele belastingheffing als gevolg.

Gevolgen voor sociale zekerheid

De Nederlandse sociale verzekering autoriteiten hebben gecommuniceerd dat de verzekeringsplicht vanuit Nederlands perspectief (voorlopig) niet wijzigt indien internationale werknemers in de EU, EER of Zwitserland door de coronamaatregelen tijdelijk in een ander land moeten werken (vanuit huis) dan normaal. Dit geldt voor alle situaties van wonen en werken in de EU, EER en Zwitserland. Hier hoeft op dit moment geen actie op te worden genomen.

Voorbeeld 

Een werknemer die in Nederland woont en normaliter volledig in België werkzaam is voor een Belgische werkgever is sociaal verzekerd in België. Door de coronamaatregelen moet deze werknemer thuiswerken in zijn woonland Nederland. Op basis van EU-recht zou deze werknemer hierdoor mogelijk onder de Nederlandse sociaal verzekering vallen. De Nederlandse Sociale Verzekeringsbank (SVB) heeft echter bevestigd dat in deze tijdelijke situatie de werknemer in België sociaal verzekerd blijft en niet in Nederland sociaal verzekerd raakt. 

De sociale zekerheidsautoriteiten van diverse andere landen hebben een soortgelijk beleid gepubliceerd (geen wijziging sociale zekerheidspositie door tijdelijk thuiswerken). Ook heeft de EC recent beleid gepubliceerd waarin deze aanpak wordt bevestigd. Zij hebben de aanbeveling gedaan dat wanneer werknemers door coronamaatregelen tijdelijk vanuit een ander land werken, dit geen impact moet hebben op de sociale zekerheidspositie van werknemers. Om van deze uitzondering gebruik te maken, dient de werkgever een verzoek in te dienen in het land waar de werknemer sociaal verzekerd wil blijven (een A1-verklaring aanvragen). 

Voor werknemers die in Nederland sociaal verzekerd willen blijven, heeft de SVB aangegeven dat geen A1-verklaring hoeft te worden aangevraagd voor deze uitzondering. We zijn in contact met andere EU-landen om meer duidelijkheid te krijgen over toepassing van deze uitzondering en de te volgen procedure in andere EU-landen.  


De SVB geeft daarnaast expliciet aan dat deze uitzondering wat hen betreft ook geldt voor nieuwe gevallen. Werknemers die starten met werken voor een werkgever in een andere lidstaat of naar een nieuwe werkgever wisselen die in een andere lidstaat is gevestigd, maar hun werkzaamheden vanuit huis in een ander land aanvangen zullen sociaal verzekerd zijn in de lidstaat waar zij normaal gesproken (zonder de coronamaatregelen) voor hun nieuwe werkgever zouden hebben gewerkt. 

Werknemers die momenteel buiten de EU, EER en Zwitserland werken, raken bij terugkeer naar Nederland mogelijk wel verzekerd. Voor hen zal per situatie beoordeeld moeten worden of zij door hun tijdelijke activiteiten in Nederland verzekerd raken.  

Het is daarnaast in eerste instantie niet nodig om lopende sociale zekerheidsverklaringen (A1-verklaring, Certificate of Coverage of vrijwillige verzekeringen) te beëindigen. Pas als de uitzending/werkzaamheden daadwerkelijk wordt beëindigd of als de onderbreking langer dan 2 maanden duurt, is actie nodig met betrekking tot het beëindigen van A1-verklaringen of vrijwillige verzekeringen.

Voor uitzendingen/werkzaamheden die nog niet zijn aangevangen is het aan te raden om de startdatum van sociale zekerheidsverklaringen of vrijwillige verzekeringen te verplaatsen, zodat (in potentie) langer gebruik gemaakt kan worden van de termijnen waarvoor de verklaringen of verzekeringen zijn afgegeven.

Aandachtspunten

In alle gevallen van wijziging van de arbeidsplaats door de corona maatregelen is het belangrijk om de fiscale en sociale zekerheidsconsequenties voor zowel het woon- als het gewoonlijke werkland goed in kaart te brengen. Dit is niet alleen van belang voor de gevolgen voor de werknemers, maar ook voor eventuele inhoudingsverplichtingen van de werkgever. Zoals eerder opgemerkt kan bij bepaalde landencombinaties dubbele belastingheffing ontstaan door interpretatieverschillen bij de uitleg van het belastingverdrag.

Een specifieke categorie die wij in toenemende mate zien betreft in het buitenland woonachtige werknemers waarvan de Nederlandse dienstbetrekking op korte termijn zal aanvangen (of onlangs is aangevangen), maar die in de beginperiode nog niet in Nederland kunnen werken.

Naast bovengenoemde aandachtspunten dient bijvoorbeeld te worden gezorgd dat tijdig een BSN wordt aangevraagd. Voor werknemers die in aanmerking komen voor de 30%-regeling is het belangrijk om na te gaan welke gevolgen de verlate start van hun feitelijke werkzaamheden in Nederland heeft voor de ingangsdatum en de toepassing van deze regeling voor ingekomen werknemers.

Voor andere aandachtspunten voor de personele gevolgen van de coronacrisis verwijzen wij u ook naar onze themapagina. Wij blijven deze themapagina aanvullen wanneer er meer communicatie vanuit de overheid is. 

Bronnen:

Contact

Daniël Sternfeld

Daniël Sternfeld

Partner, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)61 089 28 89

Volg ons