Brexit na transitiefase: drie scenario’s

Onduidelijke handelsrelatie

De gevolgen van de brexit zullen binnenkort zichtbaar zijn. De transitiefase waarin we nog steeds doen alsof het Verenigd Koninkrijk (VK) lid is van de Europese Unie (EU) loopt immers na 31 december 2020 af. Hoe de handelsrelatie er daarna precies uitziet, is nog steeds niet volledig duidelijk; wel is zeker dat het VK een derde land zal zijn voor de EU. Een harde grens tussen het VK en de EU is daarmee een feit vanaf 1 januari 2021. Met aanzienlijke additionele kosten door douaneformaliteiten en extra tijd om goederen van A naar B te krijgen tot gevolg. Daarbij komen wellicht nog douanerechten en quota, afhankelijk van de uitkomst van de onderhandelingen tussen het VK en de EU. Bereid u voor aan de hand van drie scenario’s.

Scenario 1: handelsakkoord

Hoewel de onderhandelingen over een handelsakkoord uiterst stroef verlopen, blijft de mogelijkheid bestaan dat het VK en de EU op het laatste moment alsnog een handelsakkoord bereiken. Groot is die kans niet, gezien de fundamentele meningsverschillen op het gebied van de visserij, het creëren van een gelijk speelveld (vergelijkbare milieuregels, arbeidsomstandigheden en staatssteunregels) en de omgang met het oplossen van onderlinge geschillen. De wet die de Britse regering recent heeft gelanceerd - en die de uittredingsovereenkomst op elementen ondergraaft - heeft voor toenemend wantrouwen vanuit Brussel gezorgd. Omdat alle EU-lidstaten en het VK een eventuele handelsovereenkomst individueel moeten ratificeren, zal er uiterlijk eind oktober, begin november een overeenkomst moeten zijn. Een handelsakkoord zorgt er waarschijnlijk voor dat er geen douanerechten of quota gaan gelden op de goederenstroom tussen de EU en het VK. Maar een handelsakkoord neemt niet weg dat het VK een derde land voor de EU zal zijn, waarbij er allerlei douaneformaliteiten gaan gelden. Zelfs bij de meest gunstige uitkomst zult u zich hier dus op significante veranderingen ten opzichte van de huidige situatie moeten voorbereiden.

Scenario 2: geen handelsakkoord

Een tweede scenario kan zijn dat beide partijen concluderen dat een handelsakkoord er op dit moment gewoonweg niet in zit. Er zijn immers fundamentele verschillen van inzicht en het VK wil zich niet binden aan bepaalde minimum criteria die haar in de toekomst beperken bij het afsluiten van andere handelsverdragen. Denk hierbij aan het door de brexiteers felbegeerde handelsverdrag met de Verenigde Staten. Dit scenario betekent dat er vanaf 1 januari 2021 naast alle douaneformaliteiten ook douanerechten en quota zullen gelden, die de handel tussen de EU en het VK nog meer belemmeren. De EU heeft al aangegeven dat 1 januari 2021 een harde datum is; er zal geen nieuw overgangsrecht komen om de gevolgen van de situatie zonder handelsakkoord te versoepelen. Hopelijk kunnen beide partijen in dit scenario wel op goede wijze invulling geven aan de uittredingsovereenkomst en zaken als AVG/GDPR en personele aspecten.

Scenario 3: harde no deal

Een derde scenario kan een harde no deal zijn waarbij het VK en de EU er niet uitkomen én de verhoudingen nog verder verharden. We zien dit al gebeuren door de Britse wet die de uittredingsovereenkomst deels terzijde schuift en de door de EU geïnitieerde juridische actie hiertegen. Een harde no deal zou het slechtst denkbare scenario zijn waarbij goede samenwerking op veel vlakken in de toekomst moeilijker wordt. Zelfs op onderwerpen die wellicht op hoofdlijnen in de uittredingsovereenkomst zijn geregeld, zoals bijvoorbeeld het goederenverkeer met betrekking tot (Noord-)Ierland.

De EU heeft aangegeven dat 1 januari 2021 een harde datum is; er zal geen nieuw overgangsrecht komen om de gevolgen van de situatie zonder handelsakkoord te versoepelen.

Het VK, sowieso een derde land

Ondanks alle onduidelijkheid is het wel zeker dat het VK na 31 december 2020 een derde land zal zijn en er onder meer douaneformaliteiten van toepassing gaan zijn. Wij zien in toenemende mate dat Britse bedrijven een vestiging in Nederland oprichten en vice versa. Ook brengen zij - om zich op deze nieuwe situatie voor te bereiden - logistieke activiteiten over naar Nederland. Het kan immers juridisch noodzakelijk zijn een lokale entiteit te hebben voor bepaalde wet- en regelgeving. Voor sommige bedrijven is het ook gewoon commercieel wenselijk om via een in het VK of de EU gevestigde vennootschap te handelen. Daarnaast zien we dat diverse bedrijven hun supplychains aanpassen aan de nieuwe situatie waarbij het VK niet langer onderdeel is van de interne markt. Dit zijn vaak ingrijpende processen waarbij veel partijen betrokken zijn en allerlei IT- en andere systemen aanpassing behoeven. Benut de beperkte tijd die nog resteert tot het einde van dit jaar dus goed en bereid u voor op de nieuwe situatie.

Contact

Jan-Willem Thoen

Jan-Willem Thoen

Senior Director, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)61 002 95 71

Volg ons