‘Het grootste gezinsvervangende tehuis van Nederland’, zo noemde de vroegere voorzitter Jeu Sprengers de KNVB ooit. Logisch, met bijna drieduizend verenigingen en meer dan 1,2 miljoen voetballers en voetbalsters is de maatschappelijke impact enorm. Om over de miljoenen televisiekijkers nog maar te zwijgen. Uit onderzoek van PwC blijkt dat voetbal op deze manier jaarlijks meer dan negen miljoen Nederlanders verbindt. Dat bereik kan uitstekend worden ingezet om de ESG-doelen (environmental, social en governance) te bereiken, zowel binnen als buiten de organisatie van de bond.
Daarom ‘sponsort’ PwC de KNVB sinds september 2023. Niet met geld, maar met kennis, als strategisch kennispartner. Eén van de thema's waarop de KNVB en de amateurverenigingen al veel hebben bereikt, is duurzaamheid. Om sportverenigingen te helpen verduurzamen is 'De Groene Club’ opgericht. ‘Aan de hand van een stappenplan helpen we amateurverenigingen toekomstbestendig te maken door middel van duurzaamheid’, vertelt Tim Hofman.
Daarvoor komt een Groene Club-adviseur bij verenigingen over de vloer. ‘Die kijkt wat bijvoorbeeld de energierekening is van de club, hoeveel uren de veldverlichting brandt of wat het waterverbruik is. Daar maakt hij een rapport van op. Vervolgens wordt gekeken welke besparende maatregelen mogelijk en haalbaar zijn. Waarbij je natuurlijk begint bij het laaghangend fruit, zoals het vervangen van oude energieslurpende koelingen.’
Zoiets als het installeren van een warmtepomp is natuurlijk van een andere categorie. Hofman: ‘Dat is waar veel clubs tegenaan lopen: hoe krijgen we de financiering rond? Daarom kijkt de Groene Club-adviseur samen met de bestuurders naar subsidiemogelijkheden, en helpt bij de aanvraag daarvan. Dat scheelt een hoop.’
De ervaring leert dat wanneer verenigingen zien dat ze kunnen besparen, duurzaamheid sneller wordt omarmd, vertelt Hofman. ‘Niet voor niets is de slogan van de Groene Club: Volle Clubkas, lage broeikas. Hiermee geven we aan dat duurzaamheid niet alleen goed is voor het milieu, maar ook voor de portemonnee.’
‘Op deze manier kan je duurzaamheid dus echt in een ander licht zetten. Je hoort mensen wel eens zeggen: we mogen niks meer, we mogen geen vlees meer, we mogen niet meer vliegen. Terwijl duurzaamheid erom gaat de wereld dus een stukje mooier te maken. Of beter gezegd: slimmer inrichten. Zo zie ik het.’
De cijfers spreken wat dat betreft boekdelen. Al meer dan tweeduizend amateurclubs deden mee, samen hebben zij sinds de start van het programma in 2019 al ruim 48 miljoen euro geïnvesteerd in (onder meer) ledverlichting, zonnepanelen en warmtepompen. Daarmee hebben ze nu al 3,7 miljoen euro bespaard, de elektrabesparing staat gelijk aan het verbruik van meer dan 100.000 huishoudens.
De KNVB wil ook dat voetbal een plek is waar Iedereen zich veilig voelt, waar geen plek is voor discriminatie en sociale uitsluiting. Onder het motto ‘Ons voetbal is van iedereen’ wordt daar werk van gemaakt. Dat varieert van het stimuleren van een divers sportbestuur tot het financieel toegankelijk maken van voetbal voor kinderen uit arme gezinnen. Ook in het betaald voetbal staat gastvrijheid voorop, en wordt discriminatie en voetbalgeweld bestreden.
Femke Helgers (PwC) en Tim Hofman (KNVB)
Om al die ambities te stroomlijnen ondersteunt PwC de KNVB op basis van haar vijfstappenplan voor een duurzame strategie, waarbij de aandacht nu vooral gericht is op de eerste stappen. ‘Stap één is het speelveld in kaart brengen’, vertelt Femke Helgers, expert sustainability strategy bij PwC. ‘Wat is geldende de wet- en regelgeving waar de KNVB mee te maken heeft, hoe ziet de markt eruit, wat zijn de nationale en internationale ontwikkelingen, wat doen de partners?’
Stap twee is het opstellen van een zogeheten ‘dubbele materialiteitsbeoordeling’. Helgers: ‘Daarmee stellen we vast met welke duurzaamheidskwesties de KNVB de grootste impact heeft op mens en milieu. Wat zijn de risico's en kansen die daar dan bij horen? Daarbij wordt naar de hele keten gekeken waar de KNVB mee te maken heeft. Het kan een hele uitdaging zijn om dat inzichtelijk te maken. Bijvoorbeeld: is de kleding die wordt ingekocht wel duurzaam geproduceerd? Op sommige onderwerpen kan het lijken dat als je als organisatie minder invloed hebt, maar word je er wel op aangesproken omdat je aan deze impact gelinkt bent via je leveranciers. Denk bijvoorbeeld aan de werkomstandigheden op de plek waar de sportkleding wordt geproduceerd. Dat vraagt dus om inzicht en het betrekken van leveranciers.’
Hofman is blij met de strategische analyse die PwC als eerste stap heeft uitgevoerd. ‘Er is niet alleen gekeken naar onze eigen organisatie, maar bijvoorbeeld ook naar amateurverenigingen. Om een voorbeeld te noemen: als klimaatverandering verder doorzet, krijgen we steeds meer natte periodes een hele droge periodes. Kunnen we dan nog wel blijven voetballen gedurende het seizoen dat we nu met elkaar vastgesteld hebben? Dat zijn ook zaken waar je waar je naar kan gaan kijken, en over na moet denken.’