Genderevenwicht in bestuur Europese beursgenoteerde bedrijven

05/05/22

Algemene aanpak EU-wetgeving

De ministers van sociale zaken en werkgelegenheid van de verschillende lidstaten van de Europese Unie (EU) hebben 14 maart 2022 besloten tot een algemene aanpak van voorgestelde EU-wetgeving om het genderevenwicht onder bestuurders van beursgenoteerde bedrijven te verbeteren. Uiterlijk eind 2027 moeten deze bedrijven veertig procent van hun raad van commissarissen (niet-uitvoerende bestuursfuncties) of 33 procent van hun raad van commissarissen én raad van bestuur samen (niet-uitvoerende én uitvoerende bestuursfuncties) vullen met leden van het ondervertegenwoordigde geslacht.

Vrouwen nog steeds ondervertegenwoordigd

Vrouwen zijn in de hoogste besluitvormingsorganen binnen bedrijven in de EU nog steeds ondervertegenwoordigd, ondanks het bewezen positieve effect van genderevenwicht en de EU-wetgeving die seksediscriminatie verbiedt. ‘Dit gebrek aan evenwicht is bijzonder alarmerend in de private sector, vooral bij beursgenoteerde bedrijven’, stelt PwC-expert Yvette van Gemerden. ‘In 2021 bestond het bestuur van de grootste beursgenoteerde bedrijven in Europa slechts voor 30,6 procent uit vrouwen en was slechts 8,5 procent van de bestuursvoorzitters vrouw.’

EU-richtlijn verbetert genderevenwicht

Om dit probleem aan te pakken, zijn de Europese ministers van sociale zaken en werkgelegenheid een gezamenlijke strategie overeengekomen. Beursgenoteerde bedrijven moeten ernaar streven uiterlijk 31 december 2027 veertig procent van hun raad van commissarissen of 33 procent van hun raad van commissarissen en raad van bestuur samen, te vullen met leden van het ondervertegenwoordigde geslacht.

‘De achterliggende gedachte is dat alleen een maatregel op Europees niveau het aantal vrouwen in het bestuur van beursgenoteerde bedrijven kan verhogen en tegelijkertijd kan zorgen voor gelijke concurrentievoorwaarden binnen de EU en het voorkomen van praktische complicaties in het bedrijfsleven’, verduidelijkt PwC-expert Frank van Oirschot.

‘De Europese ministers verwachten dat een grotere deelname van vrouwen aan de economische besluitvorming - met name in het bestuur van ondernemingen - een positief spill-over-effect heeft op de werkgelegenheid van vrouwen in de betrokken ondernemingen en in de gehele economie.’

Criteria selectie en benoeming

Beursgenoteerde bedrijven die de kwantitatieve doelstelling nog niet bereikt hebben, moeten ernaar toe werken door:

  • Het invoeren van procedurele eisen voor de selectie en de benoeming van  leden van de raad van bestuur en raad van commissarissen.
  • Het toepassen van de procedurele eisen en het uitleggen van de maatregelen die zij hebben genomen en van plan zijn te nemen om de doelstelling te halen.

Voor de selectie en de benoeming blijven kwalificatie en verdienste de belangrijkste criteria. De voorgestelde richtlijn voorziet hierin door: 

  • Een minimumniveau van harmonisatie van de eisen voor ondernemingsbestuur, aangezien benoemingsbesluiten op objectieve criteria worden gebaseerd.
  • Ingebouwde waarborgen die ervoor zorgen dat er geen onvoorwaardelijke, automatische bevordering van het ondervertegenwoordigde geslacht plaatsvindt.
  • De voorkeur te geven aan gelijk gekwalificeerde kandidaten van het ondervertegenwoordigde geslacht, tenzij een objectieve beoordeling de benoeming van het andere geslacht voorstelt.

Voor het niet nakomen van de in deze richtlijn opgestelde principes moeten landen sancties opleggen die effectief, proportioneel en afschrikkend zijn.

Praktische voorbereidingen bedrijven

De volgende stap in het proces is de onderhandeling tussen de Europese Raad en het Europees Parlement om tot een gemeenschappelijk standpunt te komen. Als beide instemmen met het voorstel zoals het er nu ligt, zijn Europese landen verplicht de maatregel om te zetten in nationale wetgeving, binnen twee jaar na het aannemen van de richtlijn. Lidstaten die al een doeltreffend systeem geïmplementeerd hebben, mogen dit houden in plaats van het voorgestelde systeem, mits zij kunnen aantonen dat het even efficiënt is.

De voorgestelde Europese richtlijn gaat verder dan het huidige Nederlandse ingroeiquotum om het genderevenwicht te verbeteren in de top van het bedrijfsleven. Dat voorziet in verplichtingen dat tenminste een derde van de raad van commissarissen moet bestaan uit mannen en een derde uit vrouwen. Daarnaast moeten grote nv’s en bv’s streefcijfers opstellen om het genderevenwicht te bevorderen.

‘Wij raden bedrijven aan nu al te streven naar een passend genderevenwicht voor alle organisatielagen en niet alleen voor de top en de subtop’, besluit Yvette van Gemerden. ‘Als er in de hele organisatie passend genderevenwicht is, is het ook makkelijker aan de voorwaarden van de Europese richtlijn te voldoen. En dit op lange termijn te kunnen blijven verwezenlijken. Ook zullen bedrijven met een evenwichtigere genderverdeling in de hele organisatie het profijt van deze diversiteit makkelijker kunnen effectueren.’

Volg ons

Contact

Frank van Oirschot

Frank van Oirschot

Director, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)65 111 38 73

Hide