Per 30 januari 2024 is via www.werkenaanonspensioen.nl het format transitieplan Eerbiedigende werking beschikbaar gesteld. Dit format is bedoeld om arbeidsvoorwaardelijke partijen te ondersteunen bij de overstap naar het nieuwe pensioenstelsel.
Het format is specifiek ontworpen voor werkgevers die ervoor kiezen om de nieuwe pensioenregeling onder te brengen bij een verzekeraar of premiepensioeninstelling én daarbij gebruik willen maken van de eerbiedigende werking. De eerbiedigende werking houdt in dat voor de werknemers die in dienst zijn op het moment van overstap naar het nieuwe pensioenstelsel, de stijgende leeftijdsafhankelijke premie mag blijven gelden. Het is niet nodig deze werknemers over te zetten naar een regeling met een vlakke premie.
Het is overigens niet verplicht om een transitieplan op te stellen bij het gebruik van de eerbiedigende werking. Het kan tegelijkertijd wel behulpzaam zijn voor de vastlegging van de gemaakte afspraken en overwegingen die ten grondslag liggen aan de nieuwe regeling op een gestructureerde manier. Het kan verder dienen als informatiedocument voor werknemers en mogelijk de ondernemingsraad, personeelsvertegenwoordiging en/of personeelsvergadering.
Het is de bedoeling dat gepensioneerden bij hun pensionering de mogelijkheid krijgen om maximaal tien procent van de totale waarde van hun opgebouwde pensioen op te nemen als een 'bedrag ineens'. Deze regeling is onderdeel van de afspraken in het kader van het Pensioenakkoord en heeft tot doel om mensen meer flexibiliteit te geven gedurende de eerste jaren van pensionering.
Hoewel het dus nog niet bekend is wanneer deze mogelijkheid daadwerkelijk beschikbaar zal zijn, had het debat over ‘bedrag ineens’ oorspronkelijk plaats moeten vinden in week 14. De Tweede Kamer heeft het debat echter opnieuw uitgesteld, nu naar de week van 13 mei. Gezien de benodigde tijd die pensioenuitvoerders nodig hebben om de wet te implementeren, is 1 januari 2025 naar verwachting niet langer haalbaar. Wordt vervolgd.
In de Wet toekomst pensioenen is vastgelegd dat het aantal werknemers zonder pensioenregeling (‘witte vlek’) eind 2027 ten opzichte van 2019 moet zijn gehalveerd. Uit recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt inmiddels dat de witte vlek in 2022 is afgenomen van 936.000 werknemers naar 766.000 die geen pensioen opbouwen in de tweede pijler. In dezelfde jaren nam het aantal werknemers toe van 7 miljoen naar 7,3 miljoen.
Een aanzienlijk deel van de reductie in de afgelopen drie jaar is overigens te danken aan de toegenomen pensioenopbouw onder uitzendkrachten. Zo is per 1 juli 2023 de wachttijd van acht weken komen te vervallen en is per 1 januari 2024 de wettelijke toetredingsleeftijd voor iedereen verlaagd van 21 jaar naar 18 jaar.
Voor de werkgevers die geen pensioenregeling aanbieden aan hun werknemers hebben de SER en de Stichting van de Arbeid een stappenplan ontwikkeld. Het doel van dit stappenplan is om werkgevers te ondersteunen bij de totstandkoming van een pensioenregeling. Het stappenplan biedt een duidelijke beschrijving van de te nemen stappen en voorziet elke stap van een toelichting. Bij vragen kunt u ook contact opnemen met ons.
Eind volgend jaar loopt de versoepelde RVU (regeling voor vervroegde uittreding) af. De vakbonden van verschillende sectoren plannen al acties tegen de afschaffing. De eis die op tafel ligt is dat werknemers met zware beroepen ook na 2025 eerder kunnen stoppen met werken.
De huidige RVU-regeling houdt in dat iemand maximaal drie jaar voor de AOW-leeftijd met vroegpensioen kan gaan. Er ontstaat echter een probleem als de AOW-leeftijd verder blijft stijgen. Op dit moment is er een ruime meerderheid in de Tweede Kamer voor het behoud van de mogelijkheid tot vroegpensioen. De komende maanden zal duidelijk moeten worden hoe die eruit moet gaan zien. We houden u vanzelfsprekend op de hoogte van alle ontwikkelingen.
In een recent rapport van de AFM adviseert zij aan pensioenuitvoerders om deelnemers minstens één maand voor aanpassing van het variabel pensioen te informeren over de hoogte van de variabele pensioenuitkering. Volgens de AFM wordt het merendeel van de deelnemers nog steeds te laat geïnformeerd over de aangepaste pensioenuitkering.
In het nieuwe pensioenstelsel zal voor een groot deel van de pensioengerechtigden een variabele pensioenuitkering gaan gelden. Dit houdt in dat het persoonlijke pensioenkapitaal na pensionering van de deelnemer wordt doorbelegd. Uit een onderzoek van de AFM is gebleken dat slechts drie van de huidige dertien pensioenuitvoerders die een variabel pensioen aanbieden hun pensioengerechtigden meer dan één maand van tevoren informeerden. Het is van belang dat deelnemers jaarlijks tijdig op de hoogte worden gebracht van een stijging of daling van hun pensioen, zodat ze hun uitgavenpatroon kunnen aanpassen of kunnen anticiperen op mogelijke wijzigingen in toeslagen, aldus de AFM.
Uit de AFM Agenda 2024 kan worden afgeleid dat zij in 2024 verschillende doelen heeft. Één van deze doelen is ervoor zorgen dat de pensioentransitie begrijpelijk is voor de deelnemers. Daarnaast vindt ze het belangrijk dat de deelnemers goed geïnformeerd worden over de persoonlijke gevolgen van de transitie.
Om de doelen te bereiken zal de AFM in 2024 onder meer onderzoek gaan doen naar hoe pensioenuitvoerders het keuzebegeleidingsproces hebben ingericht. Het is de bedoeling dat de AFM in een vroeg stadium eventuele risico's met betrekking tot de verstuurde informatie kan identificeren en aanpakken. Daarnaast zal de AFM ook onderzoek doen naar de inrichting van de eerste transitie-Uniform Pensioenoverzichten.
In een nieuwe V&A op www.werkenaanonspensioen.nl wordt bevestigd dat het moment van transitie naar het nieuwe stelsel wordt bepaald op het niveau van de pensioenregeling. Als de pensioenovereenkomst overgaat naar het nieuwe stelsel, geldt het overgangsrecht dus niet meer voor die overeenkomst. Voor bestaande pensioenovereenkomsten die op 1 juli 2023 waren ondergebracht bij een pensioenuitvoerder, geldt dat tot het moment dat de pensioenuitvoerder overgaat op uitvoering van de gewijzigde pensioenovereenkomsten, de Pensioenwet van voor 1 juli 2023 (deels) van toepassing blijft. Alleen als een werkgever na 1 juli 2023 voor het eerst een pensioenregeling treft voor de werknemers, moet die pensioenovereenkomst direct voldoen aan alle nieuwe regels. Als een werkgever dus nu een nieuwe regeling aanbiedt aan de werknemers, moet die meteen voldoen aan de nieuwe regels. Zo kan u als werkgever meerdere transitiemomenten hebben. Vragen? Neem dan contact met ons op.
In het tweede seizoen van de podcastserie Pensioen Inside gaat PwC in gesprek met werkgevers, pensioenuitvoerders, uitvoeringsorganisaties en wetenschappers. In elke podcast zijn er praktische tips over de voorbereiding op het nieuwe pensioenstelsel. De eerste vier afleveringen van dit seizoen zijn nu te beluisteren. De eerste vier gasten zijn: Oak pensioen, Tilburg University, Athora Netherlands/Zwitserleven en het Nederlands Loodswezen BV.
Volg de podcast en ontvang een melding als een nieuwe aflevering beschikbaar is.