Akkoord met België over belastingheffing pensioenen

Nederland en België hebben overeenstemming bereikt over de toepassing van het tussen beide landen gesloten belastingverdrag over uit Nederland afkomstige aanvullende pensioenen van inwoners van België. België heeft op 23 maart jl. het akkoord gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.

Wat betekent dit voor u?

Voor een groep van ca 4.000 gepensioneerden in België met een uit Nederland afkomstig aanvullend pensioen dreigde een dubbele belastingheffing. De Nederlandse Belastingdienst had hen eind december 2017 laten weten dat de vrijstellingsbeschikkingen voor Nederlandse pensioenen en lijfrenten worden ingetrokken indien de jaarlijkse uitkeringen meer dan € 25.000 bedragen. De Nederlandse Belastingdienst zou dus belasting gaan heffen over deze pensioenen. België zou echter op grond van de eigen wetgeving ook gaan heffen over deze pensioenen. Nederland en België hebben daarom een onderlinge overlegprocedure gestart om een oplossing te vinden voor deze ongewenste situatie. Dat is nu gelukt waardoor er een einde is gekomen aan het belastingdispuut met België.

 

Achtergrond

In artikel 18 van het belastingverdrag met België is de verdeling van heffingsrechten over aanvullende pensioenen, lijfrenten en sociale zekerheidsuitkeringen vastgelegd. Uitgangspunt is dat het heffingsrecht over pensioenen is toegewezen aan de woonstaat. In bepaalde gevallen heeft ook de bronstaat (de staat die een fiscale faciliteit heeft verleend voor de pensioenopbouw) een heffingsrecht. Dat is het geval als het aanvullende pensioen:
1) in het verleden in de bronstaat voor fiscale faciliëring (zoals aftrek van pensioenpremies en het onbelast blijven van de opgebouwde pensioenaanspraken) in aanmerking is gekomen, en
2) de woonstaat dit aanvullende pensioen niet tegen het algemeen van toepassing zijnde belastingtarief voor inkomsten uit dienstbetrekking belast, dan wel het brutobedrag van het pensioen voor minder dan 90% in de heffing betrekt, en
3) het totale brutobedrag van de hierboven genoemde inkomsten uit de bronstaat in een kalenderjaar hoger is dan € 25.000.

Indien de bronstaat ook mag heffen, verleent de woonstaat een aftrek ter voorkoming van dubbele belasting. 

 

Aanleiding voor belastingdispuut met België

Naar aanleiding van een aantal uitspraken van Belgische rechters is onduidelijkheid ontstaan over de vraag of uit Nederland afkomstige aanvullende pensioenen betaald aan inwoners van België wel tegen het algemeen van toepassing zijnde belastingtarief kunnen worden belast in België. Indien dit wel het geval is, kan Nederland op basis van het belastingverdrag niet heffen over deze aanvullende pensioenen en vice versa. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat er inwoners van België zijn met een uit Nederland afkomstig aanvullend pensioen die in de afgelopen jaren in geen van beide landen belasting hebben betaald.

 

Wanneer kan Nederland toch heffen?

België en Nederland zijn met het akkoord overeengekomen in welke gevallen Nederland ook een heffingsrecht heeft over uit Nederland afkomstige aanvullende pensioenen. Nederland treedt terug als in België feitelijk volledig belasting is geheven over het uit Nederland afkomstige aanvullende pensioen. Mocht later blijken dat deze belastingheffing in België niet definitief tot stand zal komen, dan kan Nederland alsnog heffen. Dat is ook het geval als een inwoner van België met Nederlands aanvullend pensioen aldaar een beroepsprocedure aanhangig maakt. Nederland treedt pas definitief terug als in België onherroepelijk vaststaat dat feitelijk volledig belasting is geheven over het uit Nederland afkomstige aanvullende pensioen.

Informatie-uitwisseling

Nederland en België hebben afspraken gemaakt over informatie-uitwisseling om uitvoering te geven aan het tot stand gekomen akkoord. 

Contact

Daniël Sternfeld

Daniël Sternfeld

Partner, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)61 089 28 89

Volg ons