15/09/22
Nederlandse banken opereren in een steeds groter ecosysteem. Dat blijkt uit PwC’s nieuwste studie ‘ESG is the new driver of growth in the Dutch banking ecosystem’. In de periode 2016-2021 hebben banken gemiddeld vijftig tot zestig partnerships per jaar gesloten met derde partijen. Daarmee is het ecosysteem gegroeid met driehonderd procent ten opzichte van 2015 en de jaren daarvoor, toen het gemiddelde op vijftien partnerships per jaar lag. Het onderzoek van PwC gaat in op de populariteit van ESG-partnerships en belicht welke stappen banken kunnen ondernemen om hierin nog verder te groeien.
In 2021 werden er, ondanks de coronapandemie, 56 nieuwe partnerships aangekondigd, waarvan meer dan de helft samenwerkingen op het gebied van ESG. ‘Tot 2020 was digitalisering de belangrijkste reden voor Nederlandse banken om partnerships te sluiten met derde partijen’, vertelt Pieter Verheijen, ‘customer transformation’-expert bij PwC. Dit veranderde in 2021. Banken zitten nu middenin een ‘perfecte storm’. Sociale druk, regelgeving en aandeelhouders dwingen banken om transparanter te zijn over hun ESG-inspanningen. Duurzaamheid is daarom, naast digitalisering, een cruciaal onderdeel van de strategie van banken. Logisch dat zij daarom samenwerkingen aangaan met derde partijen om deze ESG-inspanningen te versnellen.’ Het onderzoek onderscheidt grofweg drie doelen bij banken voor deze ESG-samenwerkingen met derde partijen:
Het verbeteren van het productaanbod door klanten handvatten te bieden om hun impact op de omgeving en het klimaat te verminderen, is voor banken een van de redenen voor het aangaan van ESG-partnerships. Via partnerships bieden banken klanten tools en aanvullende diensten om hen te helpen bij de transitie naar een meer duurzame woning en levensstijl. Een voorbeeld is een online tool waarmee huisbezitters binnen drie minuten weten hoe ze hun woning kunnen verduurzamen, inclusief de kostenbesparing die dat oplevert.
Met het aangaan van partnerships gericht op het sociale aspect van ESG hebben banken het doel hun dienstverlening inclusiever maken, en daarmee sterker. Een voorbeeld daarvan is een samenwerking tussen ING en MEE toekomstcoach, waarin ING investeert in de toekomst van kwetsbare jongeren en vrouwen en hen helpt financieel weerbaar te worden. Ook richt een deel van de partnerships zich op het aansporen van klanten om sociale doelen te steunen. Dit soort voorbeelden van sociale impact door banken gaan we meer zien in de nabije toekomst.
Een deel van de ESG-partnerships heeft het doel gezamenlijke standaarden te ontwikkelen voor de interpretatie van regelgeving en rapportages over ESG-inspanningen. Denk aan een samenwerking tussen vijftien financiële instellingen om een gezamenlijke methodologie te ontwikkelen die de impact van hun leningen en investeringen op biodiversiteit meet en rapporteert. Deze partnerships bestaan vaak uit meerdere partijen. Daarnaast zien we samenwerkingen tussen banken en technologieplatformen die het verzamelen van de benodigde ESG-data voor rapportages faciliteren.
Vooruitkijkend verwachten we dat er in 2022 - naast ESG - ook een toename zal zijn in ‘embedded finance partnerships’. Dit zijn samenwerkingen om de financiële dienstverlening verder te integreren in de klantreis bij niet-financiële bedrijven. Verheijen: ‘Denk daarbij aan het automatisch afrekenen van een taxirit zonder dat je de bankapp daarvoor gebruikt of het afsluiten van een lening of een verzekering tijdens de aankoop van een product. Klanten verwachten steeds vaker zo’n soepele en geïntegreerde ervaring. Dit biedt kansen voor zowel banken als ‘fintech’ en ‘big tech’ om deze integratie van financiële producten te faciliteren en de groei van hun dienstverlening te vergroten.’ Het ‘Retail Banking 2025’-rapport gaat verder in op de ontwikkeling van ‘embedded finance’.
De PwC-studie naar ESG als de nieuwe aanjager van de groei van het Nederlandse bankenecosysteem laat zien dat het integreren van duurzaamheid in de financiële dienstverlening de toekomst heeft. Het is tegelijkertijd een heldere boodschap naar de sector en de gevestigde retailbanken in het bijzonder: stap af van het traditionele verticale bankieren en omarm het ecosysteem van partnerships met derde partijen.
‘Dat is in de praktijk misschien makkelijker gezegd dan gedaan’, besluit Verheijen. ‘De concurrentie in een snel veranderend financieel landschap waarin technologie zich steeds verder ontwikkelt, is immers groot. Om als bankensector in deze markt toch te kunnen meegroeien op het gebied van partnerships, zien wij drie belangrijke stappen die banken daarin kunnen nemen: