Duidelijkheid toepassing btw-nultarief levering en bevoorrading zeeschepen

26/11/18

De staatssecretaris van Financiën heeft op 20 november 2018 de lang verwachte wijziging van de toelichting op het btw-nultarief voor zeeschepen en luchtvaartuigen gepubliceerd. Vanaf 1 januari 2019 geldt dat alleen sprake is van een zeeschip als dit schip voor tenminste 70% wordt geëxploiteerd voor de vaart op volle zee en 100% commercieel wordt geëxploiteerd. Alleen dan kan het btw-nultarief worden toegepast voor de levering en bevoorrading. Het besluit geeft een definitie van een zeeschip. Verder wordt onder andere uitgelegd hoe kan worden aangetoond dat het schip tenminste 70% voor de vaart op volle zee wordt gebruikt en geeft een toelichting op de voorwaarde van volledig (100%) commerciële exploitatie.

Voor de maritieme sector betekent dit besluit dat leveranciers en exploitanten in kaart zullen moeten brengen voor welke zeeschepen het nultarief kan worden toegepast per 1 januari 2019. Leveranciers van goederen en diensten kunnen volstaan met het vermelden van het IMO-nummer op hun factuur en dienen verder te beschikken over een verklaring van de exploitant dat sprake is van een zeeschip. Om te voldoen aan deze gewijzigde regelgeving, zullen leveranciers en exploitanten hun ERP-systemen en processen/procedures hieromtrent moeten aan te passen.  

Aanleiding wijziging regelgeving

Op dit moment is de vrijstelling (in Nederland vormgegeven met het btw-nultarief) gekoppeld aan zogenoemde ‘zeeschepen’. Hierbij is het niet vereist dat deze zeeschepen ook daadwerkelijk worden gebruikt voor ‘vaart op volle zee’. De Europese Commissie heeft echter geconstateerd dat de Nederlandse regelgeving op dit punt te ruim is geformuleerd. Toepassing van het btw-nultarief op de levering en bevoorrading van zeeschepen wordt daarom aangescherpt.

Regelgeving per 1 januari 2019

Een schip kwalificeert voor de btw-regelgeving pas een zeeschip als aan verschillende voorwaarden wordt voldaan. Het schip moet voor tenminste 70% worden geëxploiteerd voor de vaart op volle zee. Additioneel is vereist dat het het zeeschip volledig (100%) commercieel wordt of zal worden gebruikt voor een industriële, handels- of visserijactiviteit. De ondernemer die de levering verricht dient dit aan te tonen aan de hand van boeken en bescheiden.

De nieuwe regelgeving nader bekeken

Aantonen nultarief

Om aan te tonen dat het schip wordt gebruikt voor de vaart op volle zee kan de betrokken ondernemer volstaan met het op de factuur vermelden van het IMO-nummer. Voor schepen die niet beschikken over een dergelijk nummer mag degene die het nultarief wil gebruiken ook op een andere manier aantonen dat het schip geschikt is voor volle vaart op zee. Daarbij kan worden gedacht de zeebrief.

Verder dient de ondernemer te beschikken over een verklaring van de exploitant dat is voldaan aan het 70% criterium en dat het schip 100% commercieel wordt gebruik.

Vaart op volle zee

Ook vaartuigen die in de offshore-industrie worden ingezet kunnen kwalificeren als zeeschepen. Hierbij valt te denken aan, zoals bijvoorbeeld drijvende boorplatforms die al dan niet op de zeebodem kunnen worden geplaatst, baggerschepen, pontons en schepen waarmee in zee kabels of pijpleidingen worden gelegd. De ‘volle zee’ omvat alle delen van de zee die niet behoren tot de territoriale wateren of de binnenwateren van Nederland.

70%-criterium

Het ingevoerde 70%-criterium kan op verschillende wijzen worden aangetoond. In beginsel wordt aangesloten bij de verklaring van de exploitant (voor zowel schepen met en zonder een bekend exploitatieverleden). Voor schepen met een bekend exploitatie verleden, kan de exploitant een van de volgende methodes hanteren: de gevaren afstand, het aantal trajecten, vaartijd/ operationele tijd of een gewogen gemiddelde voor een periode van vijf jaar volgens een van deze methodes.

Verklaring

De verklaring is vormvrij, maar dient wel te vermelden wie de exploitant van het schip is, of sprake is van een bekend exploitatie verleden of niet, op welk jaar de verklaring betrekking heeft en welke berekeningsmethode is gehanteerd voor berekening van het 70%-criterium.

Uitzondering

Voor reddingsboten en schepen voor hulpverlening geldt de voorwaarde van gebruik op volle zee niet. Voor deze categorie is het voldoende is dat het gebruik van deze vaartuigen geheel of nagenoeg geheel (voor tenminste 90%) op zee plaatsvindt (al dan niet binnen de territoriale wateren).

Beperking btw-nultarief

Gevolg is dat het nultarief niet meer van toepassing is op de levering en bevoorrading van schepen en diensten aan schepen die voor minder dan 70% buiten de ‘twaalf mijlszone’ opereren. In een dergelijke situatie is volgens de nieuwe regeling geen sprake meer van een zeeschip. Denk hierbij aan veerdiensten, sleepboten of commercieel geëxploiteerde jachten. In plaats van 0% dient voortaan 21% btw in rekening te worden gebracht. 

Contact

Mark Bodt

Senior Manager, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)65 111 08 39

Volg ons