De gemeente Den Haag streeft ernaar in 2040 geheel klimaatneutraal te zijn. Het pro-bonoproject waarin Siemens, de gemeente Den Haag en PwC bij de Haagse basisschool De Paradijsvogel hebben gewerkt aan het verbeteren van duurzaamheid, ondersteunt deze doelstelling.
Op microniveau is het project een goed voorbeeld van het samenbrengen van stakeholders met als doel het vinden van innovatieve en duurzame oplossingen. Het vermogen stakeholders te verbinden is een bepalende factor voor het succes van een stad.
‘Wat we al heel lang zien, ook in internationale onderzoeken, is dat succesvolle steden zich niet alleen focussen op economische factoren, maar vooral ook op duurzaam concurrentievermogen, zegt Peter Teunisse van PwC*. ‘Bij dat laatste is een duurzame en aantrekkelijke leefomgeving een van de belangrijke onderdelen. Het blijkt dat het succes van steden afhankelijk is van het vermogen om de driehoek economie, leefbaarheid en duurzaamheid met elkaar te verenigen.’
‘Vroeger was dat anders’, vult Siemens-manager Leo Freriks aan. ‘Als een stad het economisch goed deed, scoorde ze op het gebied van duurzaamheid en leefbaarheid vaak minder. Maar deze situatie is op de lange termijn niet houdbaar.’
*Update redactie:
Peter Teunisse is per 1 mei 2021 niet meer werkzaam bij PwC.
Leo Freriks en Peter Teunisse kennen elkaar uit het werkveld van urbanisatie en duurzaamheid en zijn actief in de netwerken rondom deze thema’s. In het kader van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid zijn zij het project bij De Paradijsvogel gestart. De Haagse basisschool had al duurzaamheidsinitiatieven ontplooid, zoals het in gebruik nemen van een plantenkas, maar het schoolbestuur had behoefte aan advies over nieuwe en vooral innovatieve stappen in het verduurzamingsproces. Leo Freriks: ‘PwC en Siemens brachten hun kennis in en konden mede dankzij de kennis van de gemeente over het onderwijsveld De Paradijsvogel verder helpen.’
PwC en Siemens kijken op dezelfde manier naar duurzaamheid en de relatie met stedelijke ontwikkeling, maar doen dat vanuit verschillende invalshoeken. In het project bij De Paradijsvogel vloeide dit samen. Peter Teunisse: ‘De input van PwC ging over de projectaanpak, de governance en de financiële kant van de zaak. Denk dan aan het vinden van alternatieve financieringsbronnen, het anders inrichten van de governance en de mogelijkheden van netwerkdenken. De inbreng van Siemens had vooral betrekking op de techniek.’
Leo Freriks: ‘Siemens heeft onder meer metingen gedaan en adviezen gegeven over technische oplossingen. Dit sluit aan bij onze expertise, want een groot deel van het portfolio van Siemens is gerelateerd aan duurzaamheid. Denk aan windenergie, energiebesparende verwarming en slimme en zuinige verlichting.’
In het project bij De Paradijsvogel hebben alle deelnemende partijen hun verantwoordelijkheid genomen en zijn zij in een lastig dossier tot doorbraken gekomen. Leo Freriks: ‘Het dossier is lastig omdat de financiering van schoolgebouwen erg complex is en het verder ontwikkelen en verduurzamen van hun vastgoed niet tot de primaire taken van een school behoort. De gemeente doet al veel, maar worstelt ook met het thema, omdat zij alleen juridisch eigenaar van de schoolgebouwen zijn en het economisch eigendom bij het schoolbestuur ligt zolang deze in het gebouw gevestigd is. Wie pakt dan de leiding? Vooral dankzij de input van PwC rond dit governance-vraagstuk zijn we met onze projectaanpak voor De Paradijsvogel toch uit dit vacuüm gekomen.’
De samenwerking tussen verschillende stakeholders vraagt volgens Peter Teunisse om een ander soort governance en leiderschap bij alle deelnemende partijen. ‘Als speler in een netwerk van verschillende entiteiten moet je een nieuwe verbindende rol vinden en heb je binnen organisaties leiderschap nodig dat is gespreid over meerdere personen, rollen en situaties.’
‘De investering in jonge mensen als het gaat om duurzaam gedrag, is tegelijkertijd een investering in de toekomstige bewoners van steden’, gaat Peter Teunisse verder. ‘Zij zullen in de toekomst bijdragen aan een verbetering van het duurzaam concurrentievermogen van hun stad. Belangrijk is ook dat het duurzaamheidsproject bij De Paradijsvogel een voorbeeldfunctie kan vervullen. Er ligt nu een plan van aanpak dat ook op andere scholen kan worden gebruikt. Dat werkt hopelijk als een vliegwiel.’
In nieuwe schoolgebouwen kan duurzame technologie worden meegenomen in de bouwfase, maar het grootste deel van de schoolgebouwen in Nederland bestaat uit oudere gebouwen en juist daar valt veel winst te halen.
Leo Freriks van Siemens: ‘Voor scholen is een slecht binnenmilieu, bijvoorbeeld te hoge CO2-waarden in de lucht, het grootste probleem. Dit is het meest urgent in gebouwen van zo’n tien jaar oud, omdat deze goed geïsoleerd zijn en onvoldoende ventilatiemogelijkheden hebben. Een slecht binnenmilieu heeft invloed op de gezondheid en de leerprestaties. Een goed en efficiënt ventilatiesysteem om de luchtkwaliteit te verbeteren is dan ook noodzakelijk’.
‘Maar naast het binnenmilieu kun je bij duurzaamheidsprojecten op scholen ook denken aan zonnepanelen, waterbesparing, afvalscheiding en het verbouwen van groente en fruit. Voor de technische oplossingen is bovendien het verdienmodel steeds gunstiger geworden, want de terugverdientermijnen worden steeds korter en de rendementen hoger.’
Peter Teunisse en Leo Freriks zaten samen met Ilma Merx, directeur Onderwijs en Jeugd van de gemeente Den Haag, in de stuurgroep van het corporate-responsibilityproject bij basisschool De Paradijsvogel. Zij hebben samen besloten om ook jonge professionals van PwC, Siemens en de gemeente Den Haag in te schakelen.
Peter Teunisse: ‘We wilden de kennis en ervaring van mensen die al verder in hun carrière zijn combineren met de frisse innovatieve ideeën van de jongere generatie. Het project gaat immers ook over jonge mensen en hun toekomst’.
PwC-consultant Thijs van Hest is zo’n jonge professional en hij had de leiding over de uitvoering van het project bij De Paradijsvogel. ‘We hebben een concreet project bij een school gekozen, omdat we de vele theorieën over duurzaamheid in de praktijk wilden brengen. Zo hadden we een praktische testcase om mee naar buiten te treden in plaats van weer een rapport over duurzaamheid dat in een la verdwijnt. Daar zijn er al genoeg van.’
Op een school kunnen kinderen al jong in aanraking komen met duurzaamheid. Thijs van Hest: ‘Kinderen die je nu leert over duurzaamheid nemen deze “groene gedachten” mee bij de keuzes die zij maken in hun volwassen leven. Het internationale Eco-Schools-keurmerk dat De Paradijsvogel heeft gekregen zorgt er bovendien voor dat leerlingen, ouders en schoolbestuur gestructureerd met duurzaamheid aan de slag gaan in projectteams. Dit is belangrijk, want als je iets met duurzaamheid wilt moet je het verankeren in de organisatie. Voor PwC en Siemens is het duurzaamheidsproject bij De Paradijsvogel zo goed als afgerond, maar het proces gaat dus gewoon door’.
Partner en sectorvoorzitter Lokale Overheden, PwC Netherlands
Tel: +31 (0)61 830 45 41