Hoewel de VN-doelen voor duurzame ontwikkeling nog maar relatief kort geleden het levenslicht zagen, zien we dat de eerste Nederlandse ondernemingen reeds rapporteren over deze zogenoemde sustainable development goals (SDG’s). Dat is heel goed nieuws, maar het is nu zaak dat ondernemingen zich gaan verdiepen in de onderliggende doelen van de SDG’s, waarmee ze echt impact kunnen maken.
Hans Schoolderman en Linda Midgley, PwC-experts op het gebied van duurzaamheid
In september 2015 heeft de VN een mondiale duurzame ontwikkelingsagenda voor 2030 vastgesteld. Deze agenda bevat zeventien doelen die gelden voor alle landen. De agenda moet een eind maken aan armoede, ongelijkheid en klimaatverandering. Zo zijn er doelen over gezondheid, onderwijs en schoon drinkwater. Ondernemingen kunnen in belangrijke mate bijdragen aan het behalen van de doelstellingen. Bovendien kunnen ze zich hiermee onderscheiden.
PwC was betrokken in de ontwikkeling van de SDG Compass, gelanceerd door GRI, UNGC en de WBCSD. Dit kompas geeft richtlijnen voor SDG’s en een inventarisatie van bedrijfsspecifieke SDG-indicatoren. Daarnaast heeft PwC de SDG Challenge opgezet om good practices in verslaggeving te identificeren. Bij die challenge zijn 25 Nederlandse ondernemingen betrokken en de conclusie is dat de SDG’s snel worden opgepikt. De SDG’s zullen dan ook naar verwachting de nieuwe ‘taal’ voor verslaggeving worden over de rol die ondernemingen spelen om van de wereld een betere plek te maken.
Tegelijkertijd zien we dat ondernemingen worstelen met het maken van keuzes. De SDG’s beslaan een breed terrein. En dat is meteen de uitdaging waar ondernemingen voor staan: waar moet ik beginnen?. Het is vooral belangrijk om in kaart te brengen welke SDG’s en onderliggende doelen het meest relevant zijn en aansluiten bij bedrijfsactiviteiten, en daarmee bij jouw bestaansrecht. Kortom, hoe creëer je als onderneming waarde en hoe kun je als onderneming een bijdrage leveren om de wereld weer iets beter te maken?
Achter de zeventien SDG’s zitten namelijk nog 169 uiteenlopende doelen. Het kiezen van één SDG houdt in dat een bedrijf ernaar streeft bij te dragen aan zo’n tien doelen. Zo gaat goal nummer 8 over economische groei en werkgelegenheid. Veel ondernemingen zien daarin voor hen een natuurlijke rol. Maar betekent dat dat zij zich vervolgens richten op het vergroten van de omzet (8.1), het verkleinen van de materiële voetafdruk (8.4) of het maximaliseren van de werkgelegenheid (8.5)? Als een onderneming de gekozen doelstelling(en) niet specificeert, blijft er veel ruimte voor interpretatie.
Dat is niet wenselijk. Allereerst maakt die ruimte het formuleren van doelstellingen subjectief. Als organisaties met dezelfde SDG-focus verschillende doelen nastreven, kunnen zij elkaar daarin moeilijk versterken. Bovendien is de rapportage over goals en doelen hierdoor nauwelijks te volgen, laat staan te vergelijken.
Als ondernemingen zich niet focussen op specifieke doelen, bestaat verder het gevaar dat de SDG’s geen stimulans voor verbeteringen worden. De goals zijn in het leven geroepen, omdat vooruitgang op het gebied van welzijn, gelijkheid en duurzaamheid in de maatschappij noodzakelijk is. Als het bedrijfsleven deze kritische, maar ambitieuze agenda beantwoordt door SDG’s te plooien naar al bestaande bedrijfsplannen, is dat een enorme gemiste kans.
De lancering van de VN-doelen voor duurzame ontwikkeling was een grote prestatie van internationale samenwerking. Nu is het zaak het momentum te benutten en recht te doen aan de inspirerende ambities die de SDG’s vertegenwoordigen.
Deze blog is eerder als opiniestuk geplaatst op de website van NRC Live.