Sylvie Bleker-van Eyk Senior Director, PwC Netherlands 26/10/20
Trustkantoren kennen momenteel een slecht imago. Door enkele schandalen en onthullingen worden ze vaak in verband gebracht met fraude en witwaspraktijken. Ondertussen wordt het toezicht op trustkantoren strenger en hebben ze te maken met de zogeheten maatschappelijke betamelijksheidsnorm. Daarbij is het goed dat zij maatschappelijke betamelijkheid niet zien als het zoveelste compliance-vereiste, maar zich richten op de kansen die naleving van de norm met zich meebrengt, betoogt Sylvie Bleker, PwC-expert op het gebied van cyberforensic & privacy.
In de Wet op het financiële toezicht (Wft) is bepaald dat financiële instellingen een integere bedrijfsuitoefening moeten voeren, overeenkomstig het ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer. Een soortgelijke bepaling is opgenomen in de Wet toezicht trustkantoren (Wtt). Daarin staat echter geen definitie van maatschappelijke (on)betamelijkheid. Het gaat dus om een zogenoemde ‘open norm’. In de toelichting bij de Wtt en in de Beleidsregel maatschappelijke betamelijkheid trustkantoren is wel meer informatie te vinden: de norm verwacht dat trustkantoren zich bewust zijn van hoe er binnen de maatschappij wordt gedacht over activiteiten die zij uitvoeren voor hun klanten. Vooral belastingontduiking en belastingontwijking spelen hierbij een rol. Vervolgens vereist de norm dat de trustkantoren regelmatig hun activiteiten tegen het licht van de maatschappelijke discussie houden en voorsorteren op de maatschappelijke discussie.
Een open norm vereist dus een invulling vanuit de organisatie zelf, waarbij de norm gebruikt wordt om te navigeren op basis van hetgeen als maatschappelijk betamelijk wordt geacht binnen de samenleving. De publieke opinie speelt hierbij een belangrijke rol en die verandert tegenwoordig in een rap tempo. Mede door toedoen van (sociale) media worden onderwerpen direct uitvergroot.
Om de maatschappelijke betamelijkheidsnorm in de praktijk brengen, is het belangrijk dat een organisatie eerst haar kerndoelstelling definieert. Vervolgens moet zij bepalen welke ‘waarden’ nodig zijn om deze doelstelling te verwezenlijken. De doelstelling en waarden moeten vervolgens worden verweven in de bedrijfsprocessen. Gedurende dit hele traject speelt zowel interne als externe communicatie een belangrijke rol: intern als ‘driver’ voor de verandering en extern om de stakeholders en daarmee ook de maatschappij mee te nemen in deze verandering.
Bij trustkantoren is het primaire doel van de norm maatschappelijk onbetamelijke transacties binnen en/of door het kantoor te voorkomen. De Nederlandsche Bank (DNB) houdt daarop toezicht. Daarbij richt DNB op de invulling van het beleid en het inregelen van processen en procedures bij trustkantoren. DNB velt daarbij geen oordeel over het trustkantoor of zijn medewerkers. Maar er kunnen wel consequenties volgen als een trustkantoor nalaat op de juiste manier aan te sturen op maatschappelijke betamelijkheid. Nog een reden voor trustkantoren om goed naar hun ‘license to operate’ te kijken.
Trustkantoren doen er goed aan om maatschappelijke betamelijkheid niet te zien als het zoveelste compliance-vereiste, maar zich te richten op de kansen die naleving van de norm met zich meebrengt:
Van groot belang hierbij is de duidelijke interne en externe communicatie: zeg wat je doet en doe wat je zegt.
Omdat de strijd tegen witwassen en terrorismefinanciering hoge prioriteit heeft van wetshandhavers en financiële regelgevers, moet het ook een topprioriteit...
Of een organisatie al dan niet compliant is, is essentieel voor haar reputatie en continuïteit
Fraude is een ernstige zaak. U moet erop reageren, maar hoe, dat is niet altijd meteen duidelijk. PwC helpt u niet alleen adequaat te reageren, maar ook bij het...