Het is belangrijk om werknemers van buiten de familiekring aan te trekken. Geschikte werknemers zijn namelijk niet altijd binnen de familie te vinden. Uit PwC-onderzoek blijkt ook dat werknemers van buitenaf sneller aansturen op internationale expansie, het aanboren van nieuwe markten en het ontwikkelen van nieuwe producten. Het aantrekken van externe krachten kan voor u daarom bijzonder lonend zijn.
In de praktijk blijkt het voor familiebedrijven toch lastig te zijn om de externen toe te laten in hogere posities. In 83 procent van de gevallen is de familie de grootaandeelhouder van het bedrijf en bestaat het management uit familieleden. Voor posities onder het managementniveau leidt dit ertoe dat familiebedrijven minder aantrekkelijke werkgevers zijn.
Familiebedrijven kampen met het imago dat externe werknemers minder groeimogelijkheden hebben dan hun collega’s die via de familielijn aan het bedrijf verbonden zijn. Andere grote ondernemingen hebben vaak participatie- en beloningsplannen. Verder blijkt dat wanneer familieleden zich te veel bemoeien met het HR-beleid, niet-familie collega’s zich vaker ondergewaardeerd voelen. Wat betreft de topmanagementposities zijn met name de oprichters beschermend ten opzichte van hun familiebedrijf. Voor latere generaties geldt dit overigens minder.
Het toelaten van externe professionals hoeft niet de hele identiteit van het familiebedrijf te veranderen. Hier ligt alleen een uitdaging om enerzijds het sterke familiegevoel te behouden en om anderzijds invloed van buitenaf te accepteren en hun expertise te benutten. Kijk dus voor nieuwe werknemers niet alleen naar hun capaciteiten en competenties, maar ook naar hun ‘fit’ met de familiecultuur.
Tax Partner en Regioleider ZuidWest, PwC Netherlands
Tel: +31 (0)62 295 34 75