Het toenemende belang van niet-financiële informatie (deel 2)

Ontwikkelingen op het gebied van niet-financiële informatie volgen elkaar in hoge snelheid op. Wat zijn de meest recente ontwikkelingen uit Europa en wat moeten ondernemingen de komende jaren gaan rapporteren op het gebied van duurzaamheid?

Akkoord van Parijs heeft geleid tot meer aandacht voor duurzaamheidsverslaggeving

Het akkoord van Parijs van 2015, waarin werd afgesproken dat de opwarming van de aarde tot maximaal 2 graden Celsius ten opzichte van het pre-industriële niveau beperkt moet worden, heeft de aandacht voor klimaatverandering en duurzaamheid een kickstart gegeven. Op het niveau van zowel overheden als private ondernemingen is er veel aandacht voor het versnellen van duurzame groei en het faciliteren hiervan door, onder andere, het ontwikkelen van internationale verslaggevingsstandaarden. Ook de Europese Commissie heeft klimaatverandering, en de regelgeving daaromtrent, nadrukkelijk op de radar staan. En daar gaan wij in Nederland uiteraard mee te maken krijgen.

In het eerste deel van dit artikel, in jaargang 2021, uitgave 1, werd stilgestaan bij de huidige regelgeving, lopende initiatieven van standard setters en andere stakeholders en verdere ontwikkelingen in de regelgeving. In dit tweede deel wordt ingegaan op het in april aangenomen voorstel van de Europese Commissie voor een richtlijn inzake duurzaamheidsverslaggeving, die mede is gebaseerd op de adviezen van de European Financial Reporting Advisory Group. En op de relatie hiertussen met andere nieuwe regelgeving. 

Pakket aan maatregelen met betrekking tot duurzame financiering

De Europese Commissie heeft op 21 april 2021 een ambitieus en veelomvattend pakket maatregelen aangenomen om de geldstroom naar duurzame activiteiten in de hele Europese Unie te helpen verbeteren. Het aangenomen ‘duurzame financieringspakket’ is onderdeel van het in 2018 gelanceerde EU-actieplan voor de financiering van duurzame groei en bestaat onder andere uit de volgende maatregelen:

  • EU-taxonomie: nieuwe regelgeving die bepaalt welke economische activiteiten in de ogen van de Europese Commissie als duurzaam aangemerkt kunnen worden en in eerste instantie een substantiële bijdrage kunnen leveren aan de mitigatie van en adaptatie aan klimaatverandering; en
  • voorstel voor de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD), ter vervanging van de uit 2014 daterende Non-Financial Reporting Directive (NFRD).

Gezamenlijk moeten deze maatregelen investeerders beter in staat stellen om te begrijpen welke economische activiteiten van ondernemingen duurzaam zijn om zo hun investeringen te heroriënteren in de richting van meer duurzame technologieën en bedrijven. Het uiteindelijke doel van de Europese Commissie is om zo Europa tegen 2050 klimaatneutraal te maken. Naast de genoemde maatregelen is ook de Verordening betreffende informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector (SFDR) van toepassing. Voor meer achtergrond hierover wordt verwezen naar het artikel ‘Hoe duurzaam zijn de verschillen tussen de EU-taxonomie en de SFDR’ in Spotlight 2021, uitgave 1.

EU-taxonomie

De EU-taxonomie introduceert een classificatiesysteem voor duurzame economische activiteiten, ook wel de ‘green list’ genoemd. Het doel is een gemeenschappelijke ‘taal’ te creëren die investeerders kunnen gebruiken bij hun beslissingen om investeringen te doen in projecten en economische activiteiten die een positieve uitwerking hebben op het klimaat.

De EU-taxonomie richt zich vooralsnog op ecologisch duurzame doelstellingen. De Commissie past daarbij een stapsgewijze aanpak toe. Eerst zijn de technische screeningscriteria voor twee van de zes milieudoelstellingen uitgewerkt, te weten ‘mitigatie van klimaatverandering’ en ‘adaptatie aan klimaatverandering’; zie hiervoor ook het tijdpad verderop in dit artikel.

De EU-taxonomie is aanvankelijk van toepassing op financiëlemarktdeelnemers die producten in de EU aanbieden en (andere) grote organisaties van openbaar belang (OOB’s) met meer dan 500 werknemers (zoals gedefinieerd in de NFRD). Vanaf boekjaar 2023 wordt deze scope verder uitgebreid.

Financiëlemarktdeelnemers zijn verzekeringsondernemingen die verzekeringsgerelateerde beleggingsproducten aanbieden (IBIP), beleggingsondernemingen die portefeuillebeheer verzorgen, instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening (IBPV), aanbieders van pensioenproducten, alternatieve-beleggingsfondsbeheerders (AIFM), aanbieders van persoonlijke pensioenproducten (PEPP), beheerders van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds, beheerders van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapfonds, beheermaatschappijen van een instelling voor collectieve belegging in effecten (ICBE), en kredietinstellingen die portefeuillebeheer verzorgen.

Niet-financiële ondernemingen moeten onder andere de volgende KPI’s gaan rapporteren:

  • het aandeel van de EU-taxonomieconforme omzet ten opzichte van de totale omzet;
  • het aandeel van de geactiveerde investeringen (‘CapEx’) die als duurzaam worden aangemerkt ten opzichte van de totale geactiveerde investeringen; 
  • het aandeel van directe niet-gekapitaliseerde kosten (‘OpEx’) die i. gerelateerd zijn aan activa of processen die verband houden met taxonomieconforme economische activiteiten, ii. onderdeel zijn van een investeringsplan om activiteiten taxonomieconform te maken, of iii. gerelateerd zijn aan individuele maatregelen, ten opzichte van het totaal van een specifieke lijst directe niet-gekapitaliseerde kosten.

Financiële instellingen moeten diverse KPI’s rapporteren, afhankelijk van het type financiële instelling. Ook moeten zowel financiële als niet-financiële ondernemingen kwalitatieve informatie verstrekken.

Om aan de rapportageverplichtingen te kunnen voldoen, heeft een onderneming veel en gedetailleerde data nodig. Momenteel zijn er nog maar weinig ondernemingen die deze specifieke datapunten in voldoende detail (kunnen) genereren.

Sinds de publicatie van het vorige Spotlight-artikel over dit onderwerp heeft de Europese Commissie een consultatiepaper uitgebracht met daarin voorstellen voor EU-taxonomietoelichtingen. Het eerste deel van de voorgestelde toelichtingsvereisten is van kracht per 1 januari 2022. Dit betreft alleen het openbaar maken van het aandeel van de economische activiteiten dat wel in aanmerking komt voor de taxonomie en het aandeel dat daar niet voor in aanmerking komt, en de bijbehorende kwalitatieve informatie. Ondernemingen hoeven in 2022 dus nog niet te rapporteren over de mate waarin de in aanmerking komende economische activiteiten in lijn zijn met de EU-taxonomie. Dit laatste moet pas vanaf 1 januari 2023. Dit vermindert tijdelijk de rapportagedruk op ondernemingen, maar zij kunnen alsnog niet achterover gaan leunen. De informatie die nodig is voor de in aanmerking komende economische activiteiten is vaak ook nog niet in voldoende mate aanwezig.

CSRD

Een belangrijk onderdeel van het initiatief van de Europese Commissie is gericht op uitbreiding van de rapportageverplichting over duurzaamheid. En die verplichting gaat niet alleen gelden voor de grote OOB’s, maar voor veel meer ondernemingen. Om die reden is recent de Europese Richtlijn inzake duurzaamheidsrapportage (CSRD) gepubliceerd. Dit is de opvolger van de huidige richtlijn 2014/95/EU, de NFRD. De belangrijkste veranderingen ten opzichte van de huidige richtlijn worden hieronder uiteengezet. 

De scope van de rapporterende entiteiten wordt uitgebreid

In artikel 19a van de oude richtlijn, de NFRD, is de scope gedefinieerd: grote ondernemingen die ‘public interest entities’ zijn, en die meer dan 500 werknemers hebben. Deze criteria zijn ook als zodanig geïmplementeerd in het Besluit bekendmaking niet-financiële informatie, dat vanaf boekjaar 2017 van toepassing is in Nederland.

Met de nieuwe richtlijn, de CSRD, zullen alle grote ondernemingen en alle ondernemingen die op gereglementeerde markten van de EU genoteerd zijn (met uitzondering van micro-ondernemingen) de EU-standaarden voor duurzaamheidsverslaggeving moeten toepassen. Het toepassingsgebied omvat ook ‘niet-EU-ondernemingen’, opgericht buiten een EU-lidstaat, met een notering aan een gereglementeerde markt binnen de EU en dochtermaatschappijen van een niet-EU-onderneming.

De scope van rapporterende entiteiten wordt daarmee vervijfvoudigd. De rapportageverplichting gaat nu bijvoorbeeld ook gelden voor grote familiebedrijven en private-equityondernemingen.

Let op: in Nederland kennen we ook een andere categorie OOB’s. Dat zijn instellingen die in het kader van de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta) als OOB zijn aangewezen, zoals netbeheerders, toegelaten instellingen als bedoeld in artikel 1 lid 1 van de Woningwet (woningcorporaties) en grote pensioenfondsen. Deze categorie valt nadrukkelijk niet onder de scope van de NFRD en het Besluit bekendmaking niet-financiële informatie en is daarmee ook niet onderworpen aan bijvoorbeeld de EU-taxonomie. Netbeheerders en de andere Wta-OOB’s hoeven daarmee ook geen KPI’s op te stellen als bedoeld in de EU-taxonomie.

De inhoud van het verslag wordt uitgebreid

In aanvulling op de bestaande bepalingen, introduceert de CSRD vereisten voor ondernemingen om informatie te verstrekken over de impact van de onderneming op duurzaamheidsfactoren, en hoe duurzaamheidsfactoren de ontwikkeling, prestaties en positie van de onderneming beïnvloeden, waaronder:

  • strategie;
  • doelstellingen en voortgang ten opzichte van de doelen;
  • governance (de rol van de raad van bestuur, commissarissen en het management);
  • de belangrijkste negatieve effecten die verband houden met de onderneming en de waardeketen;
  • de voornaamste risico’s en afhankelijkheden;
  • niet-geactiveerde immateriële activa; en
  • de wijze waarop de onderneming de informatie die ze rapporteert heeft geïdentificeerd.

Ook specificeert de richtlijn dat ondernemingen moeten rapporteren over kwalitatieve en kwantitatieve informatie, toekomstgerichte en retrospectieve informatie, en informatie die de korte, middellange en lange termijn bestrijkt. Daarnaast zullen er nieuwe, gedetailleerde EU-standaarden voor duurzaamheidsverslaggeving worden vastgesteld. 

Duurzaamheidsinformatie wordt opgenomen in het bestuursverslag

Duurzaamheidsverslaggeving moet worden opgenomen in het bestuursverslag en kan niet langer als een afzonderlijk verslag worden uitgebracht. Nu gebeurt het nog regelmatig, bijvoorbeeld bij banken, dat er een apart sustainability report wordt uitgebracht op een ander moment dan de publicatie van het bestuursverslag. Om de integratie van niet-financiële informatie met financiële informatie te verbeteren, moet de informatie nu worden opgenomen in het bestuursverslag bij de jaarrekening. Bovendien moeten ondernemingen hun rapportage in een elektronisch rapportageformat opstellen en de informatie in het rapport digitaal taggen. Hierdoor kan de informatie worden opgenomen in het Europese centrale toegangspunt en wordt de informatie beter toegankelijk en analyseerbaar. 

Invoering van assurance met beperkte mate van zekerheid

Om de betrouwbaarheid van de duurzaamheidsverslaggeving te vergroten, moeten de ondernemingen die binnen de regelgeving vallen assurance met een beperkte mate van zekerheid verkrijgen over de gerapporteerde duurzaamheidsinformatie. In een later stadium kan dit overgaan in een redelijke mate van zekerheid.

Aansluiting bij wet- en regelgeving op het gebied van duurzaamheidsrapportages

Een van de doelen van de uitbreiding van de doelgroep van de NFRD in de nieuwe CSRD en de informatie die gerapporteerd moet worden, is dat er voldoende publieke informatie beschikbaar komt zodat de financiële instellingen op hun beurt aan hun rapportageverplichtingen kunnen voldoen. Er zijn dan ook allerlei connecties tussen de verschillende regelgevingen, waarbij de CSRD de basis is:

  • De in lokale wetgeving geïmplementeerde NFRD bepaalt het toepassingsgebied van de EU-taxonomie. Alle ondernemingen die in scope zijn van de NFRD, en straks de CSRD, moeten de kritische prestatie-indicatoren rapporteren zoals voorgeschreven in de EU-taxonomie.
  • Deze scope heeft indirect ook impact op de rapportageverplichtingen van financiële instellingen onder de EU-taxonomie en de SFDR. Immers, de financiële instellingen moeten in hun KPI’s informatie opnemen over de mate waarin hun investeringen in ondernemingen die in scope zijn van de CSRD in lijn zijn met de EU-taxonomie.

Tijdslijnen

Er gaat in korte tijd veel gebeuren. In tabel 1 zijn de ontwikkelingen in chronologische volgorde weergegeven, met de volgende onderverdeling:

  • NFRD/CSRD
    De CSRD is van toepassing op grote ondernemingen en ondernemingen genoteerd aan een Europese beurs (exclusief micro-ondernemingen).

    Het tijdschema van de uitvoering is ambitieus. Eind 2022 moeten de lidstaten de CSRD in hun nationale wet- en regelgeving hebben verankerd. Hierbij geldt dat lidstaten wel strengere regels mogen opstellen, maar de richtlijn niet minder streng mogen implementeren. De eerste set standaarden wordt halverwege 2022 verwacht en zal van toepassing zijn op de verslagperiode 2023. Beursgenoteerde SME’s (kleine en middelgrote ondernemingen) krijgen uitstel tot de verslagperiode 2026.
  • EU-taxonomie
    De EU-taxonomie is van toepassing op financiëlemarktdeelnemers die producten in de EU aanbieden en (andere) grote organisaties van openbaar belang (OOB’s) met meer dan 500 werknemers (zoals gedefinieerd in de NFRD).

    De EU-taxonomie is op 12 juli 2020 in werking getreden. De gedetailleerde technische screeningscriteria voor de eerste twee doelstellingen zijn in april dit jaar gepubliceerd. De eerste toelichtingsvereisten gaan per 1 januari 2022 gelden. Dit betekent dat alle periodieke rapportages die na deze datum door ‘in scope’-ondernemingen worden gepubliceerd, de volgens de EU-taxonomie vereiste informatie moeten verschaffen
  • SFDR
    De SFDR is van toepassing op financiëlemarktdeelnemers die financiële producten aanbieden en financieel adviseurs, met inbegrip van kredietinstellingen en beleggingsmaatschappijen die beleggingsportefeuilles beheren, fondsbeheerders, aanbieders van verzekeringsgerelateerde beleggingsproducten en de meeste pensioenfondsen.

    De SFDR is op 9 december 2019 in het Publicatieblad van de EU gepubliceerd. De eerste toelichtingsvereisten onder de SFDR gelden per 10 maart 2021. De draft Regulatory Technical Standards (RTS) waarin de toelichtingsvereisten nader worden uitgewerkt, is op 2 februari 2021 gepubliceerd.

Tabel 1. Tijdslijn van inwerkingtreding van de regelgeving

Wanneer

EU-taxonomie

NFRD/CSRD

SFDR

Maart 2021

 

 

SFDR-vereisten gelden op entiteit- en productniveaus voor websites, precontractuele rapportages en periodieke rapportages (niveau 1).

2022

In rapporten die vanaf 1 januari 2022 uitkomen:
  • Niet-financiële ondernemingen: Rapporteren over het aandeel van in aanmerking komende economische activiteiten met betrekking tot de eerste twee doelstellingen van de taxonomieregelgeving.
  • Financiële ondernemingen: het aandeel van de voor de taxonomie in aanmerking komende exposure ten opzichte van de totale exposure.
  • Voor beide typen ondernemingen: kwalitatieve informatie.

De eerste set standaarden wordt halverwege 2022 verwacht (deze standaarden zijn van toepassing op de verslagperiode 2023).

 

SFDR-vereisten van kracht in periodieke rapportages, precontractuele rapportages en op de website.

 

2023

Rapporteren over alle KPI’s, inclusief bijbehorende informatie, met betrekking tot de eerste twee doelstellingen in rapporten die vanaf 1 januari 2023 uitkomen.

Rapporteren over de doelstellingen drie tot en met zes.

 

 

2024 en verder

 

Rapporteren volgens de eerste set standaarden over de verslagperiode 2023.

Rapporteren volgens de tweede set standaarden startend vanaf de verslagperiode 2024.

Kleine en middelgrote beursgenoteerde ondernemingen zullen de eerste set standaarden moeten gaan toepassen vanaf de verslagperiode 2026.

 

Conclusie

De EU-taxonomie en de recent gepubliceerde CSRD zijn op respectievelijk korte termijn en iets langere termijn een uitdaging voor alle partijen betrokken bij de verslaggeving en de controle van de duurzaamheidsinformatie. Ondernemingen die tot nu toe nog niet in scope waren van de NFRD moeten tijdig gaan zorgen voor adequate interne processen en systemen om conform de regelgeving te kunnen rapporteren. Ook moeten alle rapporterende ondernemingen méér informatie aanleveren dan voorheen. De accountant moet ervoor zorgen dat hij voldoende kennis heeft om een oordeel te geven bij de duurzaamheidsinformatie. Dit alles met een gezamenlijk doel aan de horizon: een duurzame samenleving en ‘net zero’ tegen 2050. 

Contact us

Hugo van den Ende

Hugo van den Ende

Senior Director, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)65 364 51 09

Evelien Spitteler

Director, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)61 300 10 22

Volg ons