Hilbrand Katsma kan zich het moment nog herinneren dat er bij hem iets brak. Het was in de nasleep van de financiële crisis, jaren waarin de bouw een ware kaalslag beleefde. Tweehonderdduizend bouwvakkers verlieten de sector, 2300 aannemers gingen failliet. 'In die jaren was het voor ons heel lastig om geld te verdienen. De kostprijs van een woning lag tien procent boven wat de klant nog wilde of kon betalen. Dat was voor ons de aanzet om heel grondig na te denken hoe we als bouw meer, beter met minder konden doen. Waar kunnen we kosten reduceren, onze manier van werken optimaliseren, verspillingen voorkomen?'
De doelen die Van Wijnen zich daarbij stelde, waren ambitieus: de bouwtijd van een woning halveren van 120 naar minder dan zestig dagen, en de bouwkosten 'substantieel' verlagen. 'Met een flinke inspanning lukte dat ook. Met een combinatie van 3D-modelleren en “lean” werken, virtueel bouwen noemden wij dat, bouw je een project eerst helemaal in je hoofd. Daarbij probeer je zoveel mogelijk verspilling eruit te halen, de planning heel strak te zetten en alle voorzieningen precies in te plannen. En dan ga je los.'
Een van de concepten die Katsma daarbij had uitgewerkt, betrof de bevoorrading van een bouwproject. Elke dag na vier uur zou een vrachtauto op de bouwplaats in elke woning alle materialen afleveren die de volgende dag nodig waren. 'Dat hadden we helemaal uitgedacht met een bouwmaterialenhandel en een transportbedrijf. We hadden een loods daarvoor gehuurd, het zat goed in elkaar. Maar het kost natuurlijk best veel geld. Dus ik ging onderhandelen met onze ketenpartners, waaronder een stukadoorsbedrijf. “De tegels staan nu klaar, jullie hoeven niet meer te sjouwen en alleen nog maar te plakken. Wat krijg ik daarvoor van jou terug?” Zijn antwoord was dat de prijs met tweeënhalve euro vierkante meter omhóóg ging, want dat was wat hij nou niet meer verdiende aan zijn opperman. Dat was voor mij toen zo ongeveer het breekpunt.'
Dat was mede aanleiding tot een aantal fundamentele vragen over de toekomstbestendigheid van het bouwbedrijf. 'Van Wijnen bestaat al dik honderd honderd jaar, maar als de bouw weer zo'n klap krijgt, zijn we er dan nog? De huidige woningbouw is niet schaalbaar, de sector gaat het nooit voor elkaar krijgen om 100.000 woningen per jaar te bouwen op de bestaande manier. En kijk naar het personeelstekort, de steeds strengere milieueisen, de verspilling, de grondstoffenschaarste, allemaal thema's die onze toekomst steeds complexer maken. De oplossing vond ik niet in de traditionele manier van werken. Dus als we blijven doen wat we altijd deden, wordt dat uiteindelijk misschien wel de ondergang van ons bedrijf.'
'Wat is een bouwbedrijf tegenwoordig? Als aannemer zijn we nu vooral een regisseur. 85 procent van wat wij doen, besteden we uit. Het nadeel daarvan is dat je voor een transitie een hele keten in beweging moet brengen van partijen die je wel betaalt, maar niet bij jou op de loonlijst staan. Dan krijg je wat er gebeurt in het voorbeeld van die stukadoor. En tijdens de crisis zag ik nog wel dat we partijen een prikkel konden geven om met ons mee te denken en te bewegen. Een aantal daarvan raakte daardoor ook echt geïnspireerd. Maar ik vond het teleurstellend dat zodra het ook maar iets beter ging, het gros van de bedrijven weer voor de makkelijke weg koos en meeliftte met een aannemer die ze werk gunt. Dat is allemaal best begrijpelijk, maar het maakt wel dat echte innovatie in onze industrie bijna niet wordt doorgevoerd. Mijn conclusie, na alles wat we hebben geprobeerd rondom virtueel bouwen, was keihard: het is kansloos om grootschalige optimalisaties door te voeren met deze versnipperde keten.'
Die conclusie betekent het begin van wat Katsma omschrijft als 'tien jaar van mijn leven vol PowerPoint- en Excelterreur.' Zijn doel is namelijk om, samen met vooral Peter Hutten, toen regiodirecteur Van Wijnen Noord en nu de CEO, de plannen voor industrieel bouwen uit te werken en mede-directieleden en aandeelhouders te overtuigen van kansen, noodzaak en haalbaarheid van deze grote sprong voorwaarts. De belofte die daarbij hoort, is 'betaalbaar, mooi en duurzaam wonen voor iedereen'. Om die belofte te kunnen waarmaken ontwikkelt Katsma met een steeds groter wordend team 'een modulair platform voor wonen dat steunt op een compleet geïndustrialiseerd proces dat van A tot Z is gedigitaliseerd'.
Handicap daarbij is dat wat Katsma voor ogen heeft, nog nergens bestaat. 'Als jij een autofabriek wilt beginnen, kun je die gewoon bestellen en staat hij er binnen vier jaar. Wij konden nergens afkijken.' Wel steekt Katsma zijn licht op bij andere industriële bedrijven als Volkswagen, BMW en Airbus, die ook seriematig produceren. 'Dat soort partijen investeren gigantisch in platformontwikkeling en automatisering van de productie. De kracht van die autofabrikanten zit in hun platform. Jarenlang had BMW alleen de 3- en de 5-serie. Daar kwam ooit de 7-serie bij, en toen tijden weer niets. Vervolgens had je ineens ook een 1, een 2, een 4, een 6 en nu ook een 8. En waarom? Omdat ze toen een platform hadden! De 3 en de 5 waren compleet verschillende auto's, apart ontwikkeld en ontworpen en ze werden gebouwd in verschillende fabrieken. Nu hebben ze fabrieken waar al die modellen gewoon over één lijn lopen. Dat wilden wij in essentie ook hebben.'
‘De huidige woningbouw is niet schaalbaar, de sector gaat het nooit voor elkaar krijgen om 100.000 woningen per jaar te bouwen op de bestaande manier. En kijk naar het personeelstekort, de milieueisen, de verspilling, de grondstoffenschaarste, allemaal thema's die onze toekomst steeds complexer maken.’
Hilbrand Katsmaalgemeen directeur Van Wijnen ComponentsGroot verschil tussen de bouw en de auto-industrie is alleen dat je een zelfgetekende auto niet door Volkswagen kunt laten bouwen. 'Maar wij hebben wel te maken met allerlei mensen die iets vinden over hoe een huis eruit moet zien. Er zijn stedenbouwkundige randvoorwaarden die nog een schoorsteen voorschrijven, ook als die de plek van vier zonnepanelen inneemt. Er is het bestemmingsplan waarin staat hoe hoog de goot moet zijn en welke kleur steen de voorkeur heeft. De welstandscommissie keurt op esthetica en er kijken wel twintig architecten naar een project die soms letterlijk vinden dat de deur tien centimeter moet opschuiven. Dat is de wereld waarin wij vooruit moeten. En dan vinden ook de ontwikkelaar, een bouwer en de uiteindelijke bewoners er nog iets van. Dus je moet heel veel variatie kunnen bieden wil je aan al die vragen tegemoet kunnen komen. Anders krijg je geen bouwvergunning en wordt het niet gerealiseerd.'
Die noodzaak om die variatie te kunnen bieden, is voor Van Wijnen reden om bewust te kiezen voor een 2D-platform voor het maken van wanden, vloeren en gevels. 'Daar is eindeloos mee te variëren, we kunnen letterlijk miljoenen verschillende woningen samenstellen. En we hebben niet te maken met beperkingen die vastzitten aan het transport van 3D-modules.'
'Die fabriek is state-of-the-art en onmisbaar voor wat we doen, maar uiteindelijk toch maar een middel. De echte kracht zit in de platformontwikkeling. Alleen daar hebben we al vijftig miljoen euro in geïnvesteerd. Dus dat wat je van de buitenkant niet ziet, is het meest unieke. We gebruiken een configurator waarmee onze verkoopfadeling, samen met de klant en een architect een woning ontwerpt. In die configurator kunnen we eindeloos veel diversiteit kwijt. Voor een gevel kun je daarin éénsteens- of halfsteensmetselwerk aanklikken, met dikkere stenen of dunnere stenen of stenen in andere kleuren. Een ook verschillende voegwerken, in meerdere kleuren.’
'In deze fabriek werken nu 60 mensen in de directe productie en die hebben het arbeidspotentieel van 1.350 traditionele bouwvakkers. Even los van de assemblageteams betekent dat een verhoging van de arbeidsproductiviteit met meer dan een factor 20. Dat is gigantisch natuurlijk.'
'Ik weet het niet. Er zijn natuurlijk meer bouwers met industrialisatie bezig, ik kan dat niet allemaal even goed overzien. In onze sector gaan we in no-time van een periode waarin er aan alles een tekort is en materiaal schreeuwend duur is, naar een sterke daling van de woningverkopen omdat de rente plotseling met vier procent omhooggaat. Dus als je serieus stappen wilt zetten in industrieel bouwen, zul je een horizon moeten hebben van niet een jaar of vijf, maar van decennia. En de enige manier om het goed te doen is in onze optiek dat je het integraal aanvliegt. Dus op een blanco vel beginnen en een proces ontwerpen dat van begin tot eind gedigitaliseerd en sterk geautomatiseerd is en daardoor ook schaalbaar is. Dat betekent wel dat je behoorlijke investeringen moet durven en kunnen doen. Als je het maar half doet, heb je nog wel de lasten maar nooit de lusten.'