Waardering latente belastingvordering bij voortgewentelde rente

29/10/20

Naar aanleiding van OESO’s BEPS Actiepunt 4: ‘Vermijden van aantasting belastbare basis door renteaftrekken en andere gelijkwaardige betalingen’, hebben een groot aantal landen zogenaamde earningsstripping regels ingevoerd. Deze earningsstripping regels beperken de aftrekbare rente tot een vast percentage (bijvoorbeeld 30% in Nederland) van de gecorrigeerde fiscale winst (kort gezegd, de fiscale EBITDA). Voor de meeste landen geldt dat eventuele niet-aftrekbare rente kan worden voortgewenteld, meestal oneindig.

Net als bij reguliere waarderingsvraagstukken voor latente belastingvorderingen dient ook voor deze voortgewentelde rente te worden bepaald of het waarschijnlijk is dat er in de toekomst voldoende winst is om de latente belastingvordering te kunnen waarderen.

Waardering latente belastingvordering bij voortgewentelde rente

Waarderingsvraagstuk latente belastingvordering voortgewentelde rente

In de diverse accounting standaarden is een aantal bronnen gegeven om te bepalen of het waarschijnlijk is dat er in de toekomst voldoende winst wordt verwacht om de latente belastingvordering te kunnen waarderen. Onder andere:

  • beschikbare latente belastingverplichtingen,
  • winstprognose en
  • fiscale planningsmogelijkheden.

Over het waarderingsvraagstuk voor voortgewentelde rente bestond in de praktijk onduidelijkheid of de voortgewentelde rente als een 'separate tax attribute' gezien moest worden en hoe moest worden omgegaan met beschikbare latente belastingverplichtingen in dit kader. Vanwege deze onduidelijkheid was er behoefte aan nadere toelichting.

Naar aanleiding van vragen, heeft de AICPA (de overkoepelende organisatie voor accountants in de VS) in een formele Q&A aangegeven hoe om dient te worden gegaan met de waardering van latente belastingvorderingen in het kader van niet-aftrekbare, voort te wentelen rente (in navolging van de implementatie van een vergelijkbare renteaftrekbeperking (sectie 163(j)) in het Amerikaanse belastingrecht). Ondanks dat deze toelichting is gegeven onder US GAAP, achten wij deze toelichting eveneens van toepassing onder IFRS (IAS 12) en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (RJ), aangezien de waarderingsgrondslagen van latente belastingvorderingen in wezen hetzelfde zijn onder de verschillende standaarden.

Kwalificerende latente belastingverplichtingen

Op basis van de Q&A is duidelijk geworden dat - voor zover het gaat om beschikbare latente belastingverplichtingen - in principe een mechanische methode aangehouden dient te worden en dat de latente belastingvordering voor voortgewentelde rente niet als een 'separate tax attribute' moet worden gezien. Dit betekent dat wanneer er sprake is van een netto latente belastingverplichting, de latente belastingvordering gewaardeerd kan worden mits de vrijval van de latente belastingverplichting zal leiden tot een hogere gecorrigeerde fiscale winst. Die hogere fiscale winst creëert dan op zichzelf ruimte om additionele rente af te trekken. Hierbij is het dus niet van belang of er in de toekomst additionele niet-aftrekbare voortgewentelde rente zal zijn of zal ontstaan. Een en ander is in lijn met het eerdere IFRIC agenda besluit van mei 2014 waarin is gesteld dat het bestaan van latente belastingverplichtingen de waardering van latente belastingvorderingen rechtvaardigt met betrekking tot voortgewentelde verliezen, óngeacht of in de toekomst verdere verliezen worden verwacht. Naar analogie kan hetzelfde principe worden toegepast op toekomstige niet-aftrekbare rente.

Er dient dus zorgvuldig te worden beoordeeld of de vrijval van de latente belastingverplichting zal leiden tot kwalificerende winst. Als gevolg daarvan kan de latente belastingvordering slechts worden gewaardeerd tot hetzelfde vaste percentage van de renteaftrekbeperking. Wanneer de rente bijvoorbeeld tot 30% van de fiscale EBITDA aftrekbaar is, kan de latente belastingvordering slechts tot 30% van de vrijval van de 'kwalificerende' latente belastingverplichting worden gerealiseerd. De 'kwalificerende' latente belastingverplichting dient belastbare winsten te genereren die de fiscale EBITDA (d.w.z. belastbare EBITDA-winst) verhogen. Enerzijds kan de vrijval van een bestaande latente belastingverplichting van een tijdelijk verschil op een (pensioen)voorziening in principe worden gebruikt om een latente belastingvordering te waarderen. Anderzijds kan een latente belastingverplichting voor verschillen in afschrijving doorgaans niet in aanmerking worden genomen (onder de aanname dat er sprake is van een gebruiksintentie en niet een intentie tot verkoop), evenmin als latente belastingverplichtingen voor ‘purchase price allocation’ aanpassingen.

Winstprognose

Als de vrijval van bestaande latente belastingverplichtingen niet volstaat voor de waardering van de bestaande latente belastingvorderingen, moeten andere bronnen worden overwogen. Dit moeten positieve winstprognoses zijn, exclusief de vrijval van latente belastingposities of andere fiscale planningsstrategieën. Als de waardering van latente belastingvorderingen op deze gronden wordt onderbouwd, moet rekening worden gehouden met de verwachte vrijval van de latente belastingvorderingen én met de specifieke belastingwetgeving van het land. Het voortbestaan van een niet-aftrekbare rente positie in de toekomst is in dat geval relevant voor de beoordeling van de waardering. Daarnaast moet rekening worden gehouden met entiteit-specifieke verliesbeperking regels, zoals eventuele verjaringstermijnen en andere verliesverrekening beperkingen. Hierdoor kunnen de aangekondigde wijzigingen in verliescompensatie in Nederland invloed hebben op de waardering van latente belastingvorderingen op het moment dat de wijzigingen worden geëffectueerd.

Overigens is dit soort beoordelingen niet voor alle type belasting credits van toepassing, omdat deze vaak als een 'separate tax attribute' kunnen worden beschouwd. Een voorbeeld hiervan kan voort te wentelen bronbelasting zijn.

Belangrijke aandachtspunten

Kortom, bij het waarderingsvraagstuk van latente belastingvorderingen bij voortgewentelde rente, of dit nu voor US GAAP, IFRS of de RJ is, dient management het volgende te overwegen:

  1. Analyse van beschikbare latente belastingverplichtingen.
  2. Wanneer de vrijval van deze latente belastingverplichting leidt tot additionele gecorrigeerde fiscale winst, moet worden bepaald tot hoeveel additionele verrekenbare rente dit zal leiden. 
  3. De latente belastingverplichtingen die leiden tot additionele fiscale EBITDA kunnen in aanmerking worden genomen bij het waarderen van de latente belastingvordering in dezelfde verhouding als waarin rente kan worden afgetrokken ten opzichte van de gecorrigeerde fiscale winst.
  4. De waardering van eventuele additionele latente belastingvorderingen dient vervolgens plaats te vinden op basis van de winstprognose of fiscale planningsmogelijkheden. Voor wat betreft de winstprognose moet daarbij gekeken worden naar de toekomstige afwikkeling van de potentiële latente belastingvordering en de specifieke fiscale wetgeving per land. Hierbij dient dus wel rekening te worden gehouden met potentiële niet-aftrekbare rente in toekomstige jaren. 

Heeft u vragen naar aanleiding van bovenstaande of wilt u meer informatie? Onze tax accounting specialisten kunnen u ondersteunen bij uw waarderingsvraagstukken over en de documentatievereisten voor latente belastingvorderingen waaronder voortgewentelde rente.

Contact

Toqeer Raja

Toqeer Raja

Partner, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)65 392 34 00

Marleen van Buren

Marleen van Buren

Director, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)68 257 92 77

Shérida Baum-Sille

Shérida Baum-Sille

Senior Associate, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)65 737 56 12

Volg ons