Baangerelateerde investeringskorting (BIK) ingetrokken

01/06/21

Oktober vorig jaar (2020) informeerden wij u over de introductie van de Baangerelateerde investeringskorting (BIK). Met deze regeling beoogde het kabinet ondernemers te stimuleren om te blijven investeren. Op 5 oktober 2020 had het kabinet daarvoor het voorstel voor de Baangerelateerde investeringskorting (BIK) ingediend. Deze wet is vervolgens aangenomen, waardoor de BIK per 1 januari 2021 was ingevoerd.

Afgelopen vrijdag 28 mei 2021 heeft het kabinet echter bekend gemaakt dat de BIK met terugwerkende kracht wordt ingetrokken vanwege grote onzekerheid of de BIK ongeoorloofde staatssteun is op basis van Europees recht. Het voor de BIK gereserveerde budget wordt nu ingezet voor een verlaging van de werkgeverspremies AWf (Algemeen Werkloosheidsfonds) in 2021.

Op basis van de BIK konden zowel IB-ondernemers als Vpb-ondernemers onder bepaalde voorwaarden een deel van hun investeringen verrekenen met hun loonheffing. De BIK was al van toepassing op investeringen waarvan de verplichtingen vanaf 1 oktober 2020 waren aangegaan. Een aanvraag hiertoe moest worden ingediend bij een daarvoor in te richten loket bij de RVO. Dit loket zou echter pas open gaan op 1 september 2021. De BIK was bedoeld als crisismaatregel om het bedrijfsleven te stimuleren om te (blijven) investeren, ook tijdens de coronacrisis. De maatregel zou van kracht blijven tot en met 31 december 2022. 

Dit alles gaat nu met terugwerkende kracht niet door. In plaats daarvan wordt nu voorgesteld om het voor de BIK beschikbare budget van 4 miljard (in beginsel 2 miljard in 2021 en 2 miljard in 2022) in te zetten voor een verlaging van de werkgeverspremies AWf in 2021. 

Reden van de intrekking van de BIK

Het kabinet heeft bij de Europese Commissie (Commissie) een vraag neergelegd over een specifiek technisch element van de BIK (namelijk de toepassing van de BIK in situaties van een fiscale eenheid Vpb), met als vraag of de Commissie ermee instemt dat dit element als geoorloofde staatssteun kan worden beschouwd. Het kabinet ging ervan uit dat de BIK als geheel geen ongeoorloofde staatssteun zou betreffen. Uit het informele overleg met de Commissie kwam naar voren dat zij de gehele BIK in ogenschouw heeft genomen en zij daarvoor geen garantie kon geven dat de BIK geoorloofde staatssteun betreft. Vanwege de onzekerheid die is ontstaan over de houdbaarheid van de BIK vanwege het EU-rechtelijke staatssteunverbod heeft het kabinet besloten de BIK in te trekken. Via een verlaging van de werkgeverspremies Awf beoogt het kabinet om het bedrijfsleven op een andere wijze te ondersteunen.

Wat betekent dit voor u?

Waar had u op basis van de BIK recht op?

Voor investeringen tot en met vijf miljoen euro gold dat 3,9 procent van de investering in mindering kon worden gebracht op de loonheffing. Voor grotere investeringen is dit daarnaast 1,8 procent voor het deel boven de 5 miljoen euro. Door de investeringskorting te koppelen aan de afdracht van loonheffing, konden ook ondernemingen die nu verlies lijden (bijvoorbeeld als gevolg van de coronacrisis) toch profiteren van deze regeling. Deze crisismaatregel zou duren tot en met 31 december 2022. Om gebruik te maken van de BIK moest u uiteraard wel aan verschillende voorwaarden voldoen.

De omvang van de investeringskorting hing af van de omvang van uw investeringen, het moest gaan om investeringen in nieuwe bedrijfsmiddelen en u moest over voldoende personeel beschikken om de BIK volledig te kunnen verzilveren. Overigens kon de BIK worden toegepast naast de andere investeringregelingen zoals kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA), de energie-investeringsaftrek (EIA), de milieu-investeringsaftrek (MIA) en de willekeurige afschrijving milieubedrijfsmiddelen (VAMIL).

De investeringskorting was vormgegeven als een afdrachtvermindering op de loonheffing: de BIK-afdrachtvermindering. Het was de bedoeling dat het bedrag aan BIK-afdrachtvermindering waarop u recht zou hebben, werd vastgesteld door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Daarvoor zou u een aanvraag hebben moeten indienen. Omdat het aanvraagloket pas open zou gaan vanaf 1 september 2021, zijn er op dit moment feitelijk nog geen aanvragen ingediend.

Verlaging werkgeverspremie AWf

Om het bedrijfsleven toch te kunnen ondersteunen, stelt het kabinet voor om het budget dat was gereserveerd voor de BIK (4 miljard in totaal voor de jaren 2021 en 2022) aan te wenden voor een verlaging van de werkgeverspremies AWf (WW-premies). Hoe dit zal plaatsvinden (bijvoorbeeld door aanpassing van de percentages van de lage en de hoge AWf-premie) en welke bedragen hiermee gemoeid zijn op het niveau van u als individuele werkgever, is op dit moment nog niet bekend. Zodra hierover meer bekend is, houden wij u hiervan op de hoogte via onze Belastingnieuwsartikelen.

Gevolgen (fiscale) boekhouding

Omdat de BIK al van toepassing zou zijn op investeringen waarvan de verplichtingen vanaf 1 oktober 2020 zijn aangegaan, is het denkbaar dat uw onderneming in de boekhouding al rekening heeft gehouden met de korting. Deze kan in de boekhouding bijvoorbeeld al zijn verwerkt door deze in mindering te brengen op de kostprijs van een investering die u heeft opgenomen op de actiefzijde van uw (fiscale) balans. Nu de regeling niet doorgaat, kunt u in een dergelijk geval de kostprijs van de investering weer verhogen naar het oorspronkelijke bedrag. Als gevolg dienen eventueel geboekte belastinglatenties ook weer gecorrigeerd te worden. Daar staat tegenover dat uw onderneming geen bedrag aan te ontvangen BIK in de boeken meer zult hebben. 

Contact

Knowledge Centre

Rotterdam, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)88 792 43 51

Mariska van der Maas

Mariska van der Maas

Director, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)62 422 10 29

Maarten van Brummen

Maarten van Brummen

Senior Manager, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)61 061 65 09

Volg ons