Dividendbelasting blijft: wat te doen met 1,9 miljard euro?

16/10/18

Nu het kabinet definitief heeft besloten de huidige dividendbelasting te behouden, wordt de ingeboekte 1,9 miljard herverdeeld over fiscale maatregelen voor het bedrijfsleven. Met dit budget worden een aantal maatregelen versoepeld en een aantal nieuwe maatregelen geïntroduceerd ter stimulering van het Nederlandse vestigingsklimaat.

Al vanaf bekendmaking van het voornemen de dividendbelasting af te schaffen, ligt dat voornemen onder vuur. Na heroverweging van de afschaffing heeft het kabinet nu besloten dat de dividendbelasting blijft, en dat het bedrijfsleven en het Nederlandse vestigingsklimaat op andere wijze zal worden gestimuleerd. In een brief van 15 oktober 2018 heeft het kabinet aangegeven waar het vrijgekomen budget aan wordt besteed.

Wat betekent dit voor u?

Duidelijk is dat de huidige dividendbelasting in stand blijft. Er worden nieuwe maatregelen voorgesteld en een aantal aangekondigde maatregelen wordt aangepast. Deze maatregelen worden onderdeel van het Pakket Belastingplan 2019.

De staatssecretaris heeft aangekondigd op 26 oktober 2018 de nieuwe wetteksten in te dienen bij de Tweede Kamer. Vervolgens zullen deze (hoogstwaarschijnlijk) meelopen in het parlementaire proces samen met de rest van het Pakket Belastingplan 2019.

Volg ook de ontwikkelingen op onze Prinsjesdagwebsite: Belastingplan 2019. Daar vindt u morgen alle maatregelen bijgewerkt.

Besteding 1,9 miljard euro

Hieronder geven wij een beknopte toelichting per nieuw voorgestelde maatregel.

Handhaving dividendbelasting

De dividendbelasting wordt dus gehandhaafd. De invoering van een nieuwe bronbelasting op dividenden voor specifieke situaties wordt uitgesteld; daarvoor wordt eerst de samenhang bekeken met de huidige Wet dividendbelasting.

Bronbelasting op rente en royalties

De conditionele bronbelastingen op rente en royalty’s naar laag belastende jurisdicties blijven wel gepland om in 2021 in werking te treden, nu deze geen samenloop hebben met de dividendbelasting.

Verlaging tarief vennootschapsbelasting

Het tarief voor de vennootschapsbelasting wordt verder verlaagd: het tarief in de eerste schijf (nu 20 procent) wordt verder verlaagd van 16 naar 15 procent per 2021, het tarief in de tweede schijf (nu 25 procent) wordt verder verlaagd van 22,25 naar 20,5 procent per 2021.

De beoogde verlaging van het tarief in de tweede schijf in 2019 wordt uitgesteld zodat het tarief in 2019 25 procent blijft.

Spoedreparatie fiscale eenheid vennootschapsbelasting

De terugwerkende kracht van de spoedreparatie fiscale eenheid vennootschapsbelasting wordt beperkt: de spoedreparatie gaat gelden vanaf 1 januari 2018, niet vanaf 25 oktober 2017, 11.00 uur.

Overgangsrecht 30%-regeling

Voor de beperking van de 30%-regeling wordt alsnog overgangsrecht gecreëerd “voor de groep waarvoor de regeling als gevolg van deze maatregel in 2019 of 2020 zou eindigen.” Dat lijkt te betekenen dat voor deze groep de beperking van de looptijd van de 30%-regeling met maximaal twee jaar wordt uitgesteld en de 30%-regeling (uiterlijk) per 2021 zal eindigen.

Fiscale beleggingsinstellingen; direct beleggen in Nederlands vastgoed

Omdat de dividendbelasting wordt gehandhaafd, vervalt het voorstel dat fiscale beleggingsinstellingen (fbi’s) niet meer direct mogen beleggen in Nederlands vastgoed. Ook het geconstateerde probleem met de dooruitdelingsfaciliteit (verrekening buitenlandse bronbelasting) verdwijnt door het handhaven van de dividendbelasting.

Inperking rekening-courantmaatregel

De aangekondigde maatregel die het excessief lenen van de eigen vennootschap door directeur-grootaandeelhouders moest ontmoedigen (rekening-courantmaatregel), wordt ingeperkt. Eigenwoningschulden worden volledig buiten deze maatregel gelaten, ook nieuwe eigenwoningschulden. Boven de eigenwoningschuld zal een schuldendrempel gelden van € 500.000 voor de dga en zijn partner gezamenlijk.

Verhoging S&O afdrachtvermindering

Het kabinet verhoogt het percentage van de tweede schijf van de S&O-afdrachtvermindering in 2020 met 2%-punt van 14% naar 16%. Daarmee krijgen innovatieve ondernemers een hogere vermindering van de af te dragen loonbelasting, als zij kosten maken en uitgaven doen ten behoeve van speur- en ontwikkelingswerk.

Overgangsrecht afschrijving gebouwen in de vennootschapsbelasting

Er wordt overgangsrecht geïntroduceerd voor de beperking van afschrijving op gebouwen in de vennootschapsbelasting. Op een gebouw dat vóór 1 januari 2019 in gebruik is genomen en waarop nog geen 3 jaar is afgeschreven, mag alsnog deze 3 jaar volgens het oude regime worden afgeschreven. Daarbij geldt de beperking tot 100% van de WOZ-waarde dus tijdelijk nog niet, de drempel van 50% van de WOZ-waarde onder het huidige recht geldt uiteraard wel.

Verlaging werkgeverslasten op arbeid

Het kabinet reserveert vanaf 2021 een bedrag van € 200 miljoen om structureel werkgeverslasten op arbeid te verlagen.

Planning

Voor de nieuwe maatregelen zal een nieuw behandelingsschema worden bepaald, hoogstwaarschijnlijk in de procedurevergadering van 17 oktober 2018. De staatssecretaris wil er wel de vaart in houden en vraagt aan de Kamerleden feitelijk zo veel mogelijk het oorspronkelijke schema aan te houden.

Volg de PwC Prinsjesdagwebsite

Via onze Prinsjesdagwebsite en de PwC Actueelwebsite houden wij u op hoogte van ontwikkelingen: Belastingplan 2019.

Contact

Knowledge Centre

Rotterdam, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)88 792 43 51

Volg ons