Belastingheffing van de digitale economie

De Europese Commissie heeft een tweetal voorstellen gedaan voor belastingheffing van de digitale economie. Volgens de Europese Commissie is dit noodzakelijk, omdat belastingwetgeving achterloopt op de technologische ontwikkelingen. De Europese Commissie wil ondernemingen die online zakendoen belasten in de staten waar sprake is van een digitale aanwezigheid. Hiervoor kan aansluiting worden gezocht bij het aantal gebruikers en bij de omzet die wordt behaald.

Ook de OESO erkent de problematiek van de belastingheffing van ondernemingen die online zakendoen. Kort geleden publiceerde de OESO een interim rapport over de uitdagingen van belastingheffing van de digitale economie.

 

Wat betekent dit voor u?

Het onderwerp belastingheffing van de digitale economie staat hoog op de agenda binnen internationale organisaties. De Europese Commissie heeft dus al concrete voorstellen gedaan. De ‘lange termijn oplossing’ die de Europese Commissie voorstelt belast ondernemers die online zakendoen op basis van hun virtuele aanwezigheid in een land. Zodoende kunnen winsten worden gealloceerd aan een virtuele vaste inrichting. De Europese Commissie komt ook met een tussenoplossing, namelijk een belastingheffing over de omzet die binnen lidstaten wordt gecreëerd die onder andere is gebaseerd op het aantal gebruikers van de digitale dienst in die lidstaat. De omzet wordt dan tegen een tarief van 3% belast. Beide voorstellen zijn hieronder uitgewerkt.

Het is overigens nog lang niet zeker dat de Europese Raad deze voorstellen van de Europese Commissie aan zal nemen. Hiervoor is een unanieme goedkeuring nodig van alle lidstaten. Het is de verwachting dat enkele lidstaten bezwaren zullen hebben tegen de voorstellen. Echter, ondernemers die online zaken doen zullen in de nabije toekomst wel te maken krijgen met veranderende regels met betrekking tot de belastingheffing. Het onderwerp staat hoog op de agenda van zowel de EU als de OESO. Wij volgen de ontwikkelingen en houden u hiervan op de hoogte.

De voorstellen van de Europese Commissie

De lange termijn oplossing: aanpassing van de term ‘vaste inrichting’

Het eerste voorstel heeft de voorkeur van de Europese Commissie en betreft een lange termijn oplossing. Een onderneming die online zaken doet wordt op basis van dit voorstel in de belastingheffing van een lidstaat betrokken indien de omzet in deze lidstaat hoger is dan 7 miljoen euro, of de onderneming in de lidstaat meer dan 100.000 gebruikers heeft of in de lidstaat meer dan 3.000 contracten voor digitale diensten heeft afgesloten. Indien aan een van deze criteria wordt voldaan, is er in die lidstaat sprake van een virtuele vaste inrichting. Vervolgens kan winst van de onderneming worden gealloceerd aan deze vaste inrichting en in die lidstaat in de winstbelasting worden betrokken. Het voorstel bevat ook regels voor deze winstallocatie. Hiervoor wordt een functionele analyse van de onderneming gedaan waarbij wordt gekeken welke economische activiteiten in een bepaalde lidstaat worden verricht. Mogelijk heeft de aanpassing van de term ‘vaste inrichting’ ook gevolgen voor de heffing van loonbelasting, indien er loonkosten te alloceren zijn aan deze vaste inrichting.

 

De tussenoplossing: een belasting over de omzet van 3%

Het tweede voorstel betreft een tussenoplossing waardoor eventueel al op korte termijn regels kunnen worden gewijzigd. Dit voorstel bevat regels voor de belastingheffing over de omzet die binnen lidstaten wordt gecreëerd. Hierbij hebben gebruikers van de online diensten een belangrijke rol in de bepaling van waar waarde wordt gecreëerd, en dus in waar belasting moet worden betaald. Deze omzetbelasting zou 3% bedragen.

De Europese Commissie heeft voor beide voorstellen een datum van inwerkingtreding van 1 januari 2020 voor ogen. Echter het is maar zeer de vraag of de voorstellen voor deze tijd zullen worden aangenomen door de Europese Raad, zeker gezien de verwachting dat enkele lidstaten bezwaren zullen hebben tegen de voorstellen.

Lees meer over de EU voorstellen

Het rapport van de OESO

Het interim-rapport van de OESO bevat een diepgaande analyse van de gevolgen van een digitaliserende economie voor bestaande businessmodellen en voor bestaande vormen van waardecreatie. Op grond van deze analyse zijn de betrokken landen het er over eens dat een grondige en coherente herziening nodig is van fundamentele concepten als “nexus” en de toepassing van winstallocatieregels ter bepaling van de vraag waar een multinationale onderneming moet worden belast.

Over de mogelijke oplossingsrichtingen zijn de landen echter zeer verdeeld. Deze verdeeldheid is van dien aard dat de OESO – anders dan de Europese Commissie die op al wel concrete voorstellen doet – er niet in is geslaagd met voorstellen voor een eenduidige oplossing te komen. De OESO heeft aangekondigd dat in 2019 een update wordt verwacht van het voorliggende interim-rapport, en dat in 2020 overeenstemming moet zijn bereikt over een eenduidige oplossingsrichting.

Lees meer over het OESO rapport.

Contact

Knowledge Centre

Rotterdam, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)88 792 43 51

Volg ons