HvJ EU dwingt onderneming met deelnemingen tot scherpere toerekening van kosten aan haar activiteiten

Het Europese Hof van Justitie (‘HvJ EU’) heeft op 12 januari 2017 door middel van een beschikking nogmaals duidelijk gemaakt dat het houden van deelnemingen voor de btw een niet-economische activiteit vormt indien de houdstervennootschap geen prestaties tegen vergoeding verricht aan de betreffende deelnemingen. Het HvJ EU vindt dat de btw op kosten die de houdstervennootschap maakt ten behoeve van (of die verband houden met) deze deelnemingen van aftrek is uitgesloten. Indien uw onderneming kosten maakt ten behoeve van uw deelnemingen en/of voor de groep als geheel, is het verstandig in kaart te brengen wat de gevolgen zijn van deze uitspraak.

Achtergrond

Het ging in deze procedure om het handelen van een onderneming als ‘moeiende holding’. Haar activiteit is niet beperkt tot het houden van deelnemingen en de ontvangst van dividenden, maar zij speelt een actieve rol in het bedrijfsbeheer en de public relations van haar dochterondernemingen. Hiervoor brengt zij echter geen vergoeding in rekening. Daarnaast verricht zij aan btw onderworpen economische activiteiten in de vorm van verhuur van elektriciteitscentrales en optische vezelnetwerken. Ter zake van het bedrijfsbeheer en de public relations van de deelnemingen (en de groep als geheel) koopt zij met btw-belaste diensten in van derden, maar brengt de kosten van deze diensten vervolgens niet in rekening aan de dochters.

Oordeel HvJ EU

Het HvJ EU oordeelt dat enkel aan aftrek van btw op dergelijke kosten kan worden toegekomen indien de onderneming deze kosten doorbelast aan de deelnemingen. Dit geldt ook voor de kosten die zij heeft gemaakt ten behoeve van de groep als geheel. Naar oordeel van het HvJ EU is er geen rechtstreeks en onmiddellijk verband tussen de betreffende kosten en haar eigen economische activiteiten (verhuur). Ook het argument dat de kosten zijn gemaakt in het belang van de belaste activiteiten van de gehele groep, redt het niet bij het HvJ EU. De gewenste aftrek loopt stuk op het feit dat de onderneming er zelf voor heeft gekozen geen vergoeding voor het bedrijfsbeheer en de public relations  te berekenen aan haar deelnemingen.

Wat betekent dit voor u?

Indien u als onderneming kosten maakt ten behoeve van uw deelnemingen en/of voor de groep als geheel, is het verstandig in kaart te brengen wat de gevolgen zijn van de uitspraak van het HvJ EU. Zo zult u voor het bepalen van de aftrek van voorbelasting op dergelijke kosten voortaan een duidelijke toerekening moeten maken aan de verschillende activiteiten. Zijn de kosten toe te rekenen aan de economische activiteit of de niet-economische activiteit? Voor de btw die niet (langer) aftrekbaar lijkt te zijn, zal moeten worden gekeken of er mogelijkheden zijn om toch aan aftrek toe te komen. Afhankelijk van uw specifieke situatie kan een beroep worden gedaan op eventueel gunstigere nationale regelgeving.

Contact

Herman van Kesteren

Herman van Kesteren

Partner, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)62 060 32 38

Volg ons