Coördinatie ketenzorg tot en met 2015 btw-belast na uitspraak Hoge Raad

23/01/20

De Hoge Raad bevestigt het hofoordeel dat de organisatie en coördinatie van de multidisciplinaire zorg (ketenzorg) btw-belast is. De medische vrijstelling is niet van toepassing op deze activiteiten, aldus de Hoge Raad.

Wat betekent dit voor u?

Coördinatie ketenzorg btw-belast tot en met 2015

Over de organisatie en coördinatie van ketenzorg is tot en met 2015 btw verschuldigd. Dit geldt in ieder geval als deze werkzaamheden plaatsvinden door een instelling die samenwerkt met zelfstandig gevestigde zorgverleners. Wat ons betreft is dat niet het geval als deze coördinatie door een zorgverlener wordt verricht en daardoor onderdeel is van die zorg.

Coördinatie ketenzorg vanaf 2016 btw-vrijgesteld

Vanaf 1 januari 2016 geldt er een btw-vrijstelling voor de organisatie van de eerstelijns- en geboortezorg, waarmee btw-heffing vanaf dat moment niet langer aan de orde is.

Afdracht btw beperkt tot 2015

Wij adviseren instellingen die op basis van deze uitspraak over 2015 btw verschuldigd zijn, om die btw aan de Belastingdienst te voldoen. Als hiervoor nog geen naheffingsaanslag is opgelegd of hiervoor afspraken zijn gemaakt met de Belastingdienst, kan de Belastingdienst alleen over 2015 naheffen. Wij raden aan om, voor zover nog nodig, over de compensatie van de btw in overleg te treden met de zorgverzekeraar.

Reikwijdte arrest

De financiering van de zorg is complex. Het is mogelijk dat dit arrest van de Hoge Raad gevolgen heeft voor de bekostiging van andere activiteiten die niet direct betrekking hebben op de zorgverlening aan patiënten. Wij adviseren om deze activiteiten in kaart te brengen en te toetsen aan de huidige btw-vrijstellingen en dit arrest van de Hoge Raad.

Achtergrond

Dit arrest gaat om een instelling die de multidisciplinaire zorg voor patiënten met een bepaalde chronische aandoening coördineert en organiseert. Er zijn verschillende zelfstandige zorgverleners betrokken bij deze zorg.

De instelling declareert de kosten van de multidisciplinaire zorg bij de zorgverzekeraar. Hiervoor is een zogenoemd Diagnose Behandel Combinatie tarief overeengekomen (het DBC-tarief). Het DBC‑tarief bestaat uit een zorgcomponent en een overheadcomponent. De overheadcomponent vormt de vergoeding voor de organisatie en coördinatie van de ketenzorg. Dit omvat onder meer kosten van kwaliteitsverbetering, nascholing van betrokken zorgverleners, de organisatie van de zorg en het verzamelen en bundelen van patiëntgegevens in een keteninformatiesysteem.

De instelling behoudt de overheadcomponent en betaalt de zorgcomponent door aan de betreffende zorgverleners.

Rechtbank en Hof: bij ketenzorg sprake van twee afzonderlijke prestaties

De Rechtbank en het Hof hebben geoordeeld dat de ketenzorg voor chronische aandoeningen bestaat uit twee afzonderlijke prestaties, namelijk (i) btw-vrijgestelde zorgverlening door de zorgverlener aan de patiënt en (ii) een belaste coördinatiedienst door belanghebbende aan de zorgverzekeraar.

Advies A-G: organisatie en coördinatie is bijkomend

In haar advies aan de Hoge Raad concludeerde de Advocaat-Generaal dat de organisatie en coördinatie van de ketenzorg een zelfstandige dienst vormde, maar deze als een bijkomende prestatie aan de btw-vrijgestelde zorg door de zorgverleners moest worden aangemerkt.

Hoge Raad: coördinatie zelfstandig beoordelen en niet vrijgesteld van btw

Ondanks dat advies oordeelt de Hoge Raad dat de betreffende instelling een zelfstandige prestatie verricht waarop de medische btw-vrijstelling niet van toepassing is.

Uiteraard helpen wij u graag bij een nadere inventarisatie van de mogelijke risico's naar aanleiding van dit arrest.

Contact

Einte van der Wal

Einte van der Wal

Partner, Tax Lead, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)61 094 06 32

Volg ons