15/06/20
De Europese Commissie heeft in mei voorgesteld om de invoering van nieuwe btw- regels voor e-commerce met zes maanden uit te stellen. Dat zou neerkomen op volledige inwerkingtreding per 1 juli 2021 in plaats van 1 januari 2021.
De staatssecretaris van Financiën heeft op 12 juni 2020 kamervragen beantwoord over het voorgenomen uitstel van het EU btw-pakket voor e-commerce.
De staatssecretaris bevestigt nu dat met dit uitstel er voorlopig nog geen btw-heffing komt op pakketjes met een waarde van niet meer dan 22 EUR uit landen van buiten de Europese Unie. Dit betreft pakketjes met die lage waarde die rechtstreeks naar EU-consumenten worden gezonden.
Uitstel is volgens de staatssecretaris geen goede zaak vanuit het oogpunt van de oplopende staatsschuld (want dit betekent voorlopig geen btw-opbrengst over die non-EU pakketjes met een waarde van niet meer dan 22 EUR) maar ook gezien het huidige concurrentievoordeel voor non-EU-webwinkels, waardoor de Nederlandse webwinkels worden benadeeld. De staatssecretaris geeft daarbij aan dat diverse EU-lidstaten, waaronder ook Nederland, echter hebben aangegeven niet op tijd klaar te zijn om inwerkingtreding per 1 januari 2021 van het hele btw-EU-commerce pakket te kunnen garanderen.
Voor de Belastingdienst, Douane, ondernemers en consumenten is het essentieel dat het nieuwe systeem goed wordt voorbereid en zoveel mogelijk gelijktijdig met de andere lidstaten wordt geïmplementeerd. Implementatie van het omvangrijke pakket aan maatregelen en het op elkaar aansluiten van de ‘éénloketsystemen’ in alle lidstaten vergt kennelijk meer tijd bij aanpassing van de IT-systemen van de verschillende belastingdiensten. Nederland is volgens de staatssecretaris daarom gebaat bij het voorgestelde uitstel.
De Nederlandse Belastingdienst onderzoekt op dit moment op welke manier en per welke datum het e-commerce pakket kan worden geïmplementeerd (inclusief bijbehorende IT-systemen). Dit onderzoek is voor de zomer gereed. De staatssecretaris zal de Kamer hier daarna zo snel mogelijk over informeren.
Tussentijdse maatregelen op een enkel onderdeel van het totale pakket, zoals het alleen afschaffen van de btw-vrije invoer faciliteit (voor pakketjes met een waarde van niet meer dan 22 EUR), zijn volgens de staatssecretaris geen reële optie. Het IT-systeem van de Belastingdienst is per die datum bijvoorbeeld niet gereed om de forse toename aan btw-aangiftes te kunnen verwerken.
De staatssecretaris geeft verder aan dat het nog niet bekend of en zo ja, wanneer dit uitstel dossier op een Europese top wordt besproken. De verwachting is wel dat de Ecofin Raad hier voor de zomer overeenstemming over bereikt.
Op dit moment geldt er in Nederland (en andere EU-landen) een btw-vrijstelling bij de invoer van goederen met een intrinsieke waarde van niet meer dan 22 EUR voor consumenten in de EU. Deze – al tientallen jaren bestaande – vrijstelling komt onder andere vanwege het creëren van een gelijk speelveld tussen non-EU en EU-ondernemers te vervallen. Uitgangspunten bij het nieuwe btw-systeem voor e-commerce zijn onder meer btw-heffing in het land van bestemming (het land waar de EU-consument zit) en gelijke concurrentievoorwaarden voor e-commerce bedrijven binnen en buiten de EU.
In het nieuwe systeem zal voor pakketjes van buiten de EU de btw-heffing in veel gevallen verschuldigd zijn door de e-platforms die betrokken zijn bij de verkoop. Om te voorkomen dat EU-consumenten separaat de btw moeten afrekenen voor iedere zending die in Nederland wordt ingevoerd, veelal via de postbezorger, wordt er voorzien in een nieuw aangiftesysteem voor de leveranciers, het zogenoemde éénloketsysteem. Voor de afdracht van de btw in alle lidstaten waar zijn klanten zitten, kan de ondernemer zich dan registreren en aangifte doen in één lidstaat. Deze lidstaat zorgt er vervolgens voor dat de btw wordt doorgeleid naar de belastingdiensten van de andere betrokken lidstaten.