Brexit en directe belastingen: wat zijn de laatste ontwikkelingen?

21/06/19

Voorkom extra belastingkosten, pas juridische structuur aan

Door het uitstellen van de brexit tot 31 oktober 2019 hebben bedrijven meer tijd om zich voor te bereiden. Wij maakten de balans op en zagen dat sommige bedrijven die extra periode nog nodig hebben. Waaraan moeten ze tot oktober nog aandacht besteden? Na een eerder artikel over de supplychain, behandelt belastingadviseur Jan-Willem Thoen in dit tweede verhaal de kwesties rondom directe belastingen.

‘Als een bedrijf van buiten Europa hier voet aan de grond wilde krijgen, opende het tot een paar jaar terug vaak een Europees hoofdkantoor in Londen’, vertelt Jan-Willem Thoen. ‘Dat automatisme is voorbij. Want zodra het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie stapt, is een Londens kantoor feitelijk geen Europees kantoor meer. Het is om allerlei redenen, waaronder belastingen, logisch dat deze bedrijven nu kiezen voor een plek op het Europese continent.’

Wat betreft directe belastingen is de afweging voor nieuwe activiteiten volgens Jan-Willem Thoen overzichtelijk: ‘Binnen de EU zijn grensoverschrijdende dividend-, rente- en royaltybetalingen vrijgesteld van bronbelasting. Een Europees hoofdkantoor in het VK staat straks buiten de EU, waardoor het heen en weer zenden van geld kostbaar wordt. Want als dat kantoor na de brexit royalty’s in rekening brengt in 27 EU-landen, zal het in veel van die landen bronbelasting moeten afdragen. Staat zo’n Europees hoofdkantoor in Nederland, dan zijn de Europese vrijstellingen van toepassing.’

Juridische structuur onder de loep

Thoen ziet dat bedrijven hun juridische structuur onder de loep nemen omdat die na het uittreden van het VK belastingtechnisch inefficiënt kan zijn. ‘Als straks de Europese vrijstelling van bronbelasting vervalt voor het VK, gaan bilaterale afspraken gelden. Nederland heeft in 2011 nog een belastingverdrag met het VK gesloten. Daarin staat dat ons land nul procent dividendbelasting heft op betalingen aan het VK. Maar Duitsland, met een veel ouder verdrag, rekent nog vijf procent dividendbelasting. Italië heeft ook zo’n ouder verdrag met een vergelijkbaar percentage.’

Wat doen klanten met deze kennis? Engelse bedrijven gebruiken hun Nederlandse activiteiten als een soort hoofdkantoor voor continentaal Europa. Zo maken ze hun activiteiten in Duitsland juridisch onderdeel van Nederlandse activiteiten. ‘De betalingen van Duitsland naar Nederland zijn Europees vrijgesteld en die van Nederland naar het VK staan straks op nul procent onder het bilaterale verdrag. Dat scheelt dus vijf procent marge op de Duitse activiteiten. Zulke herstructureringen zie ik veel partijen nu toepassen.’ In omgekeerde richting betalen Britse bedrijven die dividenden uitkeren aan onderdelen in Nederland ook na de brexit geen dividendbelasting. ‘Maar er wordt mogelijk wel bronbelasting geheven op royalty’s en rente. Die impact kan men meenemen in de overwegingen.’

Nederlandse bedrijven met banden VK

Voor in Nederland gevestigde bedrijven met banden met het VK adviseert Thoen dat zij een analyse maken van alle kosten die zij daar na de brexit maken. ‘Dan gaat het niet zozeer om belastingen, want die zullen grotendeels in Nederland worden betaald, maar onder meer over douanekosten. Ik heb bijvoorbeeld een klant die zegt: het VK is twee procent van mijn markt die ik nu makkelijk kan bedienen, maar als ik straks extra douanekosten moet maken, kan ik het VK beter opgeven en mij op Oost-Europa gaan richten. Tot dit soort strategische afwegingen leidt de brexit voor Nederlandse bedrijven. Uiteindelijk zal de brexit leiden tot een lagere mate van integratie tussen de economieën van de EU en het VK.’

Extra belastingkosten voorkomen

Thoen noemt de belastingaspecten van de brexit onderbelicht, maar heeft daar tegelijk begrip voor. ‘Belasting is secundair, behalve voor fiscalisten. Het eerste punt van zorg bij veel van onze klanten is de supplychain. Wat moet je doen als je fabriek niet meer kan produceren omdat het geen goederen kan importeren? Hoe zorg je dat de voorraden straks je Britse warehouse bereiken als de douanesituatie verandert? Dat zijn acute vragen.’

Hoewel niet de eerste prioriteit, raadt Thoen bedrijven zeker aan om in de extra tijd tot eind oktober de belastingsituatie te analyseren: ‘Tot welke extra belastingkosten leidt het wegvallen van de Europese richtlijnen met de vrijstellingen? En hoe kun je de nadelige effecten minimaliseren door aanpassingen in de juridische structuur? Uiteindelijk leiden belastingkosten altijd tot hogere prijzen voor consumenten. Afwegingen over directe belastingen zijn daarmee van direct belang voor de concurrentiepositie van bedrijven.’

OESO-BEPS meenemen bij aanpassingen

Bij de analyse van de structuur en de kosten adviseert Thoen om de conclusies van het OESO-project Base Erosion and Profit Shifting (BEPS) mee te nemen: ‘De OESO sluit met BEPS aan bij de maatschappelijke wens dat bedrijven belasting betalen die evenredig is aan de activiteiten in een land. Nu bedrijven door de brexit hun locaties heroverwegen, komt Nederland als snel in beeld bij een grote groep die hier veel economische activiteiten ontplooien met de import en export. Nederland is in die gevallen een logische locatie voor een bredere functie, zoals een Europees hoofdkantoor of distributiecentrum.’

Behalve de belastingaspecten hoort Thoen nog een reeks andere redenen waardoor Nederland bij klanten in beeld komt. ‘We hebben een hoogopgeleide beroepsbevolking, we zijn pragmatisch ingesteld, hebben een efficiënt juridisch systeem, een stabiele overheid en een stabiel fiscaal en financieel systeem. En niet te vergeten, we hebben de euro. Redenen genoeg waarom ik bij internationale klanten merk dat ons land er heel erg goed op staat.’

Zijn uw brexitvoorbereidingen op het gebied van directe belastingen nog niet afgerond en wilt u gebruikmaken van onze ervaring? Ons team van experts staat klaar om u en uw bedrijf te adviseren.

Contact

Jan-Willem Thoen

Jan-Willem Thoen

Senior Director, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)61 002 95 71

Volg ons