Brexit heeft gevolgen voor mobiliteit van werknemers in Nederland

Nieuwe regels in 2021

Sinds het Verenigd Koninkrijk de Europese Unie (EU) op 31 januari 2020 verlaten heeft, is er een overgangsperiode tot 31 december 2020 van kracht. Door het terugtrekkingsakkoord waren er vrijwel geen onmiddellijke veranderingen op het gebied van immigratie, sociale zekerheid en belastingen. Vanaf 1 januari 2021 veranderen de regels wel. Werkgevers moeten nu actie ondernemen om ervoor te zorgen dat zij blijven voldoen aan alle wettelijke verplichtingen wanneer de overgangsperiode afloopt en de nieuwe voorwaarden gelden.

brexit 2021

Bekijk de gevolgen per werknemersgroep

‘Werkgevers moeten goed op de hoogte zijn van de nieuwe regels die voor hen en hun werknemers van toepassing zullen zijn’, zegt Hugo Vijge, senior manager Global Immigration Services in de People & Organisation-praktijk van PwC. ‘Ze kunnen dit doen door de verschillende werknemersgroepen, zoals ‘expats’ en ‘locals’, maar ook ‘commuters’ en zakenreizigers in kaart te brengen en na te gaan hoe elke groep wordt geraakt door de veranderingen. Ook moeten werkgevers zorgen dat zij processen en arbeidskrachten beschikbaar hebben om vragen van werknemers, aanvragen voor tewerkstellingsvergunningen en verblijfsvergunningen en nieuwe administratieve verplichtingen te kunnen opvangen vanaf 1 januari 2021.’

Nederlandse immigratieregels

De rechten die voor Britten in de EU en EU-onderdanen in het Verenigd Koninkrijk gelden op basis van het terugtrekkingsakkoord zijn vanaf 1 januari 2021 niet meer van toepassing, tenzij de transitieperiode verlengd wordt. Nieuwkomers zonder tewerkstellingsvergunning zullen niet in Nederland mogen werken. De verwachting is dat Britten in het Schengengebied mogen verblijven voor de duur van maximaal negentig dagen in 180 dagen zonder hiervoor een inreisvisum aan te vragen. ‘Dit zal het Verenigd Koninkrijk andersom ook moeten toelaten voor EU-onderdanen’, weet Vijge. ‘Om langer in Nederland te verblijven, zullen Britten een verblijfsvergunning moeten aanvragen. Aanvragen voor een tewerkstellingsvergunning en/of een verblijfsvergunning worden behandeld op basis van de bestaande immigratie wet- en regelgeving op derdelanders. In de praktijk zal dit veelal betekenen dat werkgevers de status van ‘erkend referent’ zullen moeten aanvragen bij de IND en de betrokken werknemers – afhankelijk van hun leeftijden – een salaris van 3.381 of 4.612 euro bruto per maand moeten betalen (salarisnormen 2020).’

Sociale zekerheid

Vanaf 1 januari 2021 geldt de EU Verordening 883/2004 niet meer op de lijn met het Verenigd Koninkrijk. Het is nog niet duidelijk welke regels voor sociale zekerheid vanaf dan gaan gelden voor werknemers die vanuit het Verenigd Koninkrijk in de EU werken en voor inwoners van de EU die in het Verenigd Koninkrijk werken. ‘De Britse autoriteiten (HMRC) hebben voor de zomer een voorlopig voorstel gedeeld’, vertelt Vijge. ‘Dit document vormt het uitgangspunt voor onderhandelingen over nieuwe afspraken voor sociale zekerheid tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk. Het is nu afwachten of beide partijen tot een akkoord komen op dit gebied en wat de afspraken inhouden. Als er geen afspraken komen, is vanuit Nederlands perspectief de nationale wetgeving van toepassing om te bepalen waar iemand sociaal verzekerd is vanaf 1 januari 2021. De Nederlandse Sociale Verzekeringsbank (SVB) heeft expliciet aangegeven dat het sociale zekerheidsverdrag dat is gesloten tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk niet van toepassing is op situaties die onder het bereik van de EU Verordening 883/2004 vallen, ook niet na de brexit als deze verordening niet meer van toepassing is. Dit zal impact hebben op de socialezekerheidspositie van internationale werknemers op de lijn tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk: zij kunnen dan in een ander land, in beide landen of in geen enkel land sociaal verzekerd zijn.’

Belastingen

Na afloop van de transitieperiode zal de belastingpositie van Britse medewerkers die onderworpen zijn aan Nederlandse belasting mogelijk (deels) veranderen. Dit komt doordat bepaalde nationale belastingregelingen vanaf 1 januari 2021 niet langer van toepassing zullen zijn voor Britten of inwoners van het Verenigd Koninkrijk. ‘Dit ziet hoofdzakelijk op regelingen die gebaseerd zijn op het EU-recht’, besluit Vijge. ‘Vanuit Nederlands perspectief zullen inwoners van het Verenigd Koninkrijk vanaf 1 januari 2021 niet meer in aanmerking komen voor persoonlijke aftrekposten als deze personen over negentig procent of meer van hun inkomen in Nederland aan belasting onderworpen zijn. Het in mindering brengen van persoonlijke aftrekposten op het Nederlands belastbaar inkomen in zo’n situatie is namelijk alleen mogelijk voor inwoners van de EU/EER. Vanuit internationaal belastingperspectief blijft het bilaterale belastingverdrag tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk van toepassing na afloop van de transitieperiode, waardoor de allocatie van inkomen tussen beide landen na 1 januari 2021 ongewijzigd blijft.’

Contact

Daniël Sternfeld

Daniël Sternfeld

Partner, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)61 089 28 89

Volg ons