Actuele pensioenzaken

Overzicht pensioenactualiteiten 2025-Q2

Overzicht pensioenactualiteiten 2025-Q2
  • Publicatie
  • 15 jul 2025

Vanuit PwC houden wij je graag regelmatig op de hoogte van relevante pensioenontwikkelingen. In dit overzicht van het tweede kwartaal van 2025 lees je over de pensioentransitie bij pensioenfondsen, verzekeraars en werkgevers, het wetsvoorstel over transitietermijnen, Kamervragen over pensioenkapitaal, de verduidelijking van de voorwaarden voor eerbiedigende werking, de adviezen van de AFM voor de sector, het jaarverslag van GIP en Kifid, de pensioenleeftijd en de verkoop van de pensioenportefeuille door Scildon.

De pensioentransitie bij pensioenfondsen, verzekeraars en werkgevers 

In juni 2025 publiceerde De Actuaris een opinie van Fieke van der Lecq, regeringscommissaris Transitie Pensioenen. Daarin gaf zij een duidelijke tussenstand van de pensioentransitie. Terwijl pensioenfondsen grotendeels op koers liggen, baart de voortgang bij verzekeraars zorgen. Veel werkgevers stellen hun overstap naar het nieuwe pensioenstelsel uit: maar liefst 40% geeft aan pas op het laatste moment in actie te willen komen, met 1 januari 2028 als uiterste deadline. Dat kan tot serieuze knelpunten leiden.

Van der Lecq roept werkgevers en adviseurs daarom op om nu al werk te maken van de transitie. Uitstel is volgens haar geen optie, gezien de risico’s voor deelnemers, uitvoerders en de uitvoerbaarheid van het proces. De sector draait op volle toeren, maar er is nog veel werk te verzetten om de eindstreep op tijd te halen.

Ook de Kring van Pensioenspecialisten (KPS) waarschuwde op 13 juni 2025 dat veel werkgevers het risico lopen de deadline niet te halen. Volgens actuarissen Ron van Os en Henk Bets vormt het opstellen van een transitieplan een drempel, vooral voor kleinere werkgevers. Zij pleiten voor een eenvoudiger format en minder complexe berekeningen wanneer de impact op deelnemers beperkt is. Het ministerie van Sociale Zaken onderzoekt momenteel of deze voorstellen passen binnen de wetgeving. Doel is om de overstap naar het nieuwe stelsel toegankelijker te maken en vertraging te voorkomen.

Kabinet: wetsvoorstel transitietermijnen

Op 20 mei 2025 heeft de Tweede Kamer ingestemd met een wetsvoorstel verlenging pensioentransitie dat de uiterste datum voor de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel verschuift van 1 januari 2027 naar 1 januari 2028. Deze verlenging biedt pensioenfondsen en sociale partners meer tijd om de transitie zorgvuldig te realiseren. De deadlines voor de verschillende fasen van de overgang worden voortaan vastgelegd in een algemene maatregel van bestuur (AMvB), zodat de overheid sneller kan ingrijpen als dat nodig is. Het voorstel van Joseph c.s. om deelnemers meer zeggenschap te geven bij het invaren (interne collectieve waardeoverdracht) is uiteindelijk niet aangenomen en verworpen door de Kamer.

Op 28 mei 2025 heeft minister Van Hijum het ontwerpbesluit over de transitietermijnen voor de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel aangeboden aan de Tweede Kamer. Dit besluit maakt deel uit van de voorhangprocedure die is vastgelegd in het wetsvoorstel tot verlenging van de pensioentransitie. Het besluit over de vaststelling van de transitietermijnen regelt dat de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel (Wet toekomst pensioenen) met één jaar wordt verlengd: van 1 januari 2027 naar 1 januari 2028. Alle belangrijke deadlines zijn nu vastgelegd in een algemene maatregel van bestuur (AMvB), zodat er meer flexibiliteit is. Pensioenfondsen moeten hun implementatieplan uiterlijk twaalf maanden vóór de overstap indienen. Doen ze dat te laat, dan mogen ze geen overbruggingsplan meer indienen. Het doel is om alle betrokken partijen meer ruimte te geven voor een zorgvuldige en haalbare transitie.

Hoewel het kabinet op 3 juni 2025 is gevallen, gaat de behandeling van de Wet verlenging pensioentransitie in de Eerste Kamer vooralsnog gewoon door. De kans dat de wet controversieel wordt verklaard is klein. De wet, die al door de Tweede Kamer is aangenomen, verlengt zoals hierboven is aangegeven de overgangsperiode naar het nieuwe pensioenstelsel tot 1 januari 2028. De Eerste Kamercommissie voor sociale zaken en werkgelegenheid (SZW) heeft op 24 juni 2025 haar verslag uitgebracht en wacht nu op de reactie van het kabinet in de vorm van een nota naar aanleiding van dat verslag. Het verslag van de Eerste Kamercommissie voor sociale zaken en werkgelegenheid over het wetsvoorstel tot verlenging van de transitieperiode naar het nieuwe pensioenstelsel bevat kritische vragen van onder andere de BBB-, PVV- en 50PLUS-fracties. De BBB-fractie uit zorgen over het ontbreken van bezwaarrecht voor deelnemers, de effectiviteit van toezicht en mogelijke ongelijke behandeling tussen fondsen. De PVV-fractie vraagt zich af hoe rechtsgelijkheid en juridische afdwingbaarheid worden gewaarborgd bij verschillende transitiepaden. De 50PLUS-fractie stelt fundamentele vragen over de rechtsstatelijkheid en de afgenomen rechtsbescherming van burgers in de Wet toekomst pensioenen, en bekritiseert het gebrek aan inhoudelijke onderbouwing bij de verwerping van het amendement-Joseph. Alle fracties benadrukken het belang van zorgvuldigheid, transparantie en juridische borging bij deze ingrijpende stelselwijziging.

Antwoord op vragen van het lid Joseph over het bericht: ‘PPI’s splitsen pensioenkapitaal na schrappen restitutiebedingen’ 

Minister Van Hijum beantwoordde op 24 april 2025 Kamervragen over het bericht dat PPI’s pensioenkapitaal splitsen na het vervallen van het restitutiebeding. Onder de Wtp is het niet langer toegestaan dat het opgebouwde pensioenvermogen bij overlijden vóór pensioendatum automatisch naar nabestaanden gaat ter omzetting in een nabestaandenpensioen. In plaats daarvan geldt voortaan enkel nog een risicodekking: nabestaanden ontvangen alleen een uitkering als de deelnemer op het moment van overlijden nog in dienst is.

De minister erkent dat dit voor deelnemers en hun naasten een belangrijke wijziging is. Bestaande rechten worden via overgangsrecht gerespecteerd, maar nieuwe opbouw valt onder de nieuwe regels. Volgens de minister biedt risicodekking meer duidelijkheid en bescherming, vooral voor mensen met lagere inkomens of korte dienstverbanden. De hoogte van het partnerpensioen is voortaan gebaseerd op het volledige salaris op het moment van overlijden, en niet meer op dienstjaren of pensioengrondslag.

Hoewel sommige deelnemers het verlies van restitutie als nadelig kunnen ervaren, benadrukt de minister dat het nieuwe stelsel eenvoudiger, transparanter en eerlijker is. Ook zijn er maatregelen getroffen om tijdelijke risico’s bij baanwissel, ziekte of werkloosheid op te vangen, zoals verplichte uitloopdekkingen en ruimere mogelijkheden voor vrijwillige voortzetting.

CAP verduidelijkt voorwaarde eerbiedigende werking

Op 1 juli 2023 publiceerde het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen (CAP) de V&A 23-007 over de voorwaarden voor het overgangsrecht bij progressieve premies. Vervolgens publiceerde Werkenaanonspensioen.nl op 12 mei 2025 een update op een veelgestelde vraag over de toepassing van eerbiedigende werking. De kern: werkgevers die gebruik willen maken van eerbiedigende werking voor hun bestaande pensioenregeling (van vóór 30 juni 2023), moeten uiterlijk op 31 december 2027 een nieuwe regeling met een vlakke premie invoeren voor nieuwe medewerkers. Gebeurt dit niet op tijd, dan wordt de regeling fiscaal onzuiver, met mogelijke fiscale gevolgen. Deze verduidelijking is opgenomen in de Q&A-set onder VC-7.

AFM: drie aandachtspunten bij pensioentransitie

Op 16 mei 2025 publiceerde de AFM het rapport  Sector in beeld Pensioenen 2025, waarin zij drie belangrijke aandachtspunten voor pensioenuitvoerders benoemt:

  • Partnerpensioen: In het nieuwe pensioenstelsel wordt het partnerpensioen bij overlijden vóór de pensioendatum standaard op risicobasis geregeld. Dit kan bij uitdiensttreding leiden tot inkomensverlies voor de partner. Duidelijke communicatie hierover is daarom cruciaal.
  • Klachtenafhandeling: Een derde van de klachten in 2023 ging over de transitie. Zorg voor een goed ingericht klachtenproces, zeker richting het moment van invaren.
  • Scenariobedragen: Grote verschillen tussen scenario’s kunnen tot verwarring leiden. Geef daarom altijd context bij prognosebedragen om onrealistische verwachtingen te voorkomen.

AFM: transitiebulletin april 2025

  1. AFM: Persoonlijke toelichting bij transitieoverzichten nog onvoldoende
    Op 11 april 2025 publiceerde de AFM een artikel waarin zij constateert dat persoonlijke toelichtingen bij transitieoverzichten vaak nog ontbreken. Deze toelichtingen zijn cruciaal om onrealistische verwachtingen over pensioenen te voorkomen. De AFM roept pensioenuitvoerders op om helder uit te leggen waar verschillen in scenariobedragen vandaan komen en dit expliciet op te nemen in hun communicatieplannen. De Pensioenfederatie ontwikkelt voorbeeldmateriaal, maar benadrukt wordt dat maatwerk per deelnemersgroep noodzakelijk blijft.
  2. AFM: Bijna alle pensioenuitvoerders hebben inmiddels correctiebeleid
    Op 10 april 2025 meldde de AFM dat inmiddels 90% van de pensioenuitvoerders beschikt over een correctiebeleid voor het herstellen van fouten in verstrekte pensioeninformatie. In 2019 was dit nog geen 30%. De AFM benadrukt dat álle uitvoerders zo’n beleid moeten vastleggen en goed vindbaar maken op hun website. Een duidelijk correctiebeleid bevordert een consistente en transparante communicatie richting deelnemers bij correcties, nabetalingen en terugvorderingen.

AFM: transitiebulletin mei 2025

  1. AFM: vijf handreikingen over digitale informatieverstrekking
    In het rapport van 28 mei 2025 geeft de AFM concrete handvatten voor het effectief digitaal verstrekken van pensioeninformatie aan deelnemers. Hoewel digitale communicatie steeds gebruikelijker wordt, benadrukt de AFM dat informatie niet alleen digitaal beschikbaar moet zijn, maar ook daadwerkelijk en tijdig bij de deelnemer moet aankomen. Digitale communicatie moet efficiënt, toegankelijk én betrouwbaar zijn. De vijf handreikingen uit het rapport zijn:
    1. Bedien iedere deelnemer via zijn eigen voorkeurs- of standaardkanaal
    2. Controleer e-mailadressen vooraf en zorg voor een ‘bounce-functionaliteit’
    3. Zorg dat digitale informatie iedereen tijdig bereikt en dat informatie beschikbaar blijft.
    4. Meet het inlog- en klikgedrag, bijvoorbeeld van notificaties en in de MijnOmgeving van de deelnemer.
    5. Bespreek als bestuur periodiek het bereik van de communicatie en verbeter dat voortdurend.
  2. AFM: maak voor iedere deelnemer een persoonlijk transitiedossier
    De AFM publiceerde op 28 mei een artikel waarin zij aanbeveelt om alle communicatie over de pensioentransitie per deelnemer te bundelen in een persoonlijk (digitaal) dossier, bijvoorbeeld via de MijnOmgeving. Dit houdt de informatie overzichtelijk en toegankelijk. Het is ook een goed moment om deelnemers te wijzen op mogelijke risico’s in hun regeling, zodat zij tijdig actie kunnen ondernemen.
  3. AFM: informeer tijdig over aangepaste uitkeringen in transitiejaar
    De AFM benadrukte op 28 mei dat gepensioneerden in het transitiejaar mogelijk meerdere aanpassingen van hun uitkering ontvangen. Pensioenuitvoerders moeten deelnemers hierover minimaal één maand vóór de uitbetaling informeren. Deze termijn is iets soepeler dan bij reguliere jaarlijkse aanpassingen, maar blijft essentieel voor duidelijke communicatie.

Jaarverslag GIP en Kifid

Geschilleninstantie Pensioenfondsen (GIP)

Op 15 mei 2026 bracht de Geschilleninstantie Pensioenfondsen (GIP) haar eerste jaarverslag uit. In 2024 ontving de GIP 471 geschillen, waarvan 86% daadwerkelijk in behandeling werd genomen. Van de zaken die via bemiddeling werden opgepakt, leidde 22% tot een oplossing waar beide partijen zich in konden vinden. In 21% van de gevallen mislukte de bemiddeling, waarna 68% van deze dossiers werd doorgezet naar de geschillencommissie. In totaal zijn 57 zaken aan de commissie voorgelegd, wat resulteerde in 8 uitspraken en 1 schikking. Daarnaast verwerkte de GIP 279 informatieverzoeken.

Voor 2025 verwacht de GIP een toename tot circa 800 geschillen, mede als gevolg van de invoering van de Wet toekomst pensioenen (Wtp). Financieel bleef de organisatie ruim binnen het gestelde budget; het overschot wordt gereserveerd voor toekomstige jaren.

Kifid

Sinds 2024 behandelt Kifid officieel klachten over pensioenverzekeraars en premiepensioeninstellingen (ppi’s). In dat eerste jaar zijn 92 pensioenklachten in behandeling genomen. De meeste klachten gingen over lifecycle-beleggingen, waarbij consumenten zich zorgen maakten over dalend pensioenkapitaal door rentestijgingen vlak voor pensionering. Kifid benadrukt dat uitvoerders moeten beleggen met het oog op een zo hoog mogelijke uitkering, waarbij risico’s tijdig worden afgebouwd. De Geschillencommissie zag in deze klachten geen aanleiding om te concluderen dat de pensioenuitvoerders onzorgvuldig hebben belegd en verklaarde de klachten daarom ongegrond. Elke klacht wordt uiteraard zelfstandig beoordeeld door de Geschillencommissie. 

Andere veelvoorkomende onderwerpen waren het uitblijven van indexatie, onduidelijkheid over kapitaalopbouw door fusies of fouten en registratie in waarschuwingsregisters. In het geval van voorwaardelijke indexatie ligt de verantwoordelijkheid bij de werkgever, niet bij de verzekeraar. Bij registratie in waarschuwingsregisters geldt dat dit alleen mag bij bewezen fraude of misleiding.

Bijna de helft van de klachten werd opgelost via bemiddeling. Tegelijkertijd signaleert Kifid dat veel consumenten beperkte kennis hebben van hun pensioenproduct. Aanbieders worden daarom opgeroepen om duidelijker te communiceren.

Pensioenleeftijd voor het eerst boven de 66 jaar

Het CBS heeft op 16 april een artikel gepubliceerd over de gemiddelde pensioenleeftijd. In 2024 gingen op de gemiddelde leeftijd van 66 jaar en 1 maand bijna 93.000 werknemers met pensioen. Een jaar eerder in 2023 was dat 65 jaar en 9 maanden. De verhoging van de AOW-leeftijd is de oorzaak van de stijging. In 2024 ging een groter deel van de werknemers op 67-jarige leeftijd met pensioen dan een jaar eerder, met 40 procent in 2024 en 6 procent in 2023.

De pensioenleeftijd is in alle sectoren gestegen. Werknemers in het openbaar bestuur gingen het vroegst met pensioen (gemiddeld 65,3 jaar), terwijl de hoogste pensioenleeftijd werd gemeten in de overige dienstverlening (gemiddeld 68,1 jaar). Vroegpensioen komt nauwelijks nog voor: minder dan 5% stopt vóór 62 jaar.

Scildon verkoopt pensioenportefeuille aan Allianz

Op 10 juni 2025 heeft Scildon in een persbericht geschreven dat zij zich terugtrekt uit de collectieve pensioenmarkt en zijn pensioenportefeuille verkoopt aan Allianz. De portefeuille was verlieslatend en de verwachte groei bleef uit. De overname past binnen de groeistrategie van Allianz, dat al sterk aanwezig is in de collectieve pensioensector. De transactie moet nog worden goedgekeurd door toezichthouders. Scildon gaat zich na een fusie met Waard Verzekeringen per 2 juli richten op levensverzekeringen en individuele pensioenproducten.


De pensioenstransitie in één dag 

Word in één dag een volwaardige gesprekspartner bij het overleg over jouw nieuwe pensioenregeling!

Door nieuwe pensioenwetgeving (Wtp) komt veel op werkgevers en werknemers af. Alle pensioenregelingen moeten worden aangepast. Zo’n aanpassing kan grote consequenties hebben voor medewerkers en de onderneming. Voor evenwichtige besluitvorming is het essentieel dat gesprekspartners op de hoogte zijn van de ins en outs van de nieuwe regelgeving. Wat wijzigt er precies? Wat betekent dit voor medewerkers/onderneming en wat zijn de alternatieven? Hoe gaat het besluitvormingsproces?

In één dag brengen we jou op de hoogte van wat je moet weten om als volwaardige gesprekspartner jouw rol te kunnen spelen.

Bekijk de training


Podcastserie Pensioen Inside; alweer aflevering 5 van het derde seizoen

In het derde seizoen van onze podcastserie Pensioen Inside gaat host Bastiaan Starink samen met diverse co-hosts in gesprek met verschillende experts over het nieuwe pensioenstelsel. Wat zijn de laatste ontwikkelingen en met welke uitdagingen heeft de markt te maken?   

In de vijfde aflevering van seizoen 3 bespreken Bastiaan Starink en Lonneke Thissen met elkaar in gesprek over het sturen op de solidaire premieregeling. Ze bespreken wat deze overgang betekent voor sociale partners, deelnemers en vooral pensioenfondsen. Aan bod komen onder andere het vervallen van de dekkingsgraad, het belang van het persoonlijk pensioenvermogen en de rol van de kassabon als nieuw communicatiemiddel. Er wordt stilgestaan bij de noodzaak tot herijking van de governance, commissie-indeling en sturingsinformatie. Ook de rol van de operationele reserve bij onvoorziene kosten en claims komt aan bod. Een aflevering boordevol inzichten voor iedereen die betrokken is bij de uitvoering van het nieuwe pensioenstelsel. 

Volg de podcast en ontvang automatisch een melding zodra de nieuwe aflevering te beluisteren is.


Bekijk hier alle pensioenartikelen

Contact us

Willem Eikelboom

Willem Eikelboom

Senior Director, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)64 238 01 53

Jan Meijer

Jan Meijer

Senior Manager, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)65 115 75 16

Volg ons