Consultatie over wijziging vbi- en fbi-regimes en fgr

10/03/23

Dit artikel is voor het laatst bijgewerkt op 11 mei 2023.

De beoogde wijzigingen voor fiscale beleggingsinstellingen, fondsen voor gemene rekening (fgr) en vrijgestelde beleggingsinstellingen (vbi) zijn in consultatie gebracht. De wijzigingen omvatten:

  1. het uitsluiten van directe beleggingen in onroerend goed door fiscale beleggingsinstellingen,
  2. wijzigingen van de voorwaarden voor fiscale transparantie voor fondsen voor gemene rekening, en
  3. beperking van het regime voor vrijgestelde beleggingsinstellingen tot gereglementeerde fondsen.

De wijzigingen voor fondsen voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstellingen moeten op 1 januari 2025 ingaan. In verband met de uitsluiting van directe beleggingen in vastgoed voor fiscale beleggingsinstellingen zou alleen in 2024 een voorwaardelijke vrijstelling van overdrachtsbelasting worden ingevoerd voor aankopen in het kader van een herstructurering die rechtstreeks verband houden met die uitsluiting. Vervolgens zou de uitsluiting daarna in werking treden, per 1 januari 2025.

De internetconsultatie is inmiddels gesloten. Initieel zouden de wijzigingen ingaan per 1 januari 2024. In een Kamerbrief over de Fiscale beleids- en uitvoeringsagenda van Rutte IV van 8 mei 2023 is aangegeven dat de wijzigingen voor de fgr en vbi een jaar worden uitgesteld en per 1 januari 2025 inwerkingtreden. Het kabinet is voornemens om het wetsvoorstel op Prinsjesdag, 19 september 2023, in te dienen. Deze maatregelen zijn eerder aangekondigd bij de evaluatie van de fiscale regimes van deze fondsen, zie ook het Belastingnieuwsbericht ‘Wijziging VBI- en FBI-regimes en fonds voor gemene rekening’.

Wat betekent dit voor uw organisatie en voor u als particulier?

De voorgestelde maatregelen hebben aanzienlijke gevolgen voor vastgoedbeleggingsfondsen die gebruik maken van de regeling voor fiscale beleggingsinstellingen. Veel vastgoedfondsen zullen moeten herstructureren om hun fiscale efficiëntie te behouden.

De voorgestelde wijzigingen zullen ook belangrijke gevolgen hebben voor particulieren die in de fondsen deelnemen. Zo zou een familiebedrijf of -fonds dat is gestructureerd als fonds voor gemene rekening fiscaal transparant kunnen worden. Voor particulieren en families die met een kleine groep in een vrijgestelde beleggingsinstelling beleggen, zou dit fonds zijn kwalificatie als zodanig kunnen verliezen.

Achtergrondinformatie

Fiscale beleggingsinstellingen

Fiscale beleggingsinstellingen genieten momenteel een vennootschapsbelastingtarief van 0 procent op inkomsten en winsten. Het regime voor de fiscale beleggingsinstellingen wordt ook door Nederlandse REIT's toegepast. Net als bij andere REIT-regimes gelden bepaalde vereisten om onder dit regime te vallen. Deze vereisten zien op winstuitkering, aandeelhouders, governance, financiering en omvatten een activa/inkomsten/activiteiten test. De regeling is beschikbaar voor zowel beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde entiteiten.

Per 1 januari 2025 wordt voorgesteld om het rechtstreeks beleggen in onroerend goed voor fiscale beleggingsinstellingen uit te sluiten. Effectief wordt daarmee het Nederlandse REIT-regime afgeschaft. Bovendien mogen Nederlandse fiscale beleggingsinstellingen niet langer een verbonden entiteit die onroerend goed bezit, besturen. Verdere wijzigingen houden in dat in aanmerking komende Nederlandse fiscale beleggingsinstellingen niet langer een loan-to-value mogen hebben van meer dan 20 procent, afgemeten aan de fiscale boekwaarde van alle beleggingen (terwijl momenteel de grens 60 procent is over de fiscale boekwaarde van het vastgoed).

Er wordt een tijdelijke vrijstelling van overdrachtsbelasting voorgesteld om belastingneutrale omzettingen van een fiscale beleggingsinstelling in fiscaal transparante fondsen voor gemene rekening mogelijk te maken. Deze vrijstelling van overdrachtsbelasting zal alleen in 2024 gelden en is alleen bedoeld voor verwervingen van economische eigendom (juridische eigendom is dus uitgesloten). Er worden verdere beperkingen ingevoerd voor de entiteit die het vastgoed vervreemdt en de entiteit die de economische eigendom ervan verwerft in verband met de reorganisatie.

Fondsen voor gemene rekening

Per 1 januari 2025 worden de voorwaarden gewijzigd waaronder een fonds voor gemene rekening als transparant kwalificeert. Doel is de transparantieregels voor Nederlandse beleggingsfondsen meer in overeenstemming te brengen met de internationale normen. In de toekomst zullen fondsen voor gemene rekening alleen als non-transparant voor de Nederlandse inkomstenbelasting worden beschouwd als:

  1. de entiteit een gereguleerd vehikel is in de zin van de Wet Financieel Toezicht; en
  2. er sprake is van verhandelbare bewijzen van deelgerechtigdheid. Indien de bewijzen van deelgerechtigdheid uitsluitend aan het fonds kunnen worden verkocht, is geen sprake van verhandelbaarheid (inkoopvariant).

Als hier niet aan wordt voldaan, wordt het fonds als transparant beschouwd. Fondsen kunnen hierdoor alleen als fonds voor gemene rekening kwalificeren, als deze bij een reeks beleggers kapitaal ophalen en beschikken over een vergunning op grond van de Wft of zijn uitgezonderd van de Wft.

De bestaande mogelijkheid voor fondsen voor gemene rekening om voor Nederlandse inkomstenbelastingdoeleinden als transparant te worden beschouwd door middel van een ‘unanieme toestemmingsvariant’ in de fondsvoorwaarden (een clausule die unanieme instemming van alle deelnemers vereist voor de overdracht van participaties), zal vanaf 1 januari 2025 vervallen.

De consultatie gaat uit van een veronderstelde vervreemding van de activa en passiva van het Nederlandse beleggingsfonds en een vervreemding van de participaties door alle beleggers tegen de reële waarde indien de fiscale kwalificatie verschuift van non-transparant naar transparant. Eventuele daarmee samenhangende belastbare winsten zijn dan belast met (vennootschaps)belasting tegen de reguliere tarieven. Als overgangsrecht worden in dit verband drie extra faciliteiten ingevoerd:

  1. een doorschuiffaciliteit van de latente belastingclaim op uitgestelde winsten, fiscale reserves en goodwill;
  2. een aandelenfusiefaciliteit voor deelnemers die onderworpen zijn aan inkomstenbelasting waardoor zij de deelnemingsrechten kunnen overdragen aan een Nederlandse vennootschap in ruil voor aandelen, en
  3. een tijdelijke vrijstelling van overdrachtsbelasting in verband met de fusie voor participatiehouders die onderworpen zijn aan de inkomstenbelasting.

Indien een belastingplichtige niet voldoet aan de voorwaarden om de faciliteiten 1 en 2 toe te passen, kan om uitstel van (vennootschaps)belasting worden verzocht voor een periode van 10 jaar, mits de belastingclaim door de Nederlandse belastingdienst in stand kan worden gehouden.

Vrijgestelde beleggingsinstellingen

Het is de bedoeling om het regime voor de vrijgestelde beleggingsinstellingen vanaf 1 januari 2025 te beperken tot uitsluitend gereglementeerde instellingen in het kader van de Wet Financieel Toezicht. Onder het regime voor vrijgestelde beleggingsinstellingen is direct beleggen in vastgoed overigens niet toegestaan, zodat de gevolgen van deze regel voor de vastgoedsector beperkt zijn.

Internetconsultatie

Tot 5 april 2023 kon worden gereageerd op de internetconsultatie. PwC heeft bijgedragen aan de reactie op de internetconsultatie vanuit de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs. Het kabinet gebruikt de input op deze consultatie bij de verdere vormgeving van het uiteindelijke wetsvoorstel, dat volgens de planning op Prinsjesdag wordt ingediend.

Contact us

Jeroen Elink Schuurman

Jeroen Elink Schuurman

Global Real Estate Tax Leader, PwC Netherlands

Sanne Janssen

Sanne Janssen

Tax Partner, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)63 017 69 95

Clarinca van Veelen

Clarinca van Veelen

Director, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)61 229 49 69

Marloes Griffioen

Marloes Griffioen

Single Family Office Leader, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)62 003 49 88

Volg ons