Omdat wet- en regelgeving ten aanzien van het rapporteren over klimaatrisico’s vanaf 2024 van toepassing is, is het belangrijk dat ondernemingen nu gaan handelen. Maar waar te beginnen?
Uit onderzoek van PwC blijkt dat ondernemingen nog onvoldoende bezig zijn met de beoordeling en rapportage van klimaatrisico’s. Het management van de onderneming moet een vertaalslag maken van de effecten van klimaatverandering op het bedrijfsmodel, het risicoprofiel en de continuïteit van de onderneming. Dit betekent een robuuste beoordeling van de klimaatrisico’s (en kansen) die is doorvertaald naar een transparante verwerking en toelichting in de jaarrekening, onder andere op het gebied van de waardering van activa en passiva en andere kwalitatieve en kwantitatieve toelichtingen. Wellicht heeft u zaken die u versneld moet afschrijven. Of heeft uw onderneming activa die energie-intensief zijn en op termijn vervangen moeten worden door meer duurzame alternatieven. Dat zal de economische levensduur van uw huidige activa verkorten, en dus zullen er naar verwachting bijzondere waardeverminderingen in de jaarrekening verwerkt en toegelicht moeten worden. Daarnaast zal de transitie naar een meer duurzame economie forse investeringen kunnen vragen van ondernemingen. Deze moeten worden gefinancierd en hebben dus impact op de liquiditeit.
Het beoordelen van klimaatrisico’s is geen gemakkelijke opgave. Klimaatrisico’s worden verondersteld pas op lange termijn een impact te hebben op de onderneming. In zekere zin is dit het geval voor transitierisico's, maar gebleken is dat fysieke klimaatrisico’s nu al directe impact hebben op ondernemingen en dus een direct financieel risico kunnen vormen. Tegelijkertijd beperken veel ondernemingen zich tot de impact van klimaatrisico’s op hun eigen bedrijfsvoering in plaats van een beoordeling van klimaatrisico’s in de waardeketen en in het bijzonder de toeleveringsketen. Zo kan het bijvoorbeeld voorkomen dat één van de belangrijkste partners in de toeleveringsketen wel is blootgesteld aan fysieke klimaatrisico’s door de geografische ligging van de productiefaciliteiten waar het risico op overstromingen toeneemt. Daarnaast zijn bepaalde sectoren meer blootgesteld aan ofwel transitierisico's ofwel fysieke klimaatrisico’s en zal de mate van diepgang van de risico’s en de financiële impact ervan ook sterk afhankelijk zijn van de sector waarin de onderneming opereert. Hier kunt u denken aan de transportsector. Zo heeft de binnenvaart last van lage rivierstanden (fysiek risico) en zullen transportondernemingen hun wagenpark moeten vergroenen (transitierisico).
In de context van klimaatverandering zouden ondernemingen ook het risico van niet-naleving van wet- en regelgeving moeten (her)overwegen. Met name in Europa is veel nieuwe wet- en regelgeving op komst waaraan ondernemingen moeten voldoen, vanuit de Europese Green Deal. Voorbeeld hiervan is de Corporate Sustainability Reporting Directive, maar ook specifieke wetgeving op het gebied van verduurzaming van de bouwsector. Bovendien valt in deze context het risico op reputatieschade niet te onderschatten. Want een onderneming die boetes van de ACM krijgt vanwege greenwashing, of een onderneming die aangepakt wordt met leuzen van een NGO als Milieudefensie, kan rekenen op weglopende consumenten.
Om deze klimaatrisico’s te identificeren en de impact ervan te kunnen beoordelen, is een integrale aanpak nodig. Want niet alleen de financiële afdeling van een onderneming ziet dat het klimaat gevolgen heeft, ook operationele afdelingen en duurzaamheids- en risicomanagementafdelingen worden hiermee geconfronteerd vanuit hun eigen perspectief. Multidisciplinair samenwerken kan daarom enorm helpen om een duidelijk en consistent beeld te krijgen van klimaatgerelateerde risico’s en kansen. En ook betrokkenheid vanuit het bestuur en toezicht door de raad van commissarissen zijn hierbij essentieel.
Als vervolgens de risico’s bekend zijn, begint de verslaggeving over klimaat. Maar hoe daarmee te beginnen? Een manier om te starten is het toelichten van de huidige CO2-emissies. Mochten overheden bijvoorbeeld een bredere CO2- belasting willen invoeren dan het al geïmplementeerde EU Emission Trading System, dan zal de impact daarvan op het bedrijfsmodel direct af te leiden zijn uit de CO2-voetafdruk.
Deze wordt vaak nog niet volledig toegelicht. Dit wordt bijvoorbeeld beperkt tot bedrijfsreizen zoals leaseauto’s en vliegtuigen, terwijl de inkoop van producten en diensten – gemiddeld een veel grotere categorie – nog ontbreekt. Wetende dat het GHG Protocol – het wereldwijde algemeen geaccepteerde framework voor het rapporteren over CO2-uitstoot – al meer dan twintig jaar bestaat, mogen investeerders ook hier meer transparantie verwachten van ondernemingen.
Kijken we vervolgens naar klimaatambities, dan gebeurt het nog te vaak dat ondernemingen hun ambities ten aanzien van het Parijs-akkoord uitspreken ('net zero in 20250') en zich committeren aan het verminderen van uitstoot, zonder een concreet plan toe te lichten en over de impact hiervan op de jaarrekening te rapporteren. Naast de impact van de onderneming op het klimaat door de uitstoot van CO2 speelt namelijk ook de impact van het klimaat op de onderneming een rol. Extreme weersomstandigheden en (periodes van) droogte spelen een belangrijke rol in de toeleveringsketen van veel Nederlandse ondernemingen. De nieuwe European Sustainability Reporting Standards, die van toepassing zullen zijn onder de Corporate Sustainability Reporting Directive, verlangen expliciete toelichting hierover in het bestuursverslag.
Een eerste stap is om de waardeketen en toeleveringsketen van de onderneming in kaart te brengen, waaronder ook de toeleveringsketen. Om de scope 3-emissies te berekenen is dit inzicht essentieel. Dit lijkt voor de hand te liggen. Toch maken we uit ons onderzoek op dat de realiteit is dat veel ondernemingen dit inzicht nog niet hebben.
Hoewel financiële verslaggevingsstandaarden weinig expliciete aandacht besteden aan klimaatverandering, bieden standaarden als de IFRS en RJ en frameworks als de Task Force on Climate-Related Financial Disclosures (TCFD) en initiatieven als het Science Based Targets initiative wel degelijk voldoende basis om de impact van klimaatgerelateerde risico’s te verwerken in de waardering van activa en passiva en de toelichtingen die hierbij horen.
De maatschappij verwacht een steeds bredere blik van de accountant bij het identificeren en adresseren van risico’s. Hier hoort klimaatverandering zeker bij. PwC vindt een stevige en aanjagende rol van de accountant op dit onderwerp dan ook van maatschappelijk belang. Wij vragen van onze accountants een goed begrip van de klimaatambities van de onderneming en een beoordeling van de consistentie met de levensvatbaarheid van het bedrijfsmodel, de integratie in risicobeoordelingen en risicomanagement en de kwantitatieve en kwalitatieve toelichtingen in de jaarrekening. Op basis van risico-inschattingen bepalen zij welke controlewerkzaamheden nodig zijn om de geïdentificeerde risico’s te adresseren. Dit sluit ook aan bij de toepassing van de herziene standaard 315R ‘Risico's op een afwijking van materieel belang identificeren en inschatten door inzicht te verwerven in de entiteit en haar omgeving’. Zo was de impact van klimaatverandering een belangrijk onderwerp in het verplichte bijscholingsprogramma van PwC voor haar accountants over de herziene standaard 315R.
Deze aanpak moet zorgen voor het juist adresseren van klimaatgerelateerde risico’s in de controle en tot meer transparantie in jaarverslag en jaarrekening, maar ook in de controleverklaring van de accountant. Bijvoorbeeld door uit te leggen welke werkzaamheden zijn uitgevoerd ten aanzien van klimaatgerelateerde risico’s, klimaatgerelateerde risico's op te nemen als een kernpunt van de controle of zelfs het oordeel bij de jaarrekening aan te passen.
Klimaatrisico’s opnemen in de controle is niet eenvoudig. Het vraagt om inzet van specialisme, maar ook om kennisopbouw van onze accountants en controleteams. Een uitdaging die we met elkaar zijn aangegaan en waarop wij onze klanten zullen uitdagen.
Een goede aanpak staat of valt met een goede risicobeoordeling van klimaatrisico's door de onderneming. De accountant zal deze risicobeoordeling goed moeten doorgronden. De nieuwe standaard ISA315R geeft in dit kader voldoende aanknopingspunten. Maar kijk ook naar raamwerken, bijvoorbeeld die van de TCFD, die sinds de oprichting in 2015 streeft naar transparantie over de impact van klimaatverandering met specifieke aandacht voor risicomanagement. Er zijn goede voorbeelden van TCFD-rapportages van ondernemingen in het Verenigd Koninkrijk, waar sinds 2022 voor bepaalde ondernemingen de TCFD bij wet verplicht is gesteld. Met de komst van de CSRD zullen bepaalde elementen van de TCFD onderdeel worden van de rapportagevereisten van de CSRD en dus is het adresseren van klimaatrisico’s volgens de aanbevelingen van de TCFD een goede voorbereiding op wat gaat komen.
Uit COP27 blijkt dat het aanpakken van een probleem als klimaatverandering niet makkelijk is, dat samenwerking nodig is en dat concrete stappen nu noodzakelijk zijn. Van idee naar actie. De onderneming moet klimaatverandering onderdeel maken van vele – zo niet alle – onderdelen van de bedrijfsvoering en dat vertalen naar de jaarverslaggeving. Het is de rol van de accountant om transparante verslaggeving te waarborgen inclusief de impact van klimaatverandering op de jaarrekening.
Gegeven de risico’s van klimaatverandering voor organisaties en de samenleving als geheel, staan wij samen voor de uitdaging om klimaatverandering op een juiste wijze te verankeren in de jaarrekening en de controles. Dit geldt zowel voor de korte- als langetermijnrisico’s. Een enorme uitdaging door de complexiteit, het gebrek aan data en de hoge mate van oordeelsvorming die noodzakelijk is. Dit betekent het delen van kennis, het uitdagen van elkaar en samen zorgen voor voldoende transparantie in de jaarrekening en de controleverklaring. Een eerste stap om dit te verwezenlijken is het verankeren en uitbreiden van de kwalitatieve toelichtingen in de jaarrekeningen. Vervolgens zouden ondernemingen relevante scenario’s op het gebied van klimaatverandering en sensitiviteitsanalyses met financiële impact moeten toelichten, waarbij ook aandacht wordt besteed aan gehanteerde veronderstellingen bij waarderingen. Samenwerking tussen multidisciplinaire competenties is daarbij essentieel.