ESG-rapportages van financiële instellingen onder de loep

CSRD-benchmark toont focus op impact, niet op risico's en kansen

 CSRD-benchmark toont focus op impact, niet op risico's en kansen
  • Publicatie
  • juni 05, 2025

De duurzaamheidsrapportages van grote Europese banken en verzekeraars moeten voldoen aan de CSRD. Hoe ziet dat er in de praktijk uit? Kees-Jan de Vries en Daniël van Veen van PwC doken in deze rapportages. 'Slechts tien procent van de benoemde IRO’s bestaan nu uit kansen. Hopelijk gaan financiële instellingen in de toekomst meer kansen zien en deze vertalen naar concrete zakelijke mogelijkheden.’

Het doel van De Vries en Van Veen was overeenkomsten en verschillen in de ESG-rapportages bloot te leggen. Daarvoor vergeleken ze de rapportages van twaalf financiële instellingen, waarvan acht uit Nederland, en vier uit omringende landen, waaronder BNP Paribas, Allianz en Commerzbank.

De implementatie van de CSRD had een flinke impact op wat financiële instellingen rapporteren en de wijze waarop ze dat deden, zagen de onderzoekers. Dat blijkt alleen al uit de omvang. Zo telde het sustainability statement van Commerzbank meer dan tweehonderdvijftig pagina’s, exclusief bijlagen. 

Wat opvalt aan de inhoud: ‘Alle onderzochte banken en verzekeraars besteden vooral aandacht aan drie thema’s: klimaatverandering, het eigen personeel en ‘consumenten en eindgebruikers’,’ zegt Van Veen. Dit zijn dus de onderwerpen waarop de ondernemingen een positieve of negatieve invloed zien. Dat deze thema’s eruit springen is volgens Van Veen niet heel verrassend. ‘Klimaat en personeel zijn voor elke organisatie relevant. Het derde hoofdonderwerp is ook logisch te verklaren: het gaat hier om banken en verzekeraars, en dit zijn hun klanten.’ 

Dubbele materialiteit 

Vervolgens keken de onderzoekers naar de IRO’s die de banken en verzekeraars benoemden in hun verslagen: impact (positief of negatief), risico’s en kansen (opportunities). Daaruit blijkt dat twee derde van deze IRO’s zien passen bij impactmaterialiteit, de invloed van een organisatie op mens en milieu. Slechts een derde sluit aan op financiële materialiteit, de impact van een maatschappelijke thema op de financiële prestaties van de organisatie. 

Van Veen: ‘Dat is een interessante observatie. Want de CSRD benadrukt juist beide perspectieven, dus financiële en impactmaterialiteit. We hadden verwacht, vanwege die dubbele materialiteit, dat er wellicht meer risico's en vooral kansen zouden worden gezien, maar dat blijkt dus niet zo te zijn. De ondernemingen hebben wel goed gekeken naar de impactmaterialiteit die ze hebben, daarbij identificeren ze bijna evenveel positieve als negatieve impact – en dat vind ik mooi. Daaruit leid ik af dat er echt goed naar is gekeken.’

‘We hadden verwacht dat er meer risico's en kansen zouden worden gezien. Dat blijkt niet zo te zijn.’

Daniel van Veen,partner Assurance, PwC Nederland

Concrete impact, risico's, kansen 

‘Tegelijkertijd stellen we vast dat over de hele linie de impacts, risico’s en kansen nog nader geconcretiseerd zouden kunnen worden. De verdiepende analyses daarvoor ontbreken vaak nog. We zien ook dat het waardeverlies van bezittingen (assets) door klimaatverandering als een belangrijk risico wordt gezien, maar tegelijkertijd rapporteren maar weinig financiële instellingen over zogenaamde locked-in broeikasgasemissies. Dit gaat over bezittingen op hun balans die CO₂-intensief zijn en in de toekomst minder waard kunnen worden. Dit risico wordt wel erkend, maar heeft mogelijk nog geen prioriteit op de korte of middellange termijn. Er wordt in ieder geval nog niet concreet gemeld: ‘We hebben directe of indirecte bezittingen met een hoge CO₂-uitstoot die een risico vormen’. Als meer financiële instellingen hierover gaan nadenken, verwacht ik dat risico’s uiteindelijk een grotere rol gaan spelen in hun beoordelingen.’

Ook bestaat slechts tien procent van de benoemde IRO’s uit kansen, vooral op het terrein van klimaatverandering. Van Veen heeft wel een verklaring voor die voorzichtigheid. ‘Als je zegt: ‘Hier zie ik een mogelijkheid,’ dan betekent dat je dat de komende jaren verder moet uitwerken. Zowel qua doelen die je stelt, maar ook de meetmethoden die daarbij horen. Voor het eerste jaar is deze terughoudendheid misschien niet vreemd. Ik hoop in ieder geval dat financiële instellingen in de toekomst meer kansen gaan zien. Dat zou betekenen dat de positieve impact die ze nu al waarnemen, uiteindelijk ook vertaald wordt naar concrete zakelijke mogelijkheden. Dan maak je echt de transitie door die nodig is.’

Een mooi marketingverhaal 

De huidige duurzaamheidsrapportages nieuwe stijl zijn ieder geval aanzienlijk veranderd qua opzet en inhoud, zagen de onderzoekers.  ‘Wat we wel horen is dat de CSRD-rapportages erg technisch en moeilijk leesbaar zijn,’ vertelt Kees-Jan de Vries. ‘Het gaat over transparantie; waar sta je als onderneming op het thema duurzaamheid? Welke doelen stel je jezelf? En welke verantwoording leg je daarover af aan je stakeholders? Een sustainability statement is uiteindelijk een verantwoordingsverslag. We waren gewend dat bij de jaarrekening een mooi verhaal over duurzaamheid werd verteld in het management report. Maar een duurzaamheidsverslag is gericht op hoe het werkelijk is. Soms is dat best complex, en leest dat misschien niet altijd lekker weg. De werkelijkheid is nu eenmaal niet altijd een mooi ronkend verhaal.’

‘Het gaat over transparantie; waar sta je als onderneming op het thema duurzaamheid?’

Kees-Jan de Vries,partner Sustainability & ESG, PwC Nederland

Schept ESG Omnibus voldoende duidelijkheid?

Net voordat PwC begon met deze analyse, stelde de Europese Commissie in februari 2025 de ESG Omnibus-verordening voor. In dit voorstel wordt onder meer de reikwijdte van de CSRD aangepast: alleen bedrijven met meer dan duizend werknemers moeten aan de duurzaamheidsrapportageverplichtingen voldoen. En zolang het geen ondernemingen zijn die van groot maatschappelijk belang zijn is de rapportageverplichting uitgesteld van 2025 naar 2027. 

Er zijn kanttekeningen te maken bij dit voorstel. De Vries: ‘Deze ingeperkte scope is lastig voor financiële instellingen. Aan de ene kant wil de wetgever dat je beter inzicht hebt in je duurzaamheidsrisico’s en dat je over die risico’s rapporteert. Maar hoe moet je dan als financiële instelling aan de informatie komen om te kunnen rapporteren? De Omnibus helpt daar niet bij.’  
 
Dat de EU-regelgeving wordt vereenvoudigd, dat begrijpt De Vries. ‘We hebben natuurlijk het raamwerk, de CSRD en de onderliggende ESRS-standaarden. Maar wat vraagt dat raamwerk van accountants? Hoe moeten we de statements beoordelen? Ondernemingen en accountants zijn gebaat bij meer duidelijkheid.’ 

Verder praten over effectief rapporteren met CSRD?

Webinar: CSRD Lessons Learned & ESG Omnibus

Contact us

Kees-Jan de Vries

Kees-Jan de Vries

Partner, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)61 069 68 28

Daniel van Veen

Daniel van Veen

Partner Assurance, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)65 053 04 24

Volg ons