De recent gepubliceerde handreiking van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) biedt volgens hen goede aanknopingspunten, die om zorgvuldige uitwerking vragen. ‘Wij helpen gemeenten om alles samen te brengen, te waarborgen en te trainen.’
De rijksoverheid adviseert burgers zich voor te bereiden op 72 uur zelfredzaamheid, in het geval dat voorzieningen zoals stroom en water niet beschikbaar zijn. Dat is niet voor niks: de geopolitieke spanningen en de rampzalige gevolgen van klimaatverandering bedreigen de basisvoorzieningen waarop iedereen vertrouwt. ‘De gemeente is voor burgers het meest nabije bestuurlijke aanspreekpunt als die basisvoorzieningen wegvallen’, vertelt Martine Koedijk, accountant voor gemeenten en provincies en PwC-sectorvoorzitter lokale overheid. ‘De rol van gemeenten bij de versterking van de weerbaarheid is daarom van groot belang.’
Massale stroomuitval bijvoorbeeld is een reële mogelijkheid, die in Spanje en Portugal afgelopen april bewaarheid werd. Er gingen veel geruchten rond over de oorzaak, en de maatschappelijke ontwrichting was groot. Dat doelbewuste verstoring niet slechts een papieren dreiging is, weet Bram van Tiel, die voor PwC-klanten werkt aan vraagstukken rondom cybersecurity, weerbaarheid en privacy. ‘Onze experts ondersteunden verschillende gemeentelijke organisaties die door cyberaanvallen platgelegd werden. Wij hielpen daar bij de afhandeling van het incident en bij de analyse van verbeterpunten. Bij voorkeur adviseren we echter vooraf over een grondig crisisplan, bijvoorbeeld zoals we doen rondom grote evenementen en voor belangrijke (maatschappelijke) infrastructuren.’
De recente publicatie Handreiking weerbaarheid en veerkracht op lokaal niveau’ van de VNG biedt een overzicht van (gemeentelijke) maatregelen, geordend naar crisisfasen en de pijlers van het model van Dückers voor maatschappelijke weerbaarheid en veerkracht. Koedijk: ‘De handreiking laat zien hoe breed het spectrum is dat verstoord kan worden – de lokale veiligheid, drinkwater en waterzuivering, elektriciteitsvoorziening, telefonienetwerk, de toegang tot winkels, het verstrekken van inkomen, noem maar op. De handreiking is wat ons betreft een startpunt, want achter elke maatregel zitten complexe inventarisaties, analyses en keuzes. Dat vraagt om zorgvuldige uitwerking en afstemming met diverse partners en leveranciers.’
‘Wat te denken bijvoorbeeld van de situatie dat de gemeentelijke organisatie zelf wordt verstoord en de centrale taak in de crisis niet volgens plan kan uitvoeren?’ vult Van Tiel aan. ‘Ook de kans op meerdere crises tegelijk neemt toe, nu de geopolitieke situatie kan leiden tot doelbewuste aanvallen. Verder zien we een extra complexiteit in de afhankelijkheid van (diverse) leveranciers, waarmee de plannen nauwgezet afgestemd moeten zijn.’
Koedijk en Van Tiel willen de mogelijke bedreigingen benoemen en vooral aandacht vragen voor de samenloop van de diverse dreigingen en het brede spectrum waarvoor gemeenten verantwoordelijk zijn. Koedijk: ‘Gemeenten beginnen natuurlijk niet op nul. De veiligheidsregio’s, veel gemeenten hebben draaiboeken, crisis- en continuïteitsplannen en ook bij hen groeit het urgentiebesef, evenals het inzicht dat het ook gaat om het preventief versterken van de sociale infrastructuur in de gemeente en de zelfredzaamheid van mensen en organisaties. In geval van een acute crisis is er geen tijd om het juiste plan uit de la te trekken en te bestuderen, dan moet er gehandeld worden. Regelmatig oefenen is daarom cruciaal.’
‘Wij helpen klanten om de plannen te inventariseren, lacunes in te vullen en alles samen te brengen in een overkoepelend systeem’, vervolgt Van Tiel. ‘Vervolgens gaan we trainen in gesimuleerde situaties zoals brand, overstroming, elektriciteitsverstoring, een cyberaanval, of meerdere crises tegelijk. We gaan dan niet met koffie erbij het draaiboek doorlezen, maar creëren de intensiteit van een echte crisis. In onze simulaties bouwen we altijd het onverwachte in, zodat de aanwezigen ervaren hoe ze dan reageren. Op die manier kunnen we zowel het systeem als de menselijke factor aanscherpen.’
Een belangrijk element in recente crises is de grote hoeveelheid informatie die op functionarissen afkomt. Hoe filter je wat belangrijk is, wat prioriteit heeft en – steeds belangrijker – wat echt is?’ Van Tiel vertelt over een situatie waarin een klant daadwerkelijk gegijzeld werd met ransomware: ‘Toen meldde zich ook een opportunist die beweerde de hacker te zijn en die hoopte er een slaatje uit te slaan. Je kunt er zeker niet meer van uitgaan dat iedereen je met rust laat om een incident zorgvuldig op te lossen. De praktijk is weerbarstig. Het is verstandig om daarop voorbereid en getraind te zijn.’
Zoals de VNG in de handreiking stelt, zijn er vanuit de rijksoverheid middelen beschikbaar voor burgerhulpverlening en noodsteunpunten, maar er zijn nog geen structurele middelen voor het versterken van gemeentelijke weerbaarheid in bredere zin. Mogelijk kan de verhoogde NAVO-norm van vijf procent defensie-uitgaven hiervoor uitkomst bieden. De financiële invulling is afhankelijk van besluiten van de NAVO en de EU, evenals van de keuzes die een nieuw te vormen kabinet in Nederland zal maken. Koedijk: ‘Gemeenten zullen op korte termijn benieuwd zijn wat het demissionaire kabinet op Prinsjesdag hierover zal melden.’
Partner en sectorvoorzitter Lokale Overheden, PwC Netherlands
Tel: +31 (0)61 830 45 41
Partner Cybersecurity, resilience & privacy, PwC Netherlands
Tel: +31 (0)62 243 29 62