Meer betaalbare en energiezuinige woningen

26/09/24

Nederland heeft grote behoefte aan meer woningen. Deze moeten betaalbaar zijn. De bouw van energiebesparende woningen draagt bij aan de energietransitie. Vergunningenprocedures moeten wel sneller en het tijdig aansluiten van woningen op een elektriciteitsnet is nog steeds een uitdaging. Kortom, er ligt een stevige opgave. Gemeenten en ontwikkelaars spelen hier een centrale rol. Het rijk neemt de regie en wil dwingende afspraken maken. Ook met investeerders en pensioenfondsen. Hieronder treft u een overzicht van de maatregelen uit het Regeerprogramma en de Miljoenennota en aandachtspunten voor het realiseren van meer betaalbare en energiezuinige woningen.

Wat betekent dit voor uw organisatie?

Ontwikkelaars moeten betaalbare woningen gaan bouwen. Het liefst met innovatieve bouwvormen, zoals modulair bouwen. Bij de bouw is aandacht voor schoon bouwen. Dit kan nodig zijn om aan te tonen dat er bij de bouw geen stikstof vrij komt en de waterkwaliteit niet verder verslechtert. De kans op een vergunning is klein zonder schoon te bouwen. Bij de bouw moet een ontwikkelaar aantonen dat er geen uitstoot van stikstof is en dat de kwaliteit van het water niet verslechtert.

Gemeenten spelen een centrale rol bij de woningbouw en leggen de afspraken vast met ontwikkelaars. Het kabinet stelt geld beschikbaar via een Realisatiestimulans. Het kabinet moet dit nog gaan uitwerken. De gemeenten kunnen dit geld gebruiken voor extra capaciteit of financiering van de onrendabele top voor ontwikkelaars bij de bouw van betaalbare woningen. De gemeente kan de financiering beschikbaar stellen zonder goedkeuring van de Europese Commissie vanwege staatssteun.

Het kabinet wil afdwingbare afspraken met gemeenten en provincies en het kabinet wil zaken doen met investeerders, zoals pensioenfondsen. Er komt een Woningtop.

Toe naar meer betaalbare woningen

Het kabinet wil meer betaalbare woningen. De kosten om te bouwen zijn de afgelopen jaren alleen maar gestegen. In het Regeerakkoord wijst het kabinet over de hoge grondkosten. Daarnaast moeten ontwikkelaar de stijgende loon- en materiaalkosten betalen. In het Regeerprogramma geeft het kabinet aan dat de focus van ontwikkelaars vooral ligt bij het bouwen van dure woningen om zo nog een redelijk rendement te kunnen behalen. Het gevolg is dat er voor mensen met een laag inkomen of middeninkomen minder nieuwe woningen beschikbaar komen. Dit zijn de betaalbare woningen. Het kabinet wil 100.000 woningen per jaar erbij, waarvan tweederde betaalbaar moet zijn. Ontwikkelaars of woningcorporaties moeten die gaan bouwen. Gemeenten spelen hier een sleutelrol. Zij zijn verantwoordelijk voor de ruimtelijke ontwikkeling, maken de contractuele afspraken met de ontwikkelaars en moeten mogelijk een onrendabele top financieren.

Wegnemen van hobbels

Het kabinet geeft in het Regeerprogramma aan dat zij hobbels wil wegnemen. Er zijn te veel regels voor de bouw, de procedures voor vergunningen zijn te lang en er zijn de welbekende stikstofuitdagingen. Daar komt bij dat er door netcongestie de woningen niet tijdig op het elektriciteitsnet zijn aan te sluiten en dat er bij gemeenten capaciteitstekorten zijn. Het kabinet geeft niet aan hoe zij al die hobbels weg gaat nemen. Hieronder een aantal bespiegelingen over de vergunningen en een aansluiting op het elektriciteitsnet.

Vergunningen

Het is een terechte constatering dat de vergunningverlening sneller moet. De afgelopen jaren zijn hier al stappen gezet. Via de Omgevingswet (die dit jaar is ingegaan) is de verlening van vergunningen al geclusterd en is er ruimte voor coördinatie van vergunningverlening door bevoegde gezagen. Het versnellen van de procedure vergt verder een inspanning van gemeenten die mogelijk met AI of digitale oplossingen hun proces kunnen op optimaliseren. Daarnaast moet het voor vergunningverleners duidelijk zijn hoe zij bij bepaalde onderwerpen moeten beslissen. Ontwikkelaars hebben ons laten weten dat de vergunningstelsels lang niet altijd aansluiten op de regels voor de bescherming van de natuur en het water (bijvoorbeeld zoals die volgen uit de Kaderrichtlijn Water). Vergunningverleners moeten klaar staan om te kunnen toetsen aan de vereisten. De Europese Commissie heeft al laten weten dat Nederland achterloopt bij de implementatie. Het kabinet kan hier helpen met een eenduidig kader.

Hetzelfde geldt voor de regels omtrent stikstof. Daar werken de gezamenlijke provincies al met een kenniscentrum. Het kabinet moet hier echter wel sturing geven. In de Miljoenennota is daarentegen we aandacht voor het schoon bouwen (bijvoorbeeld met elektrische voertuigen). Via het programma Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB) zet het kabinet in op de verduurzaming van de bouwmachines en de bouwlogistiek. Dit kan een manier zijn om aan te tonen dat er bij de bouw geen stikstof vrij komt. Voor een gemeente kan dit betekenen dat deze een vergunning kan afgeven.

Aansluiting op het elektriciteitsnet

Er zijn problemen vanwege congestie op het elektriciteitsnet. Het net zit vol. De netbeheerders werken al aan het verzwaren van het elektriciteitsnet, maar dat kost tijd. Het kabinet geeft in het Regeerakkoord mee dat woningen zonder al te veel vertragingen een aansluiting op het elektriciteitsnet moeten krijgen. Dit sluit aan bij de prioritering van de Autoriteit Consument en Markt (ACM). De ACM heeft een kader opgesteld waarop projecten staan die voorrang moeten krijgen. De ACM heeft woningen als belangrijke sector aangemerkt. De prioriteringslijst is echter lang. De netbeheerders moeten dit uit gaan werken en moeten ook binnen de prioriteringslijst keuzes maken. Verder is niet duidelijk wat dit betekent voor al die bedrijven die ook een aansluiting willen en niet op de prioriteringslijst staan. Zij blijven voor een lange tijd in de wachtrij staan. Het is niet zeker of het kabinet hier een belofte waar kan maken. Het kabinet zal in gesprek met de netbeheerders moeten om na te gaan welke mogelijkheden er wel zijn. Het kan al helpen dat er afspraken komen over de planning van het laten aansluiten. Ook kan het kabinet kijken naar mogelijkheden om op lokaal niveau woningen ervoor te zorgen dat woonwijken minder gebruik van het elektriciteitsnet gaan maken, bijvoorbeeld met het uitwisselen of opslaan van elektriciteit. De nieuwe Energiewet die volgend jaar ingaat biedt hiertoe mogelijkheden.

Warmtenetten als alternatief

Een alternatief is dat de woningen op een warmtenet komen of dat ontwikkelaars zelf een warmtenet gaan exploiteren. In de warmtetransitie speelt nog een politieke discussie over de eis van publiek eigendom bij het opzetten van grote warmtenetten. Private bedrijven trekken zich terug en investeren niet meer in de grote warmtenetten. Ontwikkelaars kunnen nog wel in kleine warmtenetten exploiteren waarbij er geen verplicht publiek eigendom geldt. Om vertraging in de warmtetransitie te voorkomen zou het kabinet samen met warmtebedrijven een compromis moeten zoeken in dit warmteconflict waarbij er voor gemeenten voldoende ruimte moet zijn om regie te kunnen voeren.

Welke woningen willen we (energiebesparing)?

Het kabinet zet in op verschillende en innovatieve manieren om te bouwen. Zij noemt zelf het conceptueel en industrieel bouwen. Er moeten modulaire woningen komen die snel zijn te bouwen. Het kabinet stelt een aanpak op voor industrieel bouwen en wil dat vanaf 2030 de helft van de jaarlijkse nieuwbouwwoningen industrieel is gebouwd.

Er is voldoende aandacht voor de bouw van energiezuinige woningen. Met het Programma Versnelling Verduurzaming Gebouwde Omgeving (PVGO) zet het kabinet onverminderd in op energiebesparing bij gebouwen. De gebouwde omgeving moet bijdragen aan het realiseren van de klimaatdoelen. Het kabinet merkt op dat de uitstoot van Co2 van woningen en gebouwen tussen 1990 en 2023 flink is gedaald. Bijna de helft van die daling vond plaats in de laatste twee jaar. Hiermee komt de klimaatdoelstelling van de gebouwde omgeving dichterbij.

Afdwingbare afspraken

Het kabinet gaat afdwingbare afspraken maken met verschillende overheden, woningcorporaties, ontwerpers, bouwers, ontwikkelaars en investeerders. Het rijk voelt hier een stevige verantwoordelijkheid en wil zelf bepalen welke woningen er gaan komen, waar die moeten komen en voor wie de woningen zijn bedoeld. Eind 2024 komt er een Woontop waar de concrete, landelijke afspraken op papier komen te staan. Het rijk neemt de verantwoordelijkheid om te zorgen dat partijen zich aan de afspraken gaan houden.

Er moeten afspraken komen met partijen die willen investeren in middenhuur, zoals pensioenfondsen, woningcorporaties en particuliere beleggers. Het kabinet neemt maatregelen om investeren in private huur, middenhuur en vrije huur aantrekkelijker te maken, zoals het verlagen van het algemeen tarief van de overdrachtsbelasting voor beleggers of het verhogen van de maximale renteaftrek in de vennootschapsbelasting.

Beschikbare financiële middelen

Het kabinet stelt tot en met 2029 vijf miljard euro beschikbaar voor het bouwen van meer betaalbare woningen. Dit komt beschikbaar via een realisatiestimulans. Gemeenten krijgen een vast bedrag per woning op het moment dat de woningen gerealiseerd zijn. De realisatiestimulans vervangt bestaande financiële instrumenten. Bij deze ondersteuning staat niet het plan, maar de prestatie centraal met een aanzienlijke verlaging van de administratieve last voor het aanvragen van subsidies. De gemeenten kunnen het geld deels inzetten voor het vergroten van de uitvoeringskracht bij gemeenten.

Het kabinet wil vanuit Europa meer ruimte krijgen om middenhuur door woningcorporaties en beleggers financieel te ondersteunen. Dit heeft te maken met staatssteun. Een overheid kan alleen binnen de grenzen van de staatssteunregels geld aan een woningcorporatie of ontwikkelaar geven. De cruciale vraag hier is of een gemeente voor de financiering van de onrendabele top bij betaalbare woningen goedkeuring van de Europese Commissie nodig heeft. Informeel heeft de Europese Commissie laten weten dat een gemeente de bouw van betaalbare woningen kan aanmerken als een zogenoemde Dienst van Algemeen Economisch Belang. In dat geval heeft de gemeente geen goedkeuring van de Europese Commissie nodig. De gemeente kan dan snel de financiering beschikbaar stellen. Het kabinet wacht de formele reactie van de Europese Commissie nog af. Gemeenten moeten hier niet op wachten en moeten zonder vertraging de middelen beschikbaar stellen.

Afrondend

Wij juichen het toe dat het kabinet zich ambitieuze doelen stelt om te voldoen aan de grote behoefte aan betaalbare en energiezuinige woningen en een robuust energienetwerk. Met het aangekondigde Realisatiestimulans pakket zijn miljarden gemoeid die ontwikkelaars en woningcorporaties moet stimuleren niet alleen te bouwen in het meer rendabel hogere segment, maar ook betaalbare woning voor mensen met een laag of midden inkomen. Gemeenten spelen hier een leidende en moeten zorgen voor een sneller en efficiënter vergunningenproces. Hoewel een verlaging van de overdrachtsbelasting voor belleggers in woningen per 2026 is aangekondigd moet nog veel van de ambitieuze beleidsplannen in concreet beleid en wetgeving worden vastgelegd. Het kabinet is uitdrukkelijk voornemens hierover afspraken te maken met verschillende overheden, woningcorporaties, ontwerpers, bouwers, ontwikkelaars en investeerders. Het is daarom voor alle genoemde partijen van belang deel te nemen aan de dialoog om samen tot oplossingen te komen die tot het gewenste resultaat leiden. Zo zullen ontwikkelaars kunnen aangeven tegen welke problemen ze aan lopen en wat er nodig zou zijn om deze op te lossen. Daarnaast moeten ontwikkelaars een duidelijke strategie hebben om zo soepel mogelijk vergunningen aan te vragen, bijvoorbeeld door tijdig met de gemeente in overleg te treden en te zorgen dat de lessen van gemeente A terecht komen bij gemeente B. Een optimaal resultaat van de aangekondigde beleidsplannen slaagt alleen slagen wanneer alle partijen in open en constructieve communicatie treden.

Contact us

Peter van Asperen

Peter van Asperen

Senior Manager, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)6 38 18 47 73

Edwin Sarkinovic

Edwin Sarkinovic

Director, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)62 032 36 64

Koen Sauerborn

Koen Sauerborn

Director, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)64 158 78 90

Richard van der Linden

Richard van der Linden

Partner, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)62 782 58 07

Volg ons