Navigeren door de nieuwste ESRS-updates: belangrijke inzichten voor uw organisatie

Ontdek de belangrijkste voorgestelde wijzingingen van de ESRS en de impact voor uw organisatie 

Waarom is er een geüpdatete set aan ESRS-standaarden? 

Op 31 juli 2025 heeft de European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG) de conceptversies van de herziene Europese duurzaamheidsrapportagestandaarden (ESRS) gepubliceerd. De herzieningen volgen op het ESG Omnibus Simplificatiepakket van de Europese Commissie (26 februari 2025), dat gericht is op het verminderen van administratieve en rapportagelasten. Hoewel het een concept is, geven de gewijzigde ESRS inzicht in de voorgestelde vereenvoudigingen van EFRAG en helpen ze opstellers van rapportages onder de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) om zich voor te bereiden op aankomende veranderingen. Gezien de gewijzigde ESRS nog in concept zijn, moeten verslaggevers over FY 2025 (wave 1) blijven rapporteren volgens de eerste set ESRS (ESRS 2023). Hierbij moeten zij rekening houden met de aanvullende verlichting die de Commissie in juli 2025 heeft verleend via de “quick fix” gelegeerde handeling. Voor de verwachte timing van definitieve intreding van de gewijzigde ESRS, zie het hoofdstuk ‘Wat volgt’ hieronder.  

Navigeren door de nieuwste ESRS-updates

De belangrijkste wijzigingen tonen een aanzienlijke vermindering van verplichte rapportage-eisen

In het ontwerp van de herziene ESRS is het aantal verplichte datapunten met 57% verminderd. Veel van de verwijderde datapunten komen voort uit de rapportage-eisen over beleid, acties en doelstellingen, waarvoor nu een minder voorschrijvende en meer principe-gebaseerde benadering wordt voorgesteld.

Deze herziene ESRS zijn ook eenvoudiger gestructureerd en verduidelijken bepaalde concepten die in de eerste set van ESRS tot verwarring leidden. EFRAG heeft zes hefbomen voor de vereenvoudiging van de herziene ESRS geïntroduceerd, die hieronder worden samengevat met voorbeelden (niet-limitatief). Het daadwerkelijke overzicht van wijzigingen die van toepassing zijn op een organisatie moet per organisatie worden bepaald.

De vereenvoudiging van de DMA in de herziene ESRS is bedoeld om complexiteit te verminderen en de focus te verleggen van procedurele naleving naar zinvolle, besluitvormingsgerichte duurzaamheidsrapportage. Zo introduceert ESRS 1 een nieuwe sectie met “praktische overwegingen” voor het uitvoeren van de DMA. Dit benadrukt een top-down benadering vanuit het bedrijfsmodel om duidelijk materiële onderwerpen te identificeren. Voor deze onderwerpen hoeven organisaties minder bewijs te verzamelen om hun conclusies te onderbouwen dan onder de vereisten van de ESRS 2023 (waardoor onnodige scoring wordt vermeden). Ook is er verduidelijking over hoe remediëring, mitigatie en preventie moeten worden meegenomen bij het beoordelen van de materialiteit van impacts (bekend als het “bruto versus netto” vraagstuk).

Om de leesbaarheid en de integratie van duurzaamheidsverslagen in het jaarverslag te verbeteren, zijn bepaalde rapportage opties die flexibiliteit boden verduidelijkt. Een voorbeeld is de mogelijkheid voor organisaties om informatie slechts één keer, in geaggregeerde vorm, te rapporteren over beleid, acties en doelstellingen die gelden voor meerdere materiële onderwerpen. Dit is bedoeld om de leesbaarheid te verbeteren, de rapportagelast te verlagen en organisaties te helpen hun duurzaamheidsverhaal beter over te brengen.

In de ESRS 2023 worden de Minimum Rapportage-Eisen (MDR’s) over beleid, doelstellingen en acties in ESRS 2 herhaald in de thematische standaarden. De eisen in de thematische standaarden bevatten daarnaast ook aanvullende niet-essentiële vereisten. In de herziene standaarden worden MDR’s hernoemd tot Algemene Rapportage-Eisen (GDR’s), waarbij alleen essentiële datapunten worden behouden. Een voorbeeld is het beschrijven van de scope van het beleid, wat als essentieel beschouwd wordt en daarmee verplicht blijft onder in het herziene ESRS concept. Daarentegen wordt het vermelden van de hoogst verantwoordelijke persoon binnen de organisatie die verantwoordelijk is voor de uitvoering van het beleid als niet-essentieel gezien en daarmee niet-verplicht. Dit betekent een verschuiving naar een minder voorschrijvende en meer op principes gebaseerde rapportagemethode.

De structuur van de standaarden is aangepast om een duidelijk onderscheid te maken tussen verplichte en niet-verplichte rapportage-eisen. De verplichte toepassingsvoorschriften worden nu direct na de bijbehorende rapportage-eisen opgenomen. Daarnaast is de meerderheid van de “kan rapporteren”-categorie verwijderd om misinterpretatie te voorkomen en duidelijk te maken wat echt vereist is versus optioneel. De niet-verplichte richtlijnen zijn nu opgenomen in aparte documenten met de titel “Niet-verplichte Illustratieve Richtlijnen”.

EFRAG introduceert verschillende lastenverlichtingen om de ESRS-rapportage te vereenvoudigen, waaronder een bredere toepassing van op IFRS-afgestemde bepalingen zoals “onevenredige kosten en inspanning” en het toestaan van bandbreedtes voor verwachte financiële effecten. Een andere belangrijke wijziging is een nieuwe vrijstelling voor organisaties die te maken hebben met datakwaliteitsproblemen binnen hun eigen operaties of waardeketen. Voor hen geldt dat een gedeeltelijke scope is toegestaan, mits dit gepaard gaat met de vereiste toelichtingen en een plan is voor verbetering van de datakwaliteit.

EFRAG heeft de gewijzigde ESRS opgesteld om ervoor te zorgen dat de ESRS beter aansluiten bij IFRS S1 en S2. Dit gebeurt door het aanpassen van de terminologie en het harmoniseren van de rapportage-eisen zodat deze interoperabel zijn. Voorbeelden hiervan zijn de verduidelijking van fair presentation in lijn met IFRS S1 (Algemene vereisten voor openbaarmaking van duurzaamheidsgerelateerde financiële informatie) en afstemming met het GHG-protocol door toepassing van de financiële consolidatiebenadering voor emissierapportage.

Waarom is dit concept van het geüpdatete ESRS-pakket relevant voor organisaties? 

Hoewel het concept onderhevig is aan een consultatie proces en er dus nog wijzigingen verwacht worden, kunnen organisaties dit concept gebruiken om zich tijdig voor te bereiden op aankomende rapportageperiodes (niet van toepassing op FY 2025 rapportage). We willen drie belangrijke overwegingen benadrukken:  

(voor “wave 2” bedrijven – toekomstige rapportageplichtigen onder de CSRD voor boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2027): De beoordeling van informatie-materialiteit bepaalt wat organisaties moeten rapporteren over hun materiële duurzaamheidsonderwerpen. Een herbeoordeling van deze materialiteit stelt organisaties in staat hun rapportage-inspanningen te richten op de (naar verwachting) overgebleven rapportage-eisen in de herziene ESRS, waardoor tijd en moeite worden bespaard doordat niet langer wordt gefocust op vereisten uit de ESRS 2023 die mogelijk geschrapt worden. Organisaties kunnen zich bijvoorbeeld richten op het verbeteren van de datakwaliteit van een strategische maatstaf in plaats van het opstellen van gedetailleerde verhalende toelichtingen die niet langer verplicht zijn. Deze beoordeling vormt een fundament voor wave 2-bedrijven om hun CSRD-voorbereidingsactiviteiten voor 2026 en 2027 te plannen en te begroten. Dit zal in toekomstige jaren ook gelden voor wave 1-organisaties (de huidige CSRD-rapporteurs) zodra de gewijzigde ESRS op hen van toepassing worden.

(voor “wave 1” and “wave 2” organisaties)
De CSRD gaat verder dan alleen rapportage. Dat was altijd al het geval, maar de herziene ESRS en de vermindering van het aantal datapunten bieden organisaties de kans om meer aandacht te geven aan het definiëren van beleid, het stellen van doelstellingen en het implementeren van actieplannen wat betreft hun materiële impacts, risico’s en kansen. Er kan daarmee worden gefocust op belangrijke activiteiten, zoals vereist onder andere regelgeving, bijvoorbeeld het ontwikkelen van een klimaattransitieplan en due diligence in de waardeketen. Dit helpt om operationele verbeteringen te realiseren en risico’s te verminderen.

(voor “wave 2” bedrijven)
De DMA is de hoeksteen van de CSRD. Bij het actualiseren van hun DMA moeten organisaties rekening houden met de aanvullende richtlijnen zodra de gewijzigde ESRS defintitief zijn (verwacht in 2026) om de focus te leggen op werkelijk relevante duurzaamheidskwesties. EFRAG biedt nieuwe praktische richtlijnen en verduidelijkt elementen die in het verleden onduidelijk waren. Dit zal van toepassing zijn op organisaties uit “wave 1” in de komende jaren, wanneer de gewijzigde ESRS van kracht worden.

Deze stappen zullen organisaties helpen om afgestemd te blijven op de veranderende verwachtingen en zich op tijd voor te bereiden op de afronding van de  gewijzigde ESRS (verwacht in 2026). Wij staan klaar om u te helpen bij het analyseren van de impact van deze wijzigingen op uw organisatie en hoe u zich het beste kunt voorbereiden op CSRD-rapportage op een efficiënte maar strategisch relevante manier.

Doe mee aan onze aankomende wereldwijde webcast over duurzaamheidsrapportage op 18 september 2025, waarin we de gewijzigde ontwerp-ESRS en de implicaties voor FY25-rapporteurs zullen bespreken. Registreer hier.

Wat volgt

De openbare consultatieperiode voor de gewijzigde ESRS eindigt op 29 september 2025. 

EFRAG moet het technische advies voor het einde van november 2025 doorgeven aan de Commissie. De Commissie zal het advies inzien en kan de standaarden updaten voordat ze zijn ingetreden via de gelegeerde handeling. De effectieve datum is nog in afwachting.

Waarom is dit concept van het geüpdatete ESRS-pakket relevant voor organisaties?

Contact us

Alexander Spek

Alexander Spek

Partner, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)88 792 00 02

Ellen McCready

Ellen McCready

Director, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)6 82475877

Daniel van Veen

Daniel van Veen

Partner Assurance, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)65 053 04 24

Willem-Jan Dubois

Willem-Jan Dubois

Partner, PwC Netherlands

Desi Walsarie

Desi Walsarie

Director, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)6 13847896

Volg ons