Om aan de NAVO-norm te voldoen van kernuitgaven voor defensie ter waarde van 3,5 procent van het bbp in 2035, zullen de defensie-uitgaven in Nederland sterk stijgen: van € 22 miljard in 2025 tot circa € 38 miljard in 2030. Cumulatief leidt dit tot defensie-investeringen van circa € 178 miljard tussen 2025 en 2030. ‘Daarvan kan zo’n 41 miljard euro beschikbaar komen voor de Nederlandse maakindustrie’, schat Bastiaan Oomens, die als partner van PwC-Strategy& actief is voor maakbedrijven. ‘In ons onderzoek hebben we ruim drieduizend Nederlandse productiebedrijven geïdentificeerd die een rol kunnen spelen bij het invullen van deze enorme opschalingsbehoefte, met name in een rol als cruciale toeleverancier.’
Dat er met name voor de toeleveranciers van defensie veel ruimte is voor groei, legt Daniel de Jager uit, die als PwC-partner publieke sector verantwoordelijk is voor de dienstverlening aan het ministerie van Defensie. ‘We hebben in Nederland een beperkt aantal Original Equipment Manufacturers (OEMs), die onder andere maritieme vaartuigen maken, kleine landvoertuigen en drones. Het meeste defensiematerieel wordt in het buitenland aangeschaft. Maar bij de productie van allerlei hoogwaardige onderdelen en subsystemen is veel ruimte voor de Nederlandse maakindustrie.’
Een verdrievoudiging van de output, dat is volgens de berekeningen van PwC-Strategy& de opgave voor de huidige Nederlandse toeleveranciers van defensie om de investeringstoename bij te houden. Oomens: ‘Dat vraagt om professionalisering, uitbreiding en optimalisatie bij de bedrijven die nu al aan defensie leveren. Maar zij kunnen de vraag niet alleen aan. Er is inzet nodig van veel meer Nederlandse maakbedrijven vanuit de civiele sector om hun bestaande hoogwaardige oplossingen ook in de defensiesector toe te passen (zgn. “dual use”, red.). Daarbij geldt dat toeleveranciers met een gespecialiseerde defensie-oplossing straks aan zowel binnenlandse als buitenlandse OEMs kunnen gaan leveren. Al met al biedt dit grote mogelijkheden voor de hoogwaardige Nederlandse maakindustrie en voor het langdurig verdien- en innovatievermogen van Nederland.’
Nederlandse maakbedrijven produceren nu al technologische hoogstandjes voor de halfgeleiderindustrie en voor medtech-bedrijven die evenzogoed van waarde kunnen zijn voor defensie. Denk aan optische technologie, complexe bewegende delen en hoogwaardige metaalbewerking. De toegang tot de defensiemarkt is echter niet zomaar verkregen. De Jager: ‘Er zijn strenge veiligheidseisen, certificeringen, restricties rondom inkoop en verkoop en allerlei andere compliance-kwesties. Financiering kan ingewikkeld zijn en je moet de weg vinden als toeleverancier in het defensie-ecosysteem. Dat zijn vanzelfsprekend allemaal zaken waarbij PwC kan helpen om een levensvatbare en schaalbare businesscase te ontwikkelen.’
Behalve de organisatorische voorbereidingen is ook samenwerking tussen maakbedrijven mogelijk een belangrijke route naar zakendoen in de defensie-industrie. Oomens: ‘Als maakbedrijven in allianties hun capaciteiten afstemmen op de vraag van defensie, kunnen zij gezamenlijk een aantrekkelijke toeleverancier worden. Juist de combinatie van hoogwaardige technologieën kan leiden tot echt onderscheidende subsystemen. Van de ruim drieduizend Nederlandse bedrijven die we in ons onderzoek identificeerden, zijn de meeste kleine en middelgrote ondernemingen, voor wie het sluiten van partnerships extra interessant is. En daar zijn we in Nederland ook goed in, zie Brainport en de regio Twente bijvoorbeeld, waar PwC bij veel succesvolle samenwerkingen betrokken is.’
Mobilising the Dutch defence industry biedt door data gedreven inzichten voor maakbedrijven die willen onderzoeken welke aanknopingspunten zij hebben in de defensiesector. PwC bracht door interviews met verschillende Europese OEMs en toeleveranciers in kaart hoe de investeringen procentueel verdeeld worden over verschillende subsystemen en componenten. Ook beschrijft de publicatie de vereiste capaciteiten en technologieën om die subsystemen en componenten te vervaardigen. Met gebruik van AI werd vervolgens een gedetailleerde inventarisatie van maakbedrijven gedaan en werden de subsystemen en componenten gekoppeld aan Nederlandse maakbedrijven die dit kunnen produceren. Zo ontstaat een sectorbreed beeld van de mogelijkheden, dat individuele bedrijven als startpunt kunnen nemen voor een businesscase.
Behalve voor civiele maakbedrijven die een stap naar de defensie-industrie willen maken, geeft het rapport ook inzichten voor investeerders, voor defensiebedrijven en voor de ministeries van Defensie en Economische Zaken. De Jager: ‘Zoals het ecosysteem van defensie echt een wereld op zich is, is de waardeketen van civiele maakbedrijven voor veel mensen in defensie ook echt onbekend gebied. Met ons rapport en ons advieswerk hopen wij die werelden voor elkaar te ontsluiten. Zo maken we met elkaar doeltreffende investeringen mogelijk die voor de bv Nederland en voor vrede en veiligheid van groot belang zijn.’