Op 20 mei 2020 heeft het kabinet in de Kamerbrief Noodpakket banen en economie 2.0 meer bekendgemaakt over het tweede steunpakket voor ondernemers in de coronacrisis. Dit steunpakket bevat de verlenging van de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW) en andere maatregelen uit het eerste pakket, met in veel gevallen nieuwe voorwaarden. Daarnaast bevat het nieuwe steunmaatregelen, zoals de Tegemoetkoming Vaste Lasten MKB. Zie ook het bij de Kamerbrief behorende overzicht van alle huidige en nieuwe noodmaatregelen.
Op 28 mei 2020 is de Kamerbrief Noodpakket 2.0 verschenen. Het kabinet verlengt daarin de periode van het tweede noodpakket met een extra maand, namelijk tot 1 oktober 2020. Daarnaast wordt de Tegemoetkoming Vaste Lasten MKB verhoogd en komt er toch een ontslagboete in NOW 2.0. Op de verlenging van NOW 2.0 met één kalendermaand en de nieuwe ontslagboete in NOW 2.0 is nader ingegaan in de Kamerbrief Noodpakket 2.0 van 29 mei.
Hieronder vindt u per maatregel de details die op dit moment bekend zijn.
Het kabinet verlengt de NOW-regeling met vier maanden tot 1 oktober 2020. Op basis van de verlengde NOW-regeling kunnen werkgevers een tegemoetkoming krijgen in de loonkosten voor de maanden juni, juli, augustus en september 2020. Het aanvraagtijdvak voor de verlengde NOW-regeling is geopend vanaf 6 juli 2020 en loopt tot en met 31 augustus 2020.
Voor de verlengde NOW-regeling geldt:
Meer over de NOW leest u in onze PwC Belastingnieuws-artikelen:
De nieuwe regeling Tegemoetkoming Vaste Lasten gedurende de maanden juni, juli, augustus en september 2020 is bedoeld voor mkb-bedrijven die het hardst zijn geraakt door de crisismaatregelen, waaronder de horeca, recreatie, sportscholen, evenementen, kermissen, speelautomatenhallen, podia en theaters. Deze bedrijven krijgen afhankelijk van de omvang van het bedrijf, de hoogte van de vaste kosten en het omzetverlies een belastingvrije tegemoetkoming van maximaal 50.000 euro. Een belangrijke voorwaarde is dat er een omzetverlies van tenminste 30 procent is. De sectoren die onder de huidige TOGS vallen, komen voor de nieuwe regeling in aanmerking.
De Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) wordt tot 1 oktober 2020 verlengd (Tozo-2 regeling). Deze steunmaatregel bestaat uit twee componenten.
De eerste component is inkomensondersteuning voor levensonderhoud tot het sociaal minimum. Dit hoeft niet terugbetaald te worden. In de Tozo-2-regeling wordt wel rekening gehouden met het partnerinkomen, zodat huishoudens met een inkomen boven het sociaal minimum geen aanspraak meer kunnen maken op tegemoetkoming in het levensonderhoud. Bij de aanvraag bij de gemeente moeten de ondernemer en partner verklaren dat het huishoudinkomen onder het sociaal minimum is gekomen.
Daarnaast is het onder de Tozo-2-regeling ook mogelijk om een lening aan te vragen van maximaal 10.157 euro voor bedrijfskapitaal bij liquiditeitsproblemen tegen een rentepercentage van 2 procent. Ondernemers die al eerder een lagere lening hebben aangevraagd, kunnen bij de gemeente een tweede lening afsluiten tot het maximumbedrag. Bij de aanvraag bij de gemeente moeten ondernemers wel verklaren dat er bij hun bedrijf geen sprake is van surseance van betaling of faillissement. Is dat wel het geval, dan is een extra lening niet mogelijk.
De Corona overbruggingslening (COL) die bijdraagt aan de verbetering van de liquiditeitspositie van innovatieve bedrijven, zoals startups, wordt voor de komende vier maanden tot 1 oktober 2020 verlengd. Het bedrag dat beschikbaar is voor leningen, wordt evenredig verhoogd van 150 miljoen naar 200 miljoen. Er wordt nog onderzocht hoe de voorwaarden aangepast kunnen worden.
De extra, verruimde of meer toegankelijke kredietverlening en kredietgaranties aan mkb, startups en scale-ups uit het eerste noodpakket worden verlengd. Het gaat onder meer om verlenging van de Coronamodules van de tijdelijk verruimde garantie-instrumenten Borgstelling mkb-kredieten (BMKB-C) en Garantie Ondernemersfinanciering (GO-C). Daarnaast wordt nu de op 7 mei 2020 aangekondigde Klein Krediet Corona (KKC-regeling) ten uitvoer gebracht.
De tijdelijke regeling voor uitstel van betaling van belastingschulden wordt verlengd tot 1 oktober 2020. Op eerste verzoek wordt uitstel van betaling verleend voor drie maanden. Na afloop van deze drie maanden hoeven de belastingschulden waarvoor uitstel is verkregen niet direct te worden terugbetaald, volgens de Belastingdienst-website: "Het kabinet wil ondernemers zo goed mogelijk helpen en kijkt naar gespreide terugbetalingsmogelijkheden en maatwerk. Dit wordt deze zomer verder uitgewerkt. Als er meer duidelijk is, informeren wij u. Tot dat moment hoeft u dus nog niet terug te betalen."
Verlenging van uitstel na drie maanden is mogelijk als de ondernemer aannemelijk maakt dat de betalingsproblemen het gevolg zijn van de coronacrisis en verklaart geen dividend en bonussen uit te keren, of eigen aandelen in te kopen. Deze restricties gelden in de periode vanaf het indienen van het uitstelverzoek tot en met de (aandeelhouders)vergadering in 2021, waarin de jaarrekening 2020 wordt vastgesteld. Daarnaast gelden ze alleen voor de onderneming die het uitstel aanvraagt. Hoe die verklaring moet worden gedaan, wordt nog nader uitgewerkt. Het kabinet geeft aan dat de verlengde uitstelperiode voortduurt tot het uitstel wordt ingetrokken. Dit zal niet vóór 1 oktober 2020 plaatsvinden. Na afloop van het uitstel wordt de ondernemer een passende betalingsregeling geboden.
De bijzondere regeling uitstel van betaling is niet van toepassing op de invoer-btw, accijnzen, de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken en de kolenbelasting voor zover deze belastingen worden geheven met toepassing van de douanewetgeving ter zake van de invoer.
Bij de douanewetgeving wordt in principe per maand en per geval beoordeeld of uitstel mogelijk is. Voor de maanden maart, april en mei 2020 past de Douane het uitstelbeleid toe. Voor douaneschulden die zijn ontstaan in de maand mei kan het uitstel tot 15 juni worden aangevraagd. Verdere verlenging en afbouw van de uitstelregeling hangt onder meer af van afstemming met de Europese Commissie.
Er komt uitstel van het betalen van bpm voor vergunninghouders (ondernemers die regelmatig kentekens voor personenauto’s aanvragen en de bpm achteraf per maand of kwartaal betalen), vanaf het tijdvak mei 2020. Een verzoek om uitstel van betaling van bpm is pas mogelijk als een naheffingsaanslag is opgelegd voor het tijdvak mei 2020; dat zal ongeveer half juli 2020 zijn.
De tijdelijke verlaging van de belasting- en invorderingsrente van 4 procent naar 0,01 procent wordt verlengd. De tijdelijke verlaging van de invorderingsrente was per 23 maart 2020 ingegaan en gold voor drie maanden. De verlaging van de invorderingsrente wordt verlengd tot 1 oktober 2020. Ook de verlaging van de belastingrente voor alle belastingmiddelen behalve de inkomstenbelasting wordt verlengd tot 1 oktober 2020. De verlaging van de belastingrente voor de inkomstenbelasting die op 1 juni 2020 ingaat, gold al tot 1 oktober 2020.
Ook worden de volgende fiscale maatregelen verlengd:
Het kabinet is op verzoek van de Tweede Kamer op zoek gegaan naar een tijdelijke en uitvoerbare oplossing voor flexwerkers die werkloos zijn geworden en niet voldoen aan de voorwaarden voor WW of bijstand: de Tijdelijke Overbruggingsregeling voor Flexibele Arbeidskrachten (TOFA). In de Kamerbrief van Minister Koolmees stelt hij dat deze regeling weliswaar uitvoerbaar is, maar grote nadelen kent. Hij heeft ernstige twijfels over invoering van de TOFA en wil eerst in overleg gaan met de Tweede Kamer over de wenselijkheid om de regeling in te voeren.
ANBI’s moeten binnen zes maanden na jaareinde bepaalde informatie digitaal openbaar maken, bijvoorbeeld op haar website. Die informatie omvat onder andere een actueel activiteitenverslag, de balans en de staat van baten en lasten. De termijn van zes maanden kan onder de volgende voorwaarden met vier maanden worden verlengd:
Goedgekeurd is dat de werkgever die een vaste reiskostenvergoeding aanbiedt voor o.a. woon-werkverkeer geen gevolgen hoeft te verbinden aan wijzigingen in het reispatroon van een werknemer. De goedkeuring geldt ook voor de ongewijzigde voortzetting van andere vaste vergoedingen. Ook voor die andere vaste vergoedingen mag blijvend worden uitgaan van de aangenomen feiten waar de vergoeding op gebaseerd is.
Deze goedkeuringen zien alleen op vaste vergoedingen waarop de werknemer uiterlijk op 12 maart 2020 een onvoorwaardelijk recht kreeg. Als een recht op een vaste reiskostenvergoeding bijvoorbeeld afhankelijk was van een keuze van de werknemer (bijvoorbeeld bij een cafetariasysteem), moet deze keuze uiterlijk op 12 maart 2020 zijn gemaakt.