Consultatie Nederlandse implementatie ATAD 2

30/10/18

Op 29 oktober 2018 is een internetconsultatie geopend voor de Nederlandse implementatie van ATAD 2, gericht op bestrijding van belastingplanning gebruikmakend van zogenoemde ‘hybride mismatches’. Denk bij hybride mismatches bijvoorbeeld aan de situatie dat het ene land een lichaam of vordering fiscaal anders behandelt dan het andere land. De consultatie betreft een volledig (concept) wetsvoorstel en een uitgebreide parlementaire toelichting inclusief voorbeelden van de type mismatches die bestreden moeten gaan worden.

 

Welk probleem lost het ATAD 2 wetsvoorstel op?

Lichamen, (financiële) instrumenten, vaste inrichtingen of de vestigingsplaats van een lichaam worden door verschillende (EU-)landen soms verschillend gekwalificeerd. Hierdoor kan een situatie ontstaan dat een betaling bijvoorbeeld in twee landen in aftrek komt, dan wel eenmaal in aftrek komt maar in het andere land niet wordt belast. ATAD 2 en dit Nederlandse concept wetsvoorstel willen dit voorkomen. Dit voorstel geldt zowel voor situaties tussen de EU-lidstaten onderling als voor situaties tussen de EU-lidstaten en derde staten.

Wat betekent dit voor u?

Als uw bedrijf bijvoorbeeld een vennootschap in de groep heeft die door twee landen verschillend wordt beoordeeld, dan zult u moeten beoordelen wat hiervan de gevolgen zijn onder de voorgestelde wetgeving. Een vergelijkbaar advies geldt voor het geval uw bedrijf financiële instrumenten gebruikt die in verschillende landen, fiscaal verschillend worden behandeld. Uw PwC-adviseur helpt u hier graag bij.

De regels van ATAD 2 in meer detail

Het (concept) wetsvoorstel bevat zoals aangegeven maatregelen tegen ongewenst geachte fiscale effecten van hybridemismatches in de kwalificatie  van lichamen, (financiële) instrumenten, vaste inrichtingen of vestigingsplaatsen. De maatregelen zijn gericht op situaties van ‘aftrek zonder betrekking in de heffing’ en ‘dubbele aftrek’. Bepalend is veelal of een betaling of vergoeding ‘naar haar aard’ aftrekbaar is.

Gelieerde en niet gelieerde verhoudingen

De ‘anti-mismatch regels’ treffen hybridemismatches in gelieerde verhoudingen, dat wil zeggen bij belangen van tenminste 25%. Ook gestructureerde transacties tussen niet gelieerde partijen vallen onder de voorgestelde regels, dat wil zeggen transacties waarbij het financiële voordeel van een hybridemismatch onderdeel is van de regeling. De nieuwe regels gelden zowel voor situaties tussen EU-lidstaten onderling als voor situaties tussen EU-lidstaten en derde staten. Nederland zal géén uitzondering maken voor financiële handelaren en bepaalde financiële instrumenten.

Neutraliserende maatregelen en belastingplichtmaatregelen

Het wetsvoorstel valt in twee type regels uiteen: ten eerste de ‘neutraliserende maatregelen’ die de fiscale gevolgen van het verschil in kwalificatie aanpassen en ten tweede de ‘belastingplichtmaatregel’. Deze laatste maatregel ziet op bepaalde Nederlandse entiteiten die Nederland voor de vennootschapsbelasting nu ‘niet ziet’ maar het buitenland wel. Te denken valt aan een commanditaire vennootschap (CV). De ‘belastingplichtmaatregel’ neemt het verschil in kwalificatie weg en leidt ertoe dat Nederland een tot nu toe fiscaal niet zichtbare Nederlandse entiteit zal gaan aanmerken als een binnenlands belastingplichtige voor de vennootschapsbelasting.

Primaire en secundaire regel

In het algemeen kennen de neutraliserende maatregelen een primaire regel (‘geen aftrek betaling bij betaler’) en een secundaire regel (‘betrekken betaling in heffing bij ontvanger’). Veel maatregelen gaan uit van een ‘voorzoverbenadering’; indien een deel van de betaling of vergoeding wel in de heffing wordt betrokken dan wordt voor dat deel de aftrek toegestaan.

 

Hoe nu verder?

De neutraliserende maatregelen van ATAD 2 moeten vanaf 1 januari 2020 zijn geïmplementeerd en in werking zijn, dat schrijft de EU-richtlijn voor. De implementatiedatum voor de belastingplichtmaatregel is later, namelijk 1 januari 2022.

De internetconsultatie loopt van 29 oktober tot en met 10 december 2018. Het Ministerie van Financiën kan dan rekening houden met de opmerkingen naar aanleiding van de internetconsultatie bij het opstellen van het definitieve wetsvoorstel. De verwachting is dat het uiteindelijke wetsvoorstel in de eerste helft van 2019 wordt ingediend bij de Tweede Kamer, zodat de maatregelen per 1 januari 2020 in werking kunnen treden.

 

Contact

Knowledge Centre

Rotterdam, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)88 792 43 51

Volg ons