29/06/20
Op Prinsjesdag komt een nieuw voorstel tot box 3-aanpassing op korte termijn om de meeste spaarders en de kleine beleggers tegemoet te komen. Dit voorstel vervangt de vorig jaar gepresenteerde contouren om het box 3‑stelsel aan te passen. Het oorspronkelijke plan stuit namelijk op grote bezwaren. Zo zou het een te groot verschil opleveren tussen belasting die particulieren moeten betalen over rendementen uit beleggingen en de belasting over spaarrente.
Als u een kleine belegger bent, kan het nieuwe voorstel tot aanpassing van box 3 voor u verlichting brengen ten opzichte van het vorig jaar gepresenteerde plan. Het nieuwe voorstel waaraan nu gewerkt wordt, moet de meeste spaarders en de kleine beleggers binnen het huidige box 3-stelsel op korte termijn tegemoetkomen.
Het streven is om het nieuwe plan op Prinsjesdag 2020 in een concreet voorstel te presenteren.
Dit kabinet gaat daarnaast aan de hand van de reeds gepubliceerde bouwstenen voor een beter belastingstelsel onderzoeken welke opties er op langere termijn zijn voor een fundamentele wijziging van het box 3-stelsel.
Hoewel het belasten van het reële rendement het uiteindelijke
doel blijft, is een belasting van het reële rendement volgens Vijlbrief, de huidige staatssecretaris van Financiën, op dit moment niet uitvoerbaar. De Belastingdienst kan precieze rendementen uit investeringen namelijk niet nagaan en dus ook niet belasten. Toch wil Vijlbrief spaarders en de relatief kleine beleggers op korte termijn tegemoetkomen, maar niet met het plan dat zijn voorganger vorig jaar aankondigde.
Dat voorstel kwam erop neer dat vanaf 2022 gerekend zou worden met de werkelijke bedragen aan spaargeld, beleggingen en schulden per belastingplichtige. Voor deze drie verschillende categorieën zou een afzonderlijk forfaitair rendement worden vastgesteld, dat zo goed mogelijk aansluit bij werkelijke gemiddelde rendementen. Dit wetsvoorstel was gepland voor de zomer van 2020. Zie hierover ons eerdere bericht: 'Aanpassing box 3: Kamervragen beantwoord'.
Dat oorspronkelijke voorstel verdwijnt nu van tafel omdat het volgens Vijlbrief op grote bezwaren stuit.
Het plan zou namelijk een te groot verschil maken tussen belasting die particulieren moeten betalen over rendementen uit beleggingen (forfaitair rendement 5,28 procent procent) en die over spaarrente (forfaitair rendement 0,07 procent). Daarmee zouden weliswaar spaarders worden ontzien. Maar voor mensen met een box 3-vermogen dat voor een relatief klein deel uit spaargeld bestaat en voor een relatief groot deel uit overige bezittingen of schulden en die tegelijkertijd relatief lage werkelijke rendementen behalen, zou de belastingdruk juist toenemen ten opzichte van de huidige situatie. Denk daarbij aan kleine beleggers die defensief beleggen en daardoor gemiddeld genomen lagere beleggingsrendementen halen. Een van de risico’s van het oorspronkelijke voorstel is dat de kleine beleggers voor zeer risicovolle beleggingen zouden gaan kiezen.
Het nieuwe plan dat voor Prinsjesdag 2020 is gepland, moet de meeste spaarders en de kleine beleggers op korte termijn tegemoetkomen. Op dit moment is verder niets bekend over het nieuwe plan, behalve dat het een ‘simpeler voorstel’ wordt. In een interview lichtte Vijlbrief een tipje van de sluier: hij overweegt om met een verhoging van het heffingsvrije vermogen (het belastingvrije deel is nu 30.846 euro) tot ongeveer 50.000 euro kleine spaarders en kleine beleggers tegemoet te komen.
Uitstel Kabinetsoordeel of in 2013-2016 teveel box 3 belasting is geheven tot het najaar 2020 en bezwaren voor 2019 ook aangewezen als massaal bezwaar.
Vanaf 2022 wordt rendement op spaargeld en beleggingen en rente op schulden apart vastgesteld en sluiten de gehanteerde forfaits beter aan bij de werkelijkheid.
Fiscaliteit binnen organisaties ondergaat een transformatie die vraagt om moderne processen en een herdefiniëring van de rol van tax binnen uw bedrijf.
Pjotr Anthoni
Senior Tax Manager Knowledge Centre, PwC Netherlands
Tel: +31 (0)61 091 73 45