Een nieuwe jas voor de slimme stadsregio

Concurrentiepositie Nederland sterk afhankelijk van kracht bestuurlijke clusters op regioniveau

Gemeentegrenzen doen er al lang niet meer toe. Nederland is toe aan de vorming van slimme stedelijke regio’s, betoogt Dominic Schrijer, burgemeester van Zwijndrecht.

Schrijer vindt dat het tijd is voor bestuurlijke clusters op regioniveau met een ‘DNA-match’ op economisch, cultureel en maatschappelijk gebied. Op die manier is ons land in de toekomst beter in staat zijn concurrentiepositie te versterken.

De manier waarop lokale overheden als gemeenten en provincies nu over het land zijn verdeeld, past niet meer bij de dynamiek van ons leven en van onze samenleving. Zelfs landen worden als bestuurlijke entiteit steeds minder relevant. De mondiale trend is dat grote stedelijke agglomeraties hun rol overnemen.

Vitale coalities

Dat vraagt wel om een evolutie in het denken en handelen van alle betrokkenen, de bestuurders van de lokale overheden voorop, erkent Schrijer. ‘Er is een gedeeld gevoel van urgentie voor nodig, delend leiderschap en de vorming van wat ik “vitale coalities” noem. Een benadering waarin de wensen en verlangens van de samenleving weer leidend zijn, en waarin alle actoren – burgers, bedrijven, samenleving, maatschappelijk middenveld en overheid – zich bewust zijn van de noodzaak om samen te werken voor dat doel. Alleen dan kunnen we in de huidige complexe omgeving met z’n allen meer welvaart en welzijn genereren.’

Nederland weer groeiland

De gezamenlijke doelstelling moet zijn om van Nederland weer een groeiland te maken. De voormalig wethouder van Rotterdam (Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Grotestedenbeleid) haalt de naoorlogse wederopbouw in herinnering. ‘Publieke en private sectoren werkten toen nauw samen om het land weer op te bouwen en voor iedereen werk, goede huizen, slim en praktijkgericht onderwijs en een sociaal vangnet te creëren. Vooral in de regio Rotterdam is het positieve effect ervan lang voelbaar geweest.’

‘In die tijd werden belangrijke beslissingen in nauwe samenwerking tussen ondernemers en publieke bestuurders genomen, waarbij de ondernemers het voortouw namen. In de achtertuin van de toenmalige voorzitter van de Rotterdamse Kamer van Koophandel, Van der Mandele, werd besloten dat het vliegveld in Zestienhoven zou komen. Hij belde vervolgens ondernemers op om ze persoonlijk een bijdrage te vragen in de ontwikkelingskosten ervan. Als investering in een infrastructuur waarvan zij ook zouden meeprofiteren. Zo ontstonden ook De Kuip, het Groot Handelsgebouw, de Lijnbaan en de Euromast. Bedrijven werkten mee aan publieke voorzieningen en de overheid gaf ze de ruimte om te groeien. Er zat een wederkerigheid in de onderlinge relatie.’

Samenleving centraal

Zo’n aanpak past volgens Schrijer niet meer in de huidige, veel complexere tijd. ‘En die is misschien ook niet gewenst, maar de goede elementen ervan zijn we een beetje uit het oog verloren. Ik bedoel dan het samen optrekken met een doel voor ogen, en daar ook samen de verantwoordelijkheid voor nemen.’

In de jaren zeventig moest de overheid de kar trekken, daarna was het aan de marktwerking. Nu treedt de overheid terug en zegt die tegen de individualiserende en calculerende burger: doe het zelf maar. ‘Dat gaat niet lukken. We moeten de samenleving weer centraal stellen en alle partijen die daarin acteren een rol geven bij het revitaliseren van de samenleving.’

Gemeenschappelijk doel

- Bij PwC hanteren we het pentahelix-model; u hebt het over vitale coalities. Wat is het verschil?

Schrijer: ‘In grote lijnen hebben we het over hetzelfde. Belangrijk is dat je de goede partners kiest, dus partijen die elkaar versterken en voeden, en die in dezelfde regio opereren. Als je weet op welke punten je overeenkomt en waarin je kwetsbaar bent, kun je gezamenlijk een richting en je doelen kiezen. Zoveel heeft de politiek me wel geleerd: als je een gemeenschappelijk doel hebt, is het vormen van een coalitie mogelijk. Ook tussen gemeenten.’

Brainport Eindhoven

- Noemt u eens een voorbeeld van zo’n geslaagde coalitie op regionaal niveau.

‘Eindhoven spreekt mij het meest aan. Toen daar letterlijk het licht dreigde uit te gaan, werd alles vloeibaar. Dankzij het duw- en trekwerk van de toenmalige burgemeester Welschen vond men elkaar onder de noemer “Brainport Eindhoven”. Die begon vanuit een economische urgentie, maar is onder regie van de volgende burgemeester, Rob van Gijzel, uitgebouwd tot een hightechcluster dat de gemeentegrenzen overschrijdt en steeds meer kennisinstellingen, financiers, start-ups en zakelijke dienstverleners aantrekt. De stadsregio Eindhoven is nu zelfs de slimste regio van Europa.

Drechtsteden: maritieme midtechregio

- Is Eindhoven een voorbeeld voor wat een slimme stedelijke bestuursindeling in de Rotterdamse regio kan bereiken?

‘Als samenwerkende Drechtsteden kunnen we ons inderdaad daaraan spiegelen. Daarvoor moeten wel ons vizier verbreden. Uit onderzoek is gebleken dat de strook van de Maasvlakte in het westen tot aan Gorinchem in het oosten een gemeenschappelijke economische kracht heeft: maritieme midtech. In het gebied bestaan zeker dertig tot veertig “maritieme hotspots” die uitblinken – of kunnen uitblinken – in technologisch vakmanschap, vooral op het gebied van maritieme constructies en koopmansgeest.’

‘Ook zijn de kwetsbaarheden duidelijk geworden. Ooit was het technisch onderwijs een begrip in deze regio. Samen met de ROC’s en andere kennisinstellingen in deze regio moeten we dat nu weer gaan uitbouwen. Tegelijkertijd moeten we ook de bedrijfsscholen actiever en gerichter ondersteunen, zodat hun voorbestaan verzekerd is en opleidingsbanen aantrekkelijker en laagdrempeliger worden. We moeten financiers voor zulke trajecten interesseren en de arbeidsmarkt evenwichtiger maken.’

‘Juist in deze regio, met veel conjunctuurgevoelige bedrijvigheid, is het belangrijk dat er een overkoepelende planning komt. Als er bij offshorebedrijf Heerema mensen op de reservebank zitten door de lage olieprijs, moeten die bij andere bedrijven – waar hun competenties passen – tijdelijk aan het werk gezet kunnen worden. Op zo’n manier kun je ook innovaties bevorderen.’

De jas van de burgemeester

- Trekt u als burgemeester niet een te grote jas aan bij het aanjagen van al deze ambities?

‘Als burgemeester van Zwijndrecht leg je in de huidige verhoudingen minder gewicht in de schaal dan bijvoorbeeld mijn Rotterdamse collega Ahmed Aboutaleb. Maar als overheidsvertegenwoordiger, die geacht wordt boven de partijen te staan, heb je altijd het voordeel dat je makkelijker alle partijen aan tafel krijgt. Zeker als je een holistische benadering inbrengt en deze bewaakt. De goede publieke bestuurder organiseert de gezamenlijkheid, is voor alles dienstbaar aan het collectieve belang en benut zijn neutrale rol als netwerker en netwerkregisseur om de beste oplossing voor het ecosysteem te vinden. Bij de invulling ervan moet je niet in de weg lopen.‘

Versnellingsslag

- Hoe maken we hier de versnellingsslag?

‘Je hebt een gevoel van urgentie nodig. Als we doorgaan op dezelfde manier, redden we het niet. Daarnaast is een meer dienend leiderschap nodig. Op alle niveaus moeten pioniers de ruimte krijgen, buitenstaanders bij voorkeur, die mensen kunnen overtuigen dat ze in beweging moeten komen zonder de baas te willen spelen. Als overheid zijn we niet de centrale actor in dit proces, maar een van de partners. Je kunt alleen maar succesvol zijn als je gezamenlijk optrekt en de verbinding maakt met alle partijen die ertoe doen in de samenleving.’

Contact

Martine Koedijk

Martine Koedijk

Partner en sectorvoorzitter Lokale Overheden, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)61 830 45 41

Volg ons