‘Wederom een historisch moment van de waarheid’

Werner Hoyer, president van de Europese investeringsbank (EIB), over het economisch herstel van Europa

Terwijl de Brexit nadert, neemt bij de overgebleven 27 EU-lidstaten de druk toe om te investeren in het concurrentievermogen. Om bij te blijven in de kopgroep van innovatieve aanbieders in een gedigitaliseerde en circulaire wereldeconomie, zijn marktklare ideeën en concepten nodig. De Europese investeringsbank EIB en zijn topman Werner Hoyer staan dan ook voor een ‘historisch moment van de waarheid’.

‘Een duurzaam economisch herstel van Europa staat of valt met het vinden van een oplossing voor de risico-aversie van haar banken. Hun vertrouwen in de toekomstige ontwikkeling van de EU is nog steeds niet groot genoeg om geld te steken in projecten met een hoger risicoprofiel of een lange terugverdientijd. We moeten in Europa eerst het vertrouwen herstellen’, zegt Werner Hoyer in de glazen hoofdzetel van de EIB in Luxemburg, waar hoofdeconoom Jan Willem Velthuijsen van PwC met hem sprak over onder meer het vergroten van de investeringsbereidheid van overheden en bedrijven.

Wederom een historisch moment van de waarheid

Dat die bereidheid nog laag is, vindt Hoyer verontrustend. ‘Maar de cijfers laten zien dat er meer aan de hand is dan een achterblijvende investeringsbereidheid alleen. Zeker in de corporate markt speelt ook de te grote afhankelijkheid van het bancaire systeem een rol.’

‘Vaak wordt de Europese investeringsbereidheid vergeleken met die van de VS en dan is de uitkomst negatief. Maar Europa is een veel complexere investeringsomgeving. In de VS wordt 85 procent van de bedrijfsinvesteringen gefinancierd op de kapitaalmarkt, in Europa loopt driekwart via kredietverlening door de banken. En omdat de commerciële banken aan strengere balans- en kredietregels zijn gebonden en meer avers van risico zijn geworden, is dit een rem op het vrijkomen van investeringskapitaal.’ 

Hoe kunnen we in Europa het vertrouwen herstellen?

‘Dat de missie van Frans Timmermans (vice-president van de EU, red.) slaagt om de overbodige rode linten te schrappen en beperkende en op nationaal niveau afwijkende wet- en regelgeving op investeringsgebied aan te pakken. Nu staan deze het samen optrekken van publiek en privaat geld nog vaak in de weg. Ook moet de regelgeving voor banken op onderdelen worden aangepast. Zo is er nog steeds geen aparte mogelijkheid voor langetermijninvesteringen in infrastructuur, waardoor het risico onevenredig zwaar drukt op de balansen van banken.’

Hoe groot is de investeringskloof?

‘Vier jaar geleden hebben we berekend dat er tussen de doelen van de Europese raad van ministers en de beschikbare budgetten van overheden en bedrijven een gat gaapt van 700 miljard euro per jaar. Met de middelen van het Junckerplan (zie kader, red.) kunnen we een deel dichten, maar er blijft een structureel investeringstekort van minstens 600 miljard per jaar over.’

‘Dat tekort wordt ieder jaar groter. Neem de slechte bereikbaarheid van de mainports, waar we een groot percentage van ons bruto Europees product moeten verdienen. Daar moeten we een veel grotere kwaliteitsslag maken dan we eerder aannamen. Veel van onze speerpuntindustrieën,  en hun waardeketens, worden bedreigd of overbodig gemaakt door de introductie van nieuwe technologieën.’

‘Europa rekent zich rijker in de digitale economie dan ze is. De politiek slaat zich op de borst dat we de hoogste breedbanddichtheid hebben. Dat is goed, maar het gaat ook om het digitaliseren van processen en het verkorten van ketens. Daar moeten we een inhaalslag maken om onze positie in de mondiale ketens te kunnen behouden en uitbouwen.’

‘Door de oplopende vergrijzing en de langere levensverwachting in de meeste EU-lidstaten moeten we zwaar investeren in de zorg. In veel landen sluit het onderwijs niet of onvoldoende aan bij de veranderende eisen van de arbeidsmarkt of de internationale standaarden. En dan moet Europa ook nog de VN-doelen voor duurzame ontwikkeling en het Energieakkoord van Parijs naleven, wat zeer aanzienlijke extra investeringen in zachte en harde infrastructuren vraagt.’

‘Begrijp me goed, in de basis is Europa sterk. We zijn nog altijd het designhart van de wereld en alle culturele identiteiten spiegelen zich aan ons. Maar we moeten wel dringend vervolgstappen zetten om die positie te behouden en te kapitaliseren op onze voorsprong in energietransitie, circulariteit en design.’

‘Het is onmogelijk om al deze ambities met alleen publiek geld te realiseren. De onder druk staande overheidsbudgetten staan het niet toe en de financiële inspanning is domweg te groot. Bovendien vragen grensoverschrijdende projecten om een centrale sturing. Alleen dan kun je de gevraagde positieve spill-over effecten realiseren. Daardoor heeft de EIB een sleutelrol in de herontwikkeling van Europa. Wij creëren met publiek geld een hefboomeffect en maken zo de inzet van meer privaat geld met een lange adem, zoals de spaartegoeden van pensioenfondsen of verzekeraars, mogelijk.’

Hoe voegt de EIB meer waarde toe?

‘Door het aandragen en realiseren van voldoende kansrijke investeringsprojecten en door de ontwikkeling van passende financiële instrumenten. Het aanbod aan kansrijke investeringsprojecten is ruim voldoende. Dagelijks komen hier veel interessante plannen binnen, en we zijn zelf heel creatief en vindingrijk in het ontwikkelen van een eigen investeringsportfolio.’

Lopen we niet al achter de feiten aan in een zich zo dynamisch ontwikkelende wereldeconomie?

‘Ik ben een ongeduldig mens. Ik zie nog steeds onvoldoende progressie in het  investeringsvriendelijker maken van Europa. Maar ik proef overal om me heen een groeiend bewustzijn dat dit hard nodig is. De Brexit kan daarin een nieuw stimulerende rol hebben gespeeld. Het Britse referendum heeft iedereen er eens te meer van doordrongen dat je moet blijven werken aan je eigen aantrekkelijkheid.’

‘Hoewel de Brexit zonder twijfel onfortuinlijk is voor alle Europeanen en aan beide kanten van het Kanaal impact zal hebben, zie ik ook een positief effect van de uitkomst van het referendum. Vóór de Britten de definitieve beslissing namen, leefde het exit-sentiment in veel andere landen. Ook in Nederland. Nu zijn die discussies verstomd. Dat is winst voor Europa. Want ik zie niet hoe je de problemen van de mondialisering kunt oplossen door je terug te trekken in een nationale schulp.‘

Wie is Werner Hoyer?

Werner Hoyer (Wuppertal, 1951) promoveerde als econoom aan de Universiteit van Keulen, voordat hij politiek actief werd. Hij vertegenwoordigde de liberale FDP als lid van de Duitse Bondsdag en was staatsecretaris van Buitenlandse Zaken in de regeringen Kohl (1984-1988) en Merkel (2009-2011). In die laatste hoedanigheid had hij onder meer Europese Zaken in zijn portefeuille. Van 2000 tot 2005 was hij voorzitter van de Europese Liberale Hervormingspartij (ELDR).

In 2012 werd Hoyer benoemd tot president van de EIB. Daarnaast is hij onder meer president van de Long Term Investors Club. 

Werner Hoyer

Wat doet de EIB?

De Europese investeringsbank EIB werd in 1958 opgericht als een wederopbouwbank voor Europa. Met een balanstotaal van 550 miljard euro en een investeringsvolume van 85 miljard euro (2015)

is de vanuit Luxemburg opererende EIB uitgegroeid tot de op twee na grootste ontwikkelbank ter wereld. De EIB werkt volgens het ‘leverage-principe’: door voor drempelfinanciering te zorgen verandert het risicoprofiel van een project en wordt het voor andere (meest private) partijen aantrekkelijker om in te stappen. Daarmee wordt de financiering van een multiplier aan investeringsprojecten mogelijk gemaakt.

Sinds 2015 is de EIB ook hoofduitvoerder van het Junckerplan (officieel ‘European Commission’s Investment Plan for Europe’). Dat plan beoogt in een periode van drie jaar in totaal 315 miljard euro aan publiek en privaat geld te genereren om te investeren in structurele verbeteringen van de Europese infrastructuur. In de eerste negen maanden van 2016 is de EIB als (co)financier opgetreden van in totaal 249 projecten.

De eigenaren van de bank zijn de EU-lidstaten en strikt formeel zijn de regeringsleiders dan ook de bazen van Hoyer. De funding gebeurt door de uitgifte van EIB-obligaties. Jaarlijks wordt voor 60 tot 90 miljard euro aan EIB-bonds geplaatst.   

Contact

Barbara Baarsma

Barbara Baarsma

Director, hoofdeconoom, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)62 420 47 07

Volg ons